Mobiel bellen is oorlog

De telecomoperatoren voeren een verwoede strijd om de tarieven voor mobiele telefonie en zien hun inkomsten en marges verdwijnen als sneeuw voor de zon. Wie wordt de winnaar?

De halfjaarresultaten van de telecomoperatoren ogen bijzonder somber. Mobistar, Base en — in mindere mate — Proximus hebben matige resultaten bekendgemaakt over hun mobieletelefoniesegment. Ze betalen het gelag voor de prijzenoorlog die ze tegen elkaar voeren sinds de telecomwet in oktober 2012 in werking is getreden. Sindsdien kunnen klanten hun abonnement na zes maanden zonder kosten opzeggen. Dat heeft heel wat consumenten ertoe aangezet om van operator te veranderen. De operatoren hebben daarop gereageerd door almaar scherpere tarieven aan te bieden — wat precies de bedoeling van de wetgever was. Die strategie heeft zo goed gewerkt dat de tarieven voor mobiele telefonie met 20 procent zijn gedaald, volgens een schatting van minister van Economie Johan Vande Lanotte (sp.a).

De klanten mogen zich in de handen wrijven, maar de operatoren doen dat veel minder. Ze waren gewend geraakt aan een stabiele Belgische markt en aan bevroren posities. Verscheidene jaren bleef de top drie ongewijzigd: Proximus (40,3 procent marktaandeel in 2012, cijfers van het BIPT), gevolgd door Mobistar (30,9 procent) en uiteindelijk Base (24,6 procent). Telenet gooide het eerste zandkorreltje in het raderwerk door in juli 2012 zijn King- en Kong-aanbod te lanceren. Het vervolg was een lange kettingreactie waarvan de operatoren nu de schade opmeten.

Mobistar, het gewonde dier

De winstwaarschuwing die Mobistar de wereld instuurde, sloeg in als een bom. Daarin werd aangekondigd dat de omzet tegen eind dit jaar wellicht met 12 procent daalt en dat de ebitda met 39 procent achteruitgaat. De schuldige was al gauw gevonden: de regelgeving. De beperking van de afgiftekosten (de kosten die de ene operator kan factureren aan de andere), de plafonnering van de roamingtarieven voor gesprekken naar het buitenland en de telecomwet zouden verantwoordelijk zijn voor de barre prestatie van de onderneming.

Dat is allicht wat kort door de bocht. De regelgeving geldt voor alle actoren in de sector. Maar Mobistar vindt dat Belgacom wordt bevoordeeld door zijn positie op de vastetelefoniemarkt — een erfenis van zijn vroegere monopolie. Die zou de historische operator in staat stellen agressiever te opereren in het mobiele segment, in de wetenschap dat het in elk geval de hoofdvogel afschiet met zijn triple-playpacks (tv, internet en vaste telefoon).

Dat is gedeeltelijk waar, maar Mobistar betaalt ook voor strategische vergissingen. Dat die zijn begaan, wil CEO Jean-Marc Harion slechts node toegeven. Op de markt van de vaste telefonie heeft Mobistar zijn kaarten allesbehalve oordeelkundig uitgespeeld. Drie jaar nadat Mobistar TV met luide trom werd opgestart, heeft de tweede operator van het land zich teruggetrokken uit de residentiële vaste markt. De keuze voor satelliettechnologie was duidelijk niet geschikt voor de Belgische gebruiker, die nauwelijks vertrouwd is met paraboolantennes. Door die dienst te schrappen, stuurde de operator een erg negatief signaal uit naar de klant die eraan dacht zich te abonneren op een latere dienst van Mobistar, zodra de opening van de kabel een feit is.

De wazige positionering op het mobiele segment heeft Mobistar beslist ook parten gespeeld. De operator zat geprangd tussen de premiumstrategie van Belgacom en de prijzenpolitiek van Base, en handelde veeleer op goed geluk. De nieuwe tarievenstructuur, die verwijst naar dieren zoals de panter, de dolfijn en de eekhoorn, moest het aanbod vereenvoudigen. Helaas, elk dierenplan is onderverdeeld in drie abonnementen. Om aan die kakofonie een mouw te passen heeft Mobistar al enkele dieren langs de weg achtergelaten. Maar daarmee is het nog altijd ver verwijderd van het King- en Kong-aanbod van Telenet, dat massaal in de smaak valt bij de klanten.

