MISSION IMPOSSIBLE 2

Patrick Claerhout
Patrick Claerhout redacteur bij Trends

Karel De Boeck moet de restbank Dexia leiden. Onder meer de pas verschenen memoires van Jean-Luc Dehaene geven een beter inzicht in de enorme uitdaging waarvoor de oud-Fortis-bankier staat.

“Het was een echte mission impossible”, zo omschrijft oud-premier Jean-Luc Dehaene, in zijn memoires die deze week verschijnen, zijn taak als bestuursvoorzitter van de gevallen bankgroep Dexia. “Ik had geen flauw benul wat me te wachten stond, maar dat het een moeilijke en ondankbare klus zou worden, bleek uit de duidelijke ondertoon van innige deelneming bij de gebruikelijke felicitaties. ‘Goede moed’, klonk het meestal.”

Dat hij toch de job aanvaardde, was omdat premier Yves Leterme heel snel moest handelen en niemand anders achter de hand had. “En ook wel omdat mijn ijdelheid gestreeld werd. Men bleek mij eens te meer nodig te hebben”, zegt een eerlijke Dehaene, die enkele bladzijden verder ootmoedig toegeeft dat hij en CEO Pierre Mariani faalden in hun opdracht. Maar volgens Dehaene was dat een geval van heirkracht. ” We did our best. Maar de weg te werken erfenis woog te zwaar en de eurocrisis waarop we geen vat hadden, deed ons de das om.”

Had Dehaene de rol van bestuursvoorzitter van Dexia beter geweigerd? “Het is zeker een van de weinige opdrachten die ik inderdaad zou weigeren als ik kon herbeginnen”, schrijft de oud-premier, die meerdere keren beklemtoont dat het geen goed idee was om een politicus te kiezen. Hij onderschrijft volledig een van de conclusies van het parlementair onderzoek naar Dexia. Benoem geen politici meer in de raden van bestuur van overheidsbedrijven.

Dehaene begreep heel snel dat hij als BV-politicus en niet-bankier kwetsbaar was bij Dexia. “Bovendien had het feit dat Mariani geen woord Nederlands sprak tot gevolg dat ik – zeker in de Vlaamse media – vaak als woordvoerder moest optreden. Daardoor ontstond de perceptie dat wij een duo vormden en werd er nog nauwelijks een onderscheid gemaakt tussen de CEO en de voorzitter van de raad van bestuur. Terwijl dat zowel juridisch als feitelijk verschillende functies zijn. Het is het uitvoerend comité onder leiding van de CEO, dat het bedrijf runt, niet de voorzitter.”

“Wat ook vaak uit het oog verloren werd, is dat ik zetelde als onafhankelijk bestuurder”, beklemtoont Dehaene. “Ik vertegenwoordigde dus niet de staat noch de andere Belgische aandeelhouders. Als voorzitter was het mijn taak, in het voordeel van het bedrijf, een consensus tussen de verschillende belangen na te streven.”

Motiverende pitbull

Zal Karel De Boeck het beter doen dan Dehaene? Er zijn alleszins een aantal objectieve verschillen tussen de twee. De Boeck is een bankier in hart en nieren. Hij kent het financiële systeem van binnen en van buiten. Hij liet banken samensmelten (ASLK en Fortis) en opdelen (ABN Amro). Als hoofd van Fortis, in de moeilijkste periode in het bestaan van de bankgroep, bracht hij de toxische kredieten in een apart vehikel onder (Royal Park Investments) en gaf de holding de kans een doorstart te nemen als verzekeringsgroep (Ageas).

Oud-medewerkers omschrijven De Boeck als een man met een fenomenaal analytisch vermogen, hard en veeleisend. “Hij is een pitbull, maar ook iemand die mensen kan motiveren. Iemand die bereid is de mouwen op te stropen en die snel ingewerkt is.” Kortom, the right man in the right place. De verwachting is dat hij maar twee of drie jaar bij Dexia blijft, maar dat kan genoeg zijn om een basis te leggen voor een ordentelijke afwikkeling.

Ongetwijfeld speelden ijdelheid en eerzucht ook bij De Boeck een rol om de job te aanvaarden. De 65-jarige voorzitter van boek.be is een zeer belezen man die weet wat mensen drijft, vanity is all. Maar wie met hem praat, beseft dat hij ook heel erg hecht aan het opnemen van verantwoordelijkheid, en dat dat bij hem geen pose is. Hij aanvaardde de rotjob bij Fortis en kreeg op een algemene vergadering schoenen naar zijn hoofd gesmeten. Net zoals zijn goede vriend Jos Clijsters aan boord kwam bij Dexia Bank België (Belfius) toen de moederholding water maakte. “Je bent er niet alleen voor het gemakkelijke werk”, zei hij in oktober in een interview in Trends.

