Mipim wordt strijdtoneel voor de brexit
De internationale vastgoedbeurs Mipim maakt zich op voor een rondje armworstelen rond de brexit. Londen verdedigt in Cannes zijn status van belangrijkste Europese metropool. Andere steden presenteren zich graag als alternatief voor de Engelse hoofdstad.
De brexit komt uitgebreid aan bod in het conferentieprogramma van Mipim. Het overkoepelende thema van de internationale vastgoedbeurs luidt dit jaar A New Deal for Real Estate. Zal de brexit ook de kaarten van het Europese vastgoedlandschap grondig door elkaar schudden? De Britten lijken er niet gerust op, getuige hun talrijke en prominente afvaardiging naar Mipim. Zo zal een stevige delegatie van de Britse regering neerstrijken in een eigen paviljoen in het Palais des Festival van Cannes. Dat is du jamais vu in 28 jaar Mipim. De boodschap is bekend: Londen en de andere Britse steden blijven ook na de brexit aantrekkelijk voor vastgoedinvesteerders en -ontwikkelaars.
Tamás Polster, internationaal partner en hoofd van de afdeling strategic consulting EMEA bij de vastgoedadviseur Cushman & Wakefield (C&W), twijfelt er niet aan dat de brexit tot verhuisbewegingen uit Londen richting het Europese continent zal leiden. Hij maakt wel een onderscheid tussen een impact op korte en op middellange termijn. “Op korte termijn zal vooral de financiële sector in de City de impact voelen. Zeker in de activiteiten waaraan zogenaamde passporting rights zijn verbonden.” Die rechten om financiële diensten te verlenen aan de EU-lidstaten dreigt het Verenigd Koninkrijk te verliezen na de brexit. Banken en andere financiëledienstverleners nemen het zekere voor het onzekere en bestuderen vertrekscenario’s voor dat type activiteiten. Enkele spelers, onder meer HSBC en Barclays, hebben al aangekondigd dat ze verhuisplannen hebben.
De impact op middellange termijn is breder, meent Tamás Polster. “Dan gaat het over de vraag of bedrijven hun Europese hoofdkantoor in Londen houden. Londen is nu een populaire vestigingsplaats omdat het de enige echte wereldstad is in Europa. Maar kan Londen die status behouden voor bedrijven als meer dan 70 procent van hun afzetmarkt buiten het Verenigd Koninkrijk ligt?” Voorlopig kijken de meeste bedrijven de kat uit de boom, weet Polster. “We krijgen veel opdrachten om verhuisoperaties te bestuderen, maar voorlopig vallen weinig beslissingen.”
Brussel niet in beeld
C&W publiceerde onlangs een uitgebreid rapport over de gevolgen van de brexit voor de vastgoedwereld (Where in the World Post Brexit). Daarin schuift de internationale vastgoedadviseur ook mogelijke winnaars naar voren (zie kader Kandidaat-winnaars van de brexit). Brussel is daar niet bij. Het rapport rept met geen woord over onze hoofdstad. “Ik heb al geprobeerd Brussel te positioneren als alternatief, want de stad heeft zeker troeven, maar dat is geen gemakkelijke oefening”, zegt Polster. “We krijgen meestal geen carte blanche. Bedrijven hebben vaak zelf een voorkeur voor enkele steden. Het is dan aan ons die tegen elkaar af te wegen. Brussel staat helaas zelden in die shortlists.”
Wat de financiële sector betreft, heeft Brussel het nadeel dat de stad al lang geen gewicht meer heeft als financieel centrum. Tamás Polster. “Geen enkele financiële instelling overweegt van nul te beginnen in een stad. Bedrijven bekijken waar ze al een gebouw, mensen, infrastructuur, systemen enzovoort hebben en geven aan die plek hun voorkeur om een deel van de Londense activiteiten te vestigen.” Maar Brussel heeft ook gewoon zijn imago tegen, meent Tamás Polster. “We beseffen in België onvoldoende dat velen Brussel beschouwen als de hoofdstad van het internationale terrorisme en dus als een onveilige, belegerde stad. Het imago van Brussel in het buitenland, en zeker in Londen, is bar slecht. Het ligt voor bedrijven zeer moeilijk hun kader- en topmedewerkers te vragen naar Brussel te verhuizen.”