Base, de eeuwige uitdager

Tussen de winstwaarschuwing van Mobistar en de beter dan verwachte resultaten van Belgacom heeft zich de lachende derde, Base, gedeisd gehouden. De bekendmaking van zijn resultaten werd net op het juiste moment overschaduwd door een nieuwtje dat gunstig werd onthaald door de markt: de verkoop van E-Plus, een filiaal van KPN (het moederbedrijf van Base), aan de Spaanse groep Telefónica. Intussen krijgt Base het wel zwaar te verduren. Trouw aan zijn strategie als uitdager, heeft de operator duchtig deelgenomen aan de prijzenoorlog. Het resultaat: zijn mobiele inkomsten, zijn inkomsten per klant en zijn rendabiliteit — een ebitda van -29 procent tussen het eerste halfjaar van 2012 en 2013 — kalven in dezelfde mate af als die van Mobistar.

Voorlopig wordt Base gered door de groei van zijn klantenbasis. Het is erg actief in het segment van de prepaidkaarten (75 % van zijn cliënteel), maar het wordt ook sterker op dat van de postpaidabonnementen. Dat is goed nieuws voor de operator, omdat de inkomsten per klant gevoelig hoger liggen in de niche van de abonnementen.

Base heeft nog een andere reden om hoopvol te zijn: de onderneming is niet helemaal afwezig op de vaste telefoniemarkt. In februari lanceerde het Snow. Dankzij een akkoord met Belgacom voor het gebruik van zijn VDSL-netwerk werpt Base zich nu op als een lagekostenuitdager op de triple-playmarkt. Het filiaal van KPN blijft echter discreet over het aantal abonnees dat is ingegaan op dat nieuw aanbod, dat volgens de operator niet onmiddellijk rendabel is. We mogen ook niet vergeten dat de lagekostenmarkt relatief beperkt is en dat ook Belgacom er zich sinds kort via zijn filiaal Scarlet eveneens op waagt.

Proximus, de leider die prijsbreker werd

Belgacom-baas Didier Bellens leverde met nauwelijks verholen genoegen commentaar op de halfjaarresultaten van zijn bedrijf. Maar de marktleider kon het moeilijk slechter doen dan Mobistar en Base. De beleggers hebben de bekendmaking trouwens gunstig onthaald: de koers van het aandeel veerde in de loop van de dag met bijna 10 procent op. De dubbele impact van de telecomwet en de intrede van Telenet op de mobiele markt heeft de operator volop geraakt. “Maar we hebben goed gereageerd”, verzekerde Bellens.

Om de weerslag van de klantenrotatie te fnuiken die de telecomwet in gang heeft gezet, heeft Proximus veel agressievere tariefplannen ingevoerd. “We hebben nooit een prijzenslag ontketend”, verdedigt Bellens zich. Het was eerder de bedoeling meer te bieden — belminuten, sms’jes en data — voor dezelfde prijs. Maar het resultaat is hetzelfde als bij een prijsbrekersoperatie: het aantal abonnees is sterk toegenomen, ten koste van het inkomen per klant. Dat geldt vooral voor de businessklanten, van wie het inkomen per klant in een jaar tijd met 17 procent is gedaald.

Maar de doelstelling werd bereikt: Belgacom heeft zijn postpaidklantenbasis flink verstevigd. Dat gebeurde in de context van de verschuiving van vooraf betaalde kaarten naar abonnementen, die door de telecomwet meer flexibiliteit bieden — een evolutie die in heel de sector wordt vastgesteld. Het is ook het gevolg van de overstap van klanten van de concurrentie — vooral Mobistar — naar Proximus.

De keerzijde van de medaille is dat de mobiele inkomsten in vrije val zijn. Maar in tegenstelling tot Base en Mobistar beschikt het autonome overheidsbedrijf over een te duchten wapen: zijn vaste netwerk. “Onze convergentiestrategie geeft ons een voordeel tegenover de mobile-only-concurrenten”, zei Bellens bij de bekendmaking van de halfjaarcijfers. In tegenstelling tot de prijzen van de mobiele telefonie, die aanzienlijk zijn afgegleden, worden de triple-playtarieven van Belgacom elk jaar geïndexeerd. Gezien het groeiende succes van die formule (1,28 miljoen abonnees voor de packs) en de minder agressieve concurrentie op die niche, heeft de marktleider daar nog uitstekende vooruitzichten. Vooral omdat de kortingen op mobiele abonnementen die aan de klanten met een vaste lijn worden gegeven, vruchten beginnen af te werpen. En daarmee wordt de retentie- en convergentiestrategie van de operator bekrachtigd: 20 procent van de Belgacompacks omvat nu een mobiel abonnement.

GILLES QUOISTIAUX

De mobiele operatoren betalen het gelag voor de prijzenoorlog die ze tegen elkaar voeren sinds de telecomwet in oktober 2012 in werking is getreden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content