De Boeck heeft ook het voordeel dat de Belgische staat zijn lesje geleerd heeft. Waar Dehaene nog voorzitter was, moet De Boeck tot bestuurder benoemd worden met de bedoeling hem nog voor de zomer CEO van de restbank te maken. In die functie zou hij de dagelijkse leiding in handen krijgen, in opvolging van Pierre Mariani, een Fransman die verweten wordt te veel de Franse belangen verdedigd te hebben. De machtswissel is logisch tegen de achtergrond van de verdeling van de staatswaarborgen voor de financiering van Dexia. België draagt met 60 procent het gros van de risico’s.

“Er is een grote behoefte aan een indringende Belgische controle”, geeft Dehaene in zijn memoires toe. “Door de 60/40-verhouding in de staatswaarborg draagt België het zwaarste risico, terwijl de erfenis-portefeuille vooral binnen DCL (het Franse filiaal van Dexia) beheerd wordt. Het zou goed zijn mocht de Belgische CEO voortaan ook CEO van DCL worden.” Naar verluidt, is dat het scenario dat de Belgische overheid met De Boeck voor ogen heeft.

Misschien liggen de Fransen er niet eens wakker van dat een Belg DCL gaat leiden. Met Dexia Municipal Agency (DexMA) staan ze op het punt de mooiste Franse brok uit de groep te halen. Rond DexMa wordt in samenwerking met de staatsholding CDC en La Banque Postale een nieuwe financiële instelling opgezet die instaat voor de financiering van de lokale overheden in Frankrijk. Daarmee is voor de Fransen – wat de redding van Dexia Bank België voor de Belgen was – de belangrijkste doelstelling bereikt.

Activa inkrimpen

Maar op die manier blijft natuurlijk ‘de rommel’ achter bij Dexia. En het woord ‘rommel’ slaat in dit geval niet zozeer op de kwaliteit van de activa, zoals bij Fortis het geval was, maar op de moeilijkheid om die activa te financieren. Dexia kapseisde door een verkeerd businessmodel: een enorme portefeuille langetermijnkredieten en obligaties werd op korte termijn gefinancierd op de interbankenmarkt. Met die erfenis kampt de restbank nog altijd. Per eind 2011 bedroeg het liquiditeitstekort 88 miljard euro. Door gewaarborgd schuldpapier uit te geven en een beroep te doen op goedkope ECB-kredieten kon dat bedrag in het eerste kwartaal gedrukt worden tot 61 miljard euro.

Over de liquiditeitsproblemen van Dexia verklaarde De Boeck in oktober 2011 in Trends: “Het is toch vreemd dat je 100 miljard moet lenen op de interbankenmarkt en dat je tegelijk een portefeuille activa van 100 miljard hebt. Was het echt niet mogelijk sneller activa te verkopen? Natuurlijk verlies je dan marge, maar je vermindert ook de risico’s. Dat is toch een van de grote lessen uit de bankencrisis: zorg dat je niet te afhankelijk bent van de interbancaire markt. Zorg dus dat je activa krimpen.”

De uitdaging waarvoor De Boeck staat, is niet min. Volgens Dehaene zal de run off van Dexia van lange duur zijn, maar kan ze beheersbaar blijven als aan drie voorwaarden voldaan wordt: de goedkeuring van het herstructureringsplan door Europa, een staatswaarborg van 90 miljard euro zodat Dexia zich op de markt kan herfinancieren en een lage vergoeding voor die staatswaarborg of de omzetting van de te betalen premie in kapitaal. “Het is dan zelfs niet onmogelijk dat er aan het einde van de rit een zekere waarde kan worden gerealiseerd”, zegt Dehaene, die duidelijk laat uitschijnen dat de instemming van de Europese Commissie de grootste hinderpaal wordt.

Faillissement is niet verstandig

Dehaene klinkt nog redelijk optimistisch, een ander verhaal krijgen we van Bernhard Ardaen in zijn pas verschenen boek ‘Tijdbom Dexia, de inside story’. Ardaen werkte bijna twintig jaar als bedrijfsadvocaat en juridisch adviseur voor Dexia. In 2010 stapte hij op. Ardaen biedt een heldere inkijk in het bedrijf en zijn manier van werken. Aan het einde van zijn boek overloopt hij enkele mogelijkheden voor een liquidatie. De minst verstandige optie is die van een faillissement of een bruuske uitverkoop. Dat zou de Belgische staat meteen tientallen miljarden kosten. Luc Coene, gouverneur van de Nationale Bank, schatte de kostprijs van een faillissement van Dexia op 125 miljard euro.

De facto is Dexia verplicht de achtergebleven kredieten en obligaties op zijn balans te houden en ze op de goedkoopst mogelijke manier te blijven financieren tot ze op vervaldag of zo dicht mogelijk in de buurt komen. Het probleem is dat deze portefeuille maar een gemiddelde opbrengst van 30 tot 40 basispunten oplevert, terwijl Dexia op dit moment gemiddeld 100 basispunten rente betaalt als vergoeding van de staatswaarborg.