Marnix Galle, de voorzitter van de projectontwikkelaar Immobel en van de Belgische afdeling van het Urban Land Institute (ULI), relativeert dat. “De terroristische dreiging speelt niet alleen Brussel parten”, zegt hij. “Alle Europese hoofdsteden zitten in hetzelfde schuitje.” Maar Galle bevestigt wel dat Brussel weinig kans maakt als alternatief voor Londen. “Misschien dat we een of andere internationale instelling die een nieuwe locatie zoekt, kunnen verwelkomen. Maar de private sector? Vergeet het.”
Een studie van ULI uit 2016 over de aantrekkelijkheid van Brussel als zakenstad stipt vooral het institutionele kader aan als pijnpunt. Het ontbreekt Brussel aan visie, strategie en coördinatie en de stad wordt ook slecht gepromoot, luidt het. “Ik zie heel veel goede wil”, zegt Galle. “Maar onze politieke structuren maken een efficiënt en coherent beleid onmogelijk. Kijk naar de discussie over de geluidsnormen voor de luchthaven. Daar verdwijnen banen bij de vleet, maar de politici geraken het zelfs niet eens over hoe ze zullen vergaderen.”
Tamás Polster maakt een gelijkaardige analyse. “Een bedrijf dat overweegt een buitenlandse vestiging te openen, heeft klassiek twee aanspreekpunten: een locatieadviseur, zoals onze afdeling bij C&W, en het promotieagentschap voor investeerders. Hoe zit dat in België? Vlaanderen heeft FIT, Wallonië heeft Awex en de naam van het Brusselse agentschap ken ik zelfs niet. Buitenlandse investeerders begrijpen dat niet. Er is niets mis met sterke regionale promotieagentschappen – Ierland en Duitsland hebben die ook – maar je moet ook wel een centraal, coördinerend agentschap hebben.”
Ook in arbeidsreglementering en -kosten scoort Brussel onder het gemiddelde. “We doen het even slecht als Frankrijk”, oordeelt Polster. “Maar voor een klein land en een kleine stad is dat pijnlijker. We zouden er juist alles aan moeten doen om de handicap van onze beperkte schaal te compenseren. Dublin doet dat wel. Dat is een kleine stad in een klein land, maar alle andere indicatoren zijn er top.”
Niet dat Brussel geen troeven heeft. Vooral haar centrale ligging in Europa maakt de stad erg aantrekkelijk. “Voor de 500 grootste bedrijven is Brussel de best geconnecteerde stad in Europa”, weet Polster. “Je staat in twee uur in Londen, Parijs, Amsterdam en de grote Duitse steden. Dat is ongeëvenaard.” Ook de ruime aanwezigheid van hooggeschoold talent en de goede talenkennis in de regio zijn sterktes die Brussel kan uitspelen. “De levenskwaliteit is hier ook goed”, stelt Polster. “Brussel is een aantrekkelijke stad, met een rijk cultureel aanbod, betaalbare woningen en goede internationale scholen. De meeste expats zijn heel tevreden over Brussel.”
Krachten bundelen
Die grote tevredenheid bij Brusselse expats wijst er volgens Polster op dat de Brusselse zwakte in grote mate een imagokwestie is. Het goede nieuws is dat een slecht imago gekeerd kan worden. “Polen heeft dat goed begrepen”, zegt Polster. “Het land heeft enorme inspanningen geleverd om zijn imago in het buitenland te verbeteren. Met succes.” Marnix Galle is het ermee eens, maar benadrukt dat de inhoud ook belangrijk is. “Je maakt als stad geen naam of reputatie op een vastgoedbeurs. Was het maar zo gemakkelijk.”
Brussel kan op het gebied van vastgoed nog vrij eenvoudig stappen vooruit doen. Vandaag mist onze hoofdstad ambitieuze stedenbouwkundige ontwikkelingen, projecten die werken, ontspanning, cultuur, onderwijs en wonen combineren. “Overal in Europa staan zulke live, work and play-projecten op stapel”, zegt Polster. “Denk aan HafenCity in Hamburg, Rive Gauche in Parijs, King’s Cross in Londen of zelfs Corvin Promenade in Boedapest. Brussel en België blijven intussen de bedrijfswagen en de suburbanisatie promoten, met kantoorontwikkelingen in de periferie.” De vastgoedontwikkelaar Galle pleit voor enige clementie voor Brussel. “Brussel is een stad van 1 miljoen inwoners. Je kunt in een stad van die omvang niet