“Modular draait, we zijn klaar voor overnames”
Toen Paul Rommens zijn troetelkind Modular in 2004 verkocht aan Partners in Lighting International (PLI) werd her en der vreemd opgekeken. Wat had de man die verlichting en design op elkaar liet rijmen, te zoeken in een groep met Massive, de Europese marktleider in consumentenverlichting? Paul Rommens vertelt waarom hij geen spijt heeft van zijn beslissing.
In het kantoor van Paul Rommens staan een lange vergadertafel en een bureau. Maar de meest prominente plek is voor de tekentafel. Ontwerpen was altijd al de passie van Rommens. Al van toen hij Vandaele Elektriciteit midden jaren zeventig overnam van zijn schoonvader, Gaston Vandaele.
In 1980 voerde hij met zijn bedrijf Inter-Beams laagspanningsverlichting in. Drie jaar later startte hij zelf met de productie van transformatorplaten voor de laagvoltlampjes (12v). Rommens’ creatieve ideeën over verlichting vielen in de smaak bij de architecten. “De vraag was heel groot naar goede verlichting. Architecten die iets speciaals wilden, vonden nergens hun gading in België. Wij waren bij de eerste bedrijven die lichtstudies uitvoerden op maat,” zegt de bevlogen ontwerper, die met Modular begin dit jaar de Henry Van de Veldeprijs kreeg van Design Vlaanderen.
Door het succes van zijn lichtstudies en de bijhorende designtoestellen zag Paul Rommens zich verplicht om een bedrijf te leiden. Een taak waarvan hij zich meer dan behoorlijk kweet. Toen hij Modular in april 2004 overliet aan Partners in Lighting International (PLI) werkten er honderd mensen voor hem en boekte het bedrijf een bedrijfsresultaat van 1,1 miljoen euro op een omzet van 22 miljoen euro.
Op visite bij Massive
Toch zat Modular op een dood spoor. Rommens, die op 22 maart zestig werd, zag dat zijn zoon Bernard een zo mogelijk nog groter creatief talent was dan hij. Hij besefte dat hij dat talent zou fnuiken als hij zijn zoon de verantwoordelijkheid over een volwassen bedrijf zou toeschuiven.
Niet alleen de opvolging was een probleem, Modular had na 2000 een groeiopstoot gekend en was te groot geworden voor de kantoren waar het huisde. Voor een nieuwbouw ontbrak echter het geld. Het bedrijf kampte ook met leveringsproblemen. “En door de scherpere concurrentie in de markt van de architecturale verlichting, zagen we dat onze productie te duur was geworden,” zegt Rommens.
Tussen 2002 en 2004 halveerde de nettowinst twee keer. Het was overduidelijk dat Modular zijn structuren dringend moest herzien. Op eigen kracht leek dat erg moeilijk. Paul Rommens nam daarom contact op met Partners in Lighting International (PLI), een holding die voor 85 % eigendom is van de Britse durfkapitalist CVC Capital Partners (de overige 15 % is in handen van het management). In de groep zitten onder meer Podium en Massive, de Europese marktleider in consumentenverlichting en bekend vanwege zijn genadeloze kostenefficiëntie – getuige daarvan de sluiting van de fabrieken in Kontich en Polen en de volledige overheveling van de productie naar Hongarije en China in 2005.
Rommens deed een voorstel om een soort joint venture op te zetten waarbij de logistiek en productie werden overgeheveld naar Massive, terwijl hij het creatieve gedeelte voor zijn rekening nam. PLI, dat met de idee speelde om te diversifiëren, zag zijn kans schoon om een eerste stap te zetten in de markt van de architecturale verlichting en deed een tegenvoorstel: Rommens zou volledig worden uitgekocht, maar mocht nog tot 2007 blijven als bestuurder. Belangrijker nog, de volledige creatieve eindverantwoordelijkheid voor de producten van Modular zou bij hem blijven.
Duitse Modularvestiging opgedoekt
Er volgde een hele reeks gesprekken. “Om een eigenaar-ontwerper te overtuigen, moet altijd een stukje emotionaliteit worden overwonnen,” zegt Redgy Adriaens, chief financial officer en vennoot van PLI. “Maar veel praten helpt. We zijn geregeld gaan eten. Dat we allebei uit West-Vlaanderen afkomstig zijn, heeft zeker geholpen.”
De overname werd beklonken in april 2004. Rommens zou nog een jaar de operationele leiding van het bedrijf op zich nemen en daarna een vrije rol krijgen als ‘creatief directeur’. Intussen zochten Rommens, Adriaens en Jules Noten, de chief executive officer van PLI, naar een algemeen directeur die Modular vanaf 2005 zou leiden. Dat werd Lieven Messiaen, voormalig algemeen directeur bij de vloerspecialist Forbo.
Na het doorhakken van de knoop was Paul Rommens in de eerste plaats opgelucht. “Ik wilde vooral dat de naam Modular op een goede manier kon blijven voortbestaan. Omdat ik voor een stuk in de zaak bleef, kon ik ook doorgaan met ontwerpen. Dat heeft het makkelijker gemaakt om de beslissing te nemen,” bekent Rommens.
Het belangrijkste gevolg was dat Modular zijn toestellen voortaan kon produceren in de Hongaarse fabriek van PLI en dat er een einde kwam aan de logistieke problemen. Maar PLI stelde ook in andere afdelingen orde op zaken. De commerciële opvolging van contacten die op beurzen worden gelegd, kregen een degelijke structuur, de geldverslindende Duitse vestiging van Modular werd opgedoekt, de Italiaanse werd gereorganiseerd via een agent en verhuisde van het provincienest Trieste naar de designstad Milaan.