Volgens Ardaen is Dexia structureel verlieslatend a rato van 2 tot 3 miljard euro per jaar. CEO Mariani spreekt dat tegen. Hij herhaalt dat het alleen de dure staatswaarborgen zijn die de holding in het rood duwen. In elk geval worden de verliezen niet langer gecompenseerd door de winst van operationele en commerciële activiteiten, die zo goed als allemaal verkocht zijn of worden.

Wat rest, is een financiële instelling in afbouw met een balans van 250 miljard euro (nu is dat nog 400 miljard), waarvan de activa volgens Ardaen uiteenvallen in drie grote blokken. De eerste twee zijn bekend: 100 miljard euro leningen (van de bankfilialen Crediop in Italië, Sabadell in Spanje, DCL in Frankrijk en DKD in Duitsland) en een erfenisportefeuille obligaties en internationale kredieten die na de verkoop van BIL (Luxemburg) nog zo’n 60 miljard euro groot is.

Minder bekend is het derde blok activa. Volgens Ardaen gaat het om een pakket obligaties ter waarde van 90 miljard euro die Pierre Mariani in 2008 heel snel uit de available for sale-portefeuille lichtte en op een andere post in de boekhouding onderbracht, waardoor de effecten niet tegen marktwaarde gewaardeerd moesten worden. Volgens Ardaen weet niemand precies welke activa de verschoven portefeuille herbergt. Maar als de holding in afbouw gaat, is de kans groot dat ook die activa tegen marktwaarde in de boeken moeten worden opgenomen. Dat kan volgens Ardaen leiden tot nieuwe boekhoudkundige verliezen en een verdere aantasting van het eigen vermogen van de holding.

Naast de financieringskosten is dus ook de boekhoudkundige waardering van de activa, afhankelijk van het statuut dat de holding krijgt, van essentieel belang om de afwikkeling van de groep ordentelijk te laten verlopen. Want een stootkussen om nieuwe verliezen op te vangen, heeft Dexia niet meer. Geconsolideerd is er nog 7,6 miljard euro eigen vermogen, maar na de verrekening van niet-gerealiseerde minwaarden zakt dat cijfer onder nul.

Synthetische bad bank

Wat moet er nu gebeuren? Gouverneur Coene zei het al in het parlement: op een gegeven moment zal, hoe dan ook, het kapitaal van Dexia versterkt moeten worden. Hoe hoger het eigen vermogen, hoe groter het stootkussen om eventuele verliezen op te vangen, en hoe kleiner de kans dat de overheidswaarborgen moeten aangesproken worden. Maar welke aandeelhouder of overheid is bereid kapitaal te storten in de bodemloze put die Dexia lijkt te zijn?

Helaas is er geen alternatief. Of toch? Ardaen doet een lovenswaardige poging. Hij stelt voor naast Dexia een synthetische bad bank op te richten, die CDS’en uitschrijft ( credit default swaps, een soort verzekering tegen wanbetaling) om de waardeschommelingen op Dexia’s obligatieportefeuille in te dekken.

Een specialist in financieringsvehikels zegt dat er weinig kans bestaat dat de overheid in zo’n scenario meestapt. “De voorgestelde oplossing is misschien minder slecht voor Dexia, maar de risico’s worden via het nieuwe vehikel gewoon doorgesluisd naar de overheid. Voor de belastingbetaler lost dit scenario niets op. Misschien gaat de balans van Dexia er iets beter uitzien, waardoor de restbank gemakkelijker geld kan ophalen. Maar dat valt nog te bezien. Een goede financieel analist kijkt hier zo doorheen.”

Bovendien kan je je afvragen of de overheid het zich naar de publieke opinie toe kan veroorloven een vehikel te financieren dat CDS’en op Dexia uitschrijft. Voor de buitenwereld zijn swaps zo al speculatieve instrumenten die geen goede reputatie genieten. Als ze dan ook nog eens deel uit maken van een complexe constructie die alleen technici begrijpen, is de kans klein dat een politicus hieraan zijn vingers wil verbranden.

Memoires. Jean-Luc Dehaene, 2012, Uitgeverij Van Halewyck.

Tijdbom Dexia, de inside story. Bernhard Ardaen, 2012, Periscoop Producties/Deadline.

PATRICK CLAERHOUT

“BENOEM GEEN POLITICI MEER IN DE RADEN VAN BESTUUR VAN OVERHEIDSBEDRIJVEN” Jean-Luc Dehaene

“JE BENT ER NIET ALLEEN VOOR HET GEMAKKELIJKE WERK” Karel De Boeck

“HET IS NIET ONMOGELIJK DAT ER AAN HET EINDE VAN DE RIT EEN ZEKERE WAARDE KAN WORDEN GEREALISEERD” Jean-Luc Dehaene

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content