Miró en Chaplin

In het Zwitserse stadje Martigny zet de Stichting Gianadda de schilder Joan Miró en filmmaker Charles Chaplin in het zonnetje.

Charlie Chaplin en een Zwitserse kunststichting. Het lijkt op het eerste gezicht een merkwaardige combinatie. Toch heeft de Chaplin-keuze zo haar redenen : het is immers in het Zwitserse Vevey dat de schepper van de onvergetelijke ” Tramp” en de maker van ” Modern Times” de laatste jaren van zijn leven doorbracht. Omdat het dit jaar 20 jaar geleden is dat Chaplin overleed, bracht de Stichting Gianadda een nieuw gebouw in gereedheid, waar allerlei Chaplin-memorabilia te bekijken zijn : documenten, foto’s, persoonlijke archiefstukken, persknipsels. Vanzelfsprekend worden er ook films van Chaplin vertoond.

Maar Martigny verdient dit jaar vooral extra aandacht omwille van de evenementen rond Miró, een van de reuzen van de 20ste-eeuwse kunst. Miró is, samen met Picasso en Dali, één der drie groten van het Spaanse kunstgebeuren. Ook de kunst van Miró vertoont op bepaalde momenten nogal wat surrealistische trekjes. Hij was een heuse dichter met pen en penseel, die al heel vroeg tekst en schilderij, woord en beeld samenbracht. Miró waagde zich trouwens ook geregeld aan ceramiek en beeldhouwwerk.

Wanneer hij in 1920 in Parijs arriveert, leert Miró er Masson, Tanguy, Ernst en Prévert kennen. Op en top een geestelijk zwerver, beweerde Miró altijd dat zijn zuivere kinderziel ongerept was gebleven. Hij slaagt erin de barokke, uitbundige gulheid van een Gaudí te combineren met het azuur van de Middellandse Zee en met een veelheid aan non-figuratieve uitdrukkingsvormen, die sterk verwant zijn met de “onderbewuste” écriture automatique van dadaïsten en vroege surrealisten.

Nadat hij de ongebreidelde rijkdom van de kleur ontdekt, ontwikkelt Miró vrij snel een eigen vocabularium. Onder invloed van fauvisten en cubisten, gaat hij in 1924 een totaal andere richting uit, waar hij dicht in de buurt komt van de surrealisten. Dat blijkt vooral uit een aantal zeer minutieus uitgewerkte en extreem efficiënte werken, zoals zijn ” Ceci est la couleur de mes rêves“. Met een lijnvoering die sterk aan Klee doet denken, creëert Miró pictogrammen en onaardse, vluchtige wezens, waarbij vooral motieven uit de natuur als inspiratiebron dienen : een sprinkhaan, een blauwe zomerhemel, een vogel, kinderogen. Geschokt door de Spaanse Burgeroorlog, kiest hij in zijn werk voor agressieve, messcherpe kleuren, met een geur van bloed.

Jean-Louis Prat, die de tentoonstelling in Martigny samenstelde, selecteerde 100 werken van Miró, van hele kleine tekeningen tot grote sculpturen en een indrukwekkende reeks werken op doek. Aan de hand daarvan kan de bezoeker een artistieke levensweg volgen die steevast van uitzonderlijke kwaliteit blijkt.

Alain Delaunois

“Joan Miró” in de Fondation Gianadda, 1920 Martigny (Zwitserland). Nog tot 11 november. Alle dagen van 9 tot 19 uur. Info : tel. (00-41) 26.22.39.78.

Joan Miró Hoofd brons.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content