“We hebben nu ook een management dat ervoor zorgt dat beslissingen niet alleen worden genomen, maar dat ze ook op alle niveaus worden uitgevoerd,” zegt Redgy Adriaens. “Het chaotische denken dat de basis vormt voor zoveel creativiteit, levert niet noodzakelijk de beste structuur voor een bedrijf. En als er geen structuur meer is, ontbreekt ook de voedingsbodem voor de creativiteit,” vat Adriaens het samen.
Kwallen voor het Oostendse casino
Niet iedereen begreep wat Modular – en de creatieve Paul Rommens – te zoeken had in een groep met Massive, dat altijd synoniem is geweest voor ‘gevoelloze’ massaproductie. “Vooral de distributeurs in het buitenland, die uitsluitend van Modular leven, hebben zich in het begin vragen gesteld,” zegt Rommens. “Maar het vertrouwen is helemaal terug. Klanten zijn vooral geïnteresseerd in de service die je kunt leveren. Als blijkt dat die verbetert en dat de prijzen op de koop toe aantrekkelijker worden, dan heb je ze snel mee.”
Modular ontwierp de zes reusachtige kwallen die in het vernieuwde casino van Oostende hangen en samen met de Duitse lichtdesigner Ingo Maurer bedacht het bedrijf uit Roeselare passende verlichting voor het gerenoveerde Atomium.
Die unieke projectmatige benadering zou verloren gaan na de overname, zo werd gevreesd. De Antwerpse architect Vincent Van Duysen, die al sinds de jaren negentig geregeld samenwerkt met Rommens, ziet daarvoor geen reden. “Het contact met Paul is niet veranderd sinds de overname. Integendeel, ik heb de indruk dat het nauwer is geworden. Nu hij verlost is van de praktische beslommeringen heeft hij meer tijd voor zijn grote passie, het ontwerpen van licht.”
PLI hoedt zich ervoor om de succesvolle laboratoriumsfeer van Modular dood te knijpen. “Wij mengen ons niet in het creatieve proces,” verzekert Redgy Adriaens, die samen met Jules Noten in het bestuur zit van Modular. “De ondernemingen binnen de groep werken vrij autonoom. Niet alleen op het vlak van O&O, zij bepalen ook zelf welke toestellen in productie gaan en wat er in hun catalogus komt. Modular krijgt ook de volledige vrijheid om door te gaan met projectwerk.”
Paul Rommens beaamt dat hij zich niet beperkt voelt in zijn vrijheid. “Hadden ze mij op de vingers gekeken, dan zat ik hier nu niet meer. En ik zit hier nu toch al twee jaar. De grote sterkte van Modular is onze creativiteit. Als je die zou kwijtspelen, blijft er alleen een lege doos over.”
Overnames in het verschiet
PLI ziet voor Paul Rommens een belangrijke rol weggelegd in het bedrijf. Ook na 2007, wanneer zijn bestuursmandaat bij Modular afloopt. “We zouden hem graag erbij hebben in de raad van wijzen die we oprichten om onze tak van architecturale verlichting verder uit te bouwen,” zegt Redgy Adriaens.
Dat comité, dat zal worden geleid door Lieven Messiaen en waar ook architecten zoals Van Duysen deel van kunnen uitmaken, moet toekijken op de integratie van de geplande acquisities in de architecturale afdeling van PLI. Rommens helpt alvast bij de zoektocht naar geschikte overnames. “Het gebeurt dat ik op prospectie ga. Ik kijk waarmee andere mensen bezig zijn. En dat bespreken we hier dan binnenskamers,” zegt hij.
Na de herfinanciering van mei vorig jaar ( nvdr – de financiële schuld van 265 miljoen euro werd gedempt met 350 miljoen euro vers kapitaal; het verschil werd uitgecasht aan de aandeelhouders) werd samen met de banken onder meer een acquisitielijn opgezet. “PLI is klaar voor overnames,” zegt Adriaens. “Modular draait, de migratie naar het verre Oosten is afgerond en de financiën zijn geherstructureerd.”
Ook CVC, dat eind mei 2005 de geplande verkoop van PLI heeft afgeblazen, lijkt na de geslaagde recap weer gemotiveerd. “Zij hebben de wens uitgedrukt om de volgende drie jaar door te gaan met dezelfde aandeelhouders,” aldus Adriaens.
Hoever het staat met de nieuwe overnameplannen kan Redgy Adriaens niet zeggen. “Er lopen op dit moment concrete gesprekken. Voor een bedrijf in de consumentenverlichting is er een due diligence getekend. Ik verwacht dat we in de loop van 2006 een overname doen in de architecturale verlichting en mogelijk nog een in de consumentendivisie.”
En Paul Rommens? De lichtontwerper vindt niet dat hij zijn ziel heeft verkocht door zijn troetelkind over te laten. “Absoluut niet. Sinds de overname ben ik nog geen enkele dag met tegenzin hiernaartoe gekomen. Meer nog. Het doet deugd om te zien dat de cijfers op het einde van het jaar goed zijn. Ook al is het bedrijf niet langer van mij, ik zie veel liever dat het floreert dan dat het ten onder zou gaan. Daar zou ik het moeilijk mee hebben gehad.”
Wouter De Broeck
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier