MOREELS DOOR KABILA INGEBLIKT
KLAAR VOOR NIEUWE TURBULENTIES.
“Belgen, nù of nooit ?” schreef Trends op 17 juli 1997 over onze tanende politieke en economische invloed in Congo. Enkele dagen later zette België met staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking Reginald Moreels (CVP) als eerste Europees land officieel voet op Congolese bodem. De zakenwereld blijft niet achterwege : met het (niet echt enthousiaste) Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) organiseert de Belgische Dienst voor Buitenlandse Handel (BDBH) van 16 tot 20 september een eerste (politieke) handelsmissie naar Kinshasa. Tony Vandeputte (VBO) en Philippe de Buck van Overstraeten (Fabrimetal) leiden het klassieke groepje Congo-getrouwen.
Te vrezen valt dat de manier waarop de bilaterale samenwerking wordt hervat, weinig doordacht en even roekeloos is als onder Mobutu. Immers : tenzij Brussel beslist voortaan geen woord meer te reppen over schending van mensenrechten in het nieuwe Congo, legde Moreels de basis voor toekomstige wrijvingen met het Kabila-regime. En bijgevolg turbulenties in de zakenrelaties tussen de beide landen vandaag verwaarloosbaar, maar dat kan veranderen : over tien tot vijftien jaar krijgt centraal-Afrika dezelfde economische groeikramp als Zuidoost-Azië. In dat perspectief is het onverstandig de Belgische troeven in centraal-Afrika te verkwanselen. Te meer omdat de nieuwe generatie Congolezen verder kijkt dan “het kleine België”.
Moreels kent de uitschuivers van het Kabila-regime (er vielen al meer doden dan in 32 jaar Mobutu-dictatuur), maar toont plots begrip voor de machthebbers in Congo “omdat een rechtsstaat niet van de ene dag op de andere wordt opgebouwd.” Dat was ook het uitgangspunt van de in ’65 bejubelde Mobutu alsof een nieuw regime niet vanaf de eerste dag de basisbeginselen van een rechtsstaat zou moeten naleven ? De staatssecretaris verliest zijn moreel gezag. Enkele weken geleden beschuldigde hij, trillend van verontwaardiging, Kabila nog van volkenmoord op de Hutu’s.
Emoties lijken te wijken voor realpolitiek. Maar eigenlijk bezwijkt Moreels onder dezelfde gevoelens als Wilfried Martens in 1981 “voor dit land, zijn volk en zijn leiders.” Zonder het te beseffen, laat Moreels (en met hem de Belgische regering) zich vakkundig door Kinshasa de mond snoeren : Kabila en zijn Tutsi-entourage hebben de grootste roeper het zwijgen opgelegd de anderen zullen ook wel een toontje lager zingen. Want over de hoofden van Moreels en Jean-Luc Dehaene heen, was het Kinshasa te doen om legitimatie door de Europese Unie een meesterlijke zet (Mobutu had het niet beter gekund).
Moreels maakte het Kabila erg gemakkelijk : hij beging een eerste fout door zijn verontwaardiging over de slachtpartijen op de Hutu’s van de daken te schreeuwen, in plaats van de door hem veel geroemde (discrete) “terreindiplomatie” in te schakelen. Met als gevolg dat de staatssecretaris de minst geschikte Belgische politicus werd om deuropener te zijn in Congo. Maar dit soort subtiliteiten rond machtsdenken in Afrika overstijgt het Brusselse Wetstraat-milieu.
Moreels genoot het voordeel van de twijfel. Hij bewijst nogmaals geen Afrika-terreinkennis te hebben. Zijn eerste bezoek aan Ruanda was even desastreus, toen de staatssecretaris in Kigali met draaiende televisiecamera’s naar de gevangenissen toog. In volle Kabila-opmars bezocht hij Mobutu-land en dropte hij, net voor de inname van Kisangani, 20 ton geneesmiddelen voor de Hutu-vluchtelingen. Ze vervluchtigden in de natuur van zodra de staatssecretaris zijn hielen had gelicht.
REGINALD MOREELS (CVP) Verblindende emotie ondermijnt strategisch Congo-beleid.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier