MOEIZAAM HERSTEL

Textiel. Bij de jaarwisseling konden zowel Febeltex (textiel) als de Kledingfederatie op een beter jaar terugblikken dan in 1993 : omzet, produktie, leveringen en export stegen, hoewel het lichte herstel in beide sektoren sterk afhankelijk blijft van evoluties in het buitenland.

De duurdere Belgische textielexport staat nog steeds onder druk van devaluaties bij belangrijke konkurrenten als Portugal, Spanje, Italië, Groot-Brittannië en Turkije. Ook de scherpe konkurrentie uit het Verre Oosten blijft de sektor parten spelen. De invoer van konfektie uit de (goedkope) dollar-zone en de lage-lonenlanden overtreft nog steeds, in stijgende mate, de export van Belgische kledij.

In beide bedrijfstakken blijft de werkloosheid hoog. De laatste drie jaar daalde de tewerkstelling in de konfektie van 34.000 tot 30.000. Alleen in 1993 ging 11 % van de tewerkstelling in de kleding verloren, maar maatregelen uit het Globaal Plan (Maribel-ter en bijdragevermindering voor lage lonen) remden het verlies aan arbeidsplaatsen af. Daarom vindt de Kledingfederatie het behoud van de loonkostverlaging voor laaggeschoolden tot eind 1996 van cruciaal belang. In de textielbranche gingen een duizendtal (2 %) banen verloren van de nog 45.000 begin ’94. De produktiekapaciteit werd in textielbedrijven gemiddeld voor 78 % benut (72,6 % in ’93) ; in de kledingbranche was dat gemiddeld 71 % (68 % in ’93).

Eind ’93, begin ’94 trad in de textiel een herstel in waardoor de omzet dit jaar globaal met 7 % stijgt. Vooral subsektoren als tapijt, de katoensektor en de vlasspinnerij deden het beter ; andere sektoren zoals fluwelen meubelstoffen of de wolspinnerij boerden slechter.

Globaal bevindt de konjunktuurcurve zich in de textielsektor op het niveau van 1989, maar sinds de zomer gaat het opnieuw bergaf zonder vooruitzicht op een spoedig herstel in 1995. De gemiddelde nettorendabiliteit van de eigen middelen na belasting zou in ’94, omwille van de grotere volumes, iets beter kunnen zijn dan de povere 0,5 % in ’93.

Uit een recente enquête onder zijn leden vernam Febeltex Vlaanderen dat twee derde van de Vlaamse textielondernemingen nieuwe investeringen liever buiten Vlaanderen ziet gebeuren niet noodzakelijk ver weg, maar net over de taalgrens in Henegouwen of in Noord-Frankrijk. De Europese Struktuurfondsen worden bestempeld als konkurrentievervalsend. Niettemin stegen de investeringen afgelopen jaar met 20 % tot 14 miljard frank (in ’93 daalden zij met 15 % tot 11,5 miljard).

De Vlaamse textielondernemingen (85 % van de sektor) pleiten niet voor subsidies, maar wel voor gunstige fiskale stimuli als investeringsaftrek, lagere vennootschapsbelasting, vrijstelling voor extra tewerkstelling (dat zijn echter allemaal federale bevoegdheden).

Buiten samenwerking in welbepaalde domeinen zoals produktie, wetenschappelijk onderzoek en produktontwikkeling, verwacht twee derde van de Vlaamse textielbedrijven ook weinig heil van het clusterbeleid van de Vlaamse regering, omdat zij van mening zijn dat dit moeilijk kan werken in een konkurrentiële sektor als de textiel.

Het tekort aan industriegronden en het te strenge milieubeleid van de Vlaamse regering ervaren de meeste Vlaamse textielondernemingen als een bedreiging voor hun voortbestaan.

E.B.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content