Multimedia gaat voor winst

Belgacom heeft ambities in de multimedia, en richtte daartoe in 1995 een speciale divisie op. Vandaag is de periode van experimenten en evaluatie voorbij. Tijd voor business…

Is multimedia een echte activiteit voor Belgacom? De vraag mag gesteld worden, na twee jaar werking van de afdeling Multimedia & Infohighways, die kort na de aankomst van John Goossens aan het hoofd van de openbare operator werd gelanceerd. Goossens had een audiovisuele specialist aangetrokken, Alain Deneef van Canal+ België, om een nieuwe activiteit te starten die er veelbelovend uitzag maar tegelijk erg vaag bleef. Na een periode van aarzelen en zoeken komt er schot in de zaak.

Punt één: met ongeveer 290 medewerkers, van wie één derde in filialen, vormt deze dienst één van de grootste multimediabedrijven van het land. Hij mikt op de ontwikkeling van interactieve diensten, voornamelijk via het Internet. Naast nieuwe initiatieven omvat de divisie ook afzonderlijke diensten zoals videotext (de Belgische versie van de Franse Minitel), waarvan de 11.000 abonnees beetje bij beetje naar het privé-Internet overstappen (intranet of extranet), en ook nog ISDN.

Punt twee: de divisie heeft net een dienstencatalogus uitgebracht. “We hebben dertig diensten gedefinieerd,” zegt Pascal Methens, die nu, als opvolger van Alain Deneef, aan het hoofd van Multimedia & Infohighways staat en een organisatie- en businessplan heeft uitgewerkt.

Punt drie: de rendabiliteit. “Wij mikken op een positief resultaat vanaf het einde van 1998,” beweert Methens. De catalogus varieert van Internet-toegang voor particulieren en bedrijven, intranet of extranet, telegeneeskunde-applicaties en elektronische handel. Hij levert ook gratis inhoud op het Internet, met de interessante Belcast-site (www.belcast.be). Het belangrijkste project is ADSL ( Asynchronous Digital Subscriber Line), een formule die bedoeld is om een zeer snelle Internet-toegang te leveren.

EEN NIEUWE HOLDING.

Belgacom kiest voorlopig voor een strategie van niches. Om zich aan nieuwe activiteiten te wagen, neemt het participaties in kleine bedrijven. Het opvallendste voorbeeld is Skynet, een toegangsleverancier tot het Internet voor particulieren, die met 44.000 abonnees de nummer 1 is op zijn markt. Maar er zijn ook Belgacom Interpac, dat in dezelfde sector werkt, maar zich op bedrijven richt, DAD (geleid door Benoît Lips), dat gespecialiseerd is in het ontwerpen van websites, en Medibridge, actief in de telematica voor de medische wereld. Belgacom heeft ook een vinger in de pap bij de audiotel-diensten ( Paratel) en de elektronische handel ( Citius).

In februari 1997 werden al deze bedrijven gehergroepeerd in een holding onder leiding van John Goossens: BMV ( Belgacom Multimedia Ventures), met een kapitaal van 200 miljoen frank. Belgacom wil al zijn bedrijven laten renderen en bovendien meer verkeer scheppen op zijn netwerken, wat zich binnenkort moet tonen in de omzet van de afdeling Multimedia & Infohighways.

ONGENOEGEN.

Deze ontwikkeling op alle fronten lokt het nodige ongenoegen uit. Door zijn activiteiten uit te breiden met inhoud en diensten met toegevoegde waarde, neemt Belgacom het risico om te gaan concurreren met zijn eigen klanten of partners, en met jonge operators met geringere middelen. EUnet en andere Internet-leveranciers beschuldigen Belgacom ervan dat het oneerlijke concurrentie bedrijft, aangezien het tegelijk inkomsten haalt uit Internet-abonnementen en uit telefoonverbindingen.

Toch wil Skynet geen prijzenkraker zijn. Het heeft zijn grote penetratie te danken aan de marketing en reclame via Belgacom. “Die operaties worden aan Skynet gefactureerd,” legt Pascal Methens uit. En ook: “Als je alles in aanmerking neemt, is EUnet de grootste in de TCP/IP-netwerken ( nvdr – het Internet), en niet wij.”

GROTE PROJECTEN.

Al deze initiatieven blijven even gediversifieerd als bescheiden. De divisie zal haar sporen moeten verdienen met grote projecten. Het ADSL-net, dat in de eerste zes maanden van 1998 de pilootfase ingaat, zal tonen of Belgacom in staat is tot snelle innovatie. Op papier is de technologie indrukwekkend: de (koperen) telefoonlijnen worden zo snel dat ze het Internet geschikt maken voor de overdracht van videobeelden en geluid (8 megabit per seconde in plaats van 33,6 kilobit voor een traditionele modem – dus ongeveer 235 keer sneller).

In de praktijk weet men niets over de houding van de gebruikers, want ADSL is wel zowat overal getest maar wordt nergens commercieel uitgebaat. “Om onze tarieven te bepalen, moeten we weten welk gebruik van de diensten zal worden gemaakt, vandaar de testfase,” zegt Pascal Methens. ADSL zou na drie jaar rendabel moeten zijn, maar Belgacom heeft nog geen officiële beslissing genomen over de commercialisering. Uiteindelijk gaat het om een investering van meer dan een miljard. Misschien zal de ontwikkeling van Internet-tv (toegang tot het Internet via de televisie), die Belgacom eveneens bestudeert, ADSL dat doorslaggevende beetje charme meegeven. Voor Pascal Methens lijkt het in elk geval een uitgemaakte zaak. Hij denkt al verder: “We gaan nog sterkere dingen doen dan ADSL.”

RVA