Moegestreden Dehaeneûboy
Overwerkt? Frank Robben staat ervoor bekend een workaholic te zijn. Maar het indrukwekkende en vooral moeilijke parcours dat deze jurist van opleiding heeft gelopen, heeft ook zijn tol geëist.
De carrière van Robben startte in 1986 op 26-jarige leeftijd, toen Jean-Luc Dehaene ( CVP), de toenmalige minister van Sociale Zaken en Institutionele Hervormingen, hem in zijn kabinet opnam als specialist informatica (jurist Robben volgde bijkomende opleidingen inzake beleidsinformatica, informaticarecht, computerauditing en bedrijfskunde). Robben werd meteen een van de Dehaene-boys. Dehaene verzamelde op zijn kabinetten een team van hoogopgeleide intellectuelen, specialisten in hun vak die autonoom konden werken en regelmatig samenkwamen (zie Trends, 17 oktober 1996). Dehaene was de publieke figuur, zijn medewerkers de tweede onzichtbare lijn die de touwtjes van de macht samenbrachten. “Ik werk liever in stilte aan grondige hervormingen dan persaandacht te lokken met half werk,” zei Robben een half jaar geleden nog tijdens een van zijn zeldzame interviews.
Na afloop van hun kabinetsperiode werden de Dehaene-boys beloond met een belangrijke functie waardoor Dehaene via zijn netwerk voeling _ en meer dan dat _ had met het hele sociaal-economische bestel. Zo verliep het ook met Frank Robben. Na twee jaar Dehaene trok hij naar het kabinet van premier Wilfried Martens (CVP), waar hij onder meer het interne computernetwerk Bistel mee uitbouwde. Daarna nam Robben de leiding op zich van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, waarvan hij als kabinetsmedewerker mee de basis had gelegd.
De Kruispuntbank moet het gegevensbeheer in en tussen de diverse instellingen van de sociale zekerheid verbeteren. Robben: “Op de Kruispuntbank tellen we 250 miljoen gegevensuitwisselingen per jaar tussen de instellingen van de sociale zekerheid. Dat betekent een besparing van 250 miljoen papiertjes.” Zo’n 15.000 personen hebben toegang tot het netwerk. Robben heeft altijd beklemtoond dat de bank geen Big Brother is: “Alle gegevens bevinden zich in een gesloten elektronische enveloppe.”
Tien jaar had workaholic Robben nodig om de Kruispuntbank te brengen tot waar ze nu staat: een lichtend voorbeeld in Europa van modern overheidsmanagement. Maar dat heeft bloed, zweet en tranen gekost. Hij kreeg bijvoorbeeld enorm veel tegenkanting van conservatieve ambtenaren. “Ik hoop dat het bericht over de burn-out van Robben voor veel ambtenaren een signaal vormt dat de tegenwerking van de administratie moet stoppen,” zegt Kris Peeters, gedelegeerd bestuurder van de zelfstandigenorganisatie Unizo.
Robben nam natuurlijk een zware taak op zich. Als voorzitter van Fedict, het directiecomité van de Federale Overheidsdienst Informatie- en Communicatietechnologie, moest hij het e-governmentproject sturen: het inschakelen van de elektronische informatie-uitwisseling in het bestuur, niet alleen in de administratie maar ook in de contacten tussen burger en overheid. Het uiteindelijke doel van e-government is dat bedrijven bijvoorbeeld hun BTW-aangifte elektronisch kunnen indienen, of via het Dimona-systeem de aangifte van tewerkstellings- en ontslaggegevens via internet kunnen versturen. Of dat particulieren hun belastingaangifte on line kunnen afhandelen. Hij moest ook de invoering van de elektronische identiteitskaart, gepland voor 2003, voorbereiden. Robben kreeg daarvoor dertig specialisten te zijner beschikking, evenals een budget van 30 miljoen euro of 1,2 miljard frank per jaar.
De Belgische overheid koos bij zijn e-governmentproject voor de geleidelijke aanpak. Was Robben dan wel de geschikte figuur? Een insider: “Robben was een man met visie en bij de uitvoering van sommige plannen wou hij soms verder gaan dan anderen konden. Maar hij wist ook wanneer hij moest temporiseren.” Maar zelfs dan ging het volgens sommigen blijkbaar nog te snel.
Het vertrek van Robben betekent een serieuze streep door de rekening van federaal minister van Ambtenarenzaken Luc Van den Bossche ( SP.A). Nu telt de federale administratie nog maar één topmanager _ Luc Coene, de huidige kabinetschef van premier Guy Verhofstadt ( VLD) _ terwijl de federale overheidsdiensten er normaal veertien moeten hebben.
Luc Coene en Frank Robben werden in juli 2001 benoemd tot voorzitter van respectievelijk de Kanselarij en de Informatie- en Communicatietechnologie. Ze werden daarmee de eerste twee overheidsmanagers uit de Copernicus-hervorming. Kort daarna schorste de Raad van State de benoemingsprocedure voor de federale topambtenaren. Meteen werden twaalf topfuncties niet ingevuld. Dat was het resultaat van een robbertje dat enerzijds de PS en anderzijds Luc Van den Bossche aan het uitvechten waren over de selectie van topmabtenaren. Daar komt nog bij dat Robben eigenlijk de plaats van Eric Verhulst had ingenomen, die amper een jaar in dienst is geweest.
Van den Bossche moet dus voor de derde keer in twee jaar een nieuwe ICT-manager zoeken. Zeer met tegenzin wellicht, want tussen de katholieke Robben en de socialist Van den Bossche _ ook zo’n workaholic _ klikte het. Dat bleek midden dit jaar, toen de minister besloot een audit te laten uitvoeren over de elektronische veiligheid van de federale departementen. De resultaten waren onthutsend: er bleek een groot gebrek aan firewalls te bestaan. Een potentieel groot gevaar aangezien alle departementen met elkaar zijn verbonden _ een zwakke schakel is dan voldoende om het hele systeem te doen instorten. Robben heeft toen een aantal centrale knooppunten van Fedenet, het federale intranet, beveiligd. Hopelijk voorlopig zijn laatste wapenfeit.
Alain MoutonGuido Muelenaer
Guido Muelenaer
Frank Robben kreeg enorm veel tegenkanting van conservatieve ambtenaren.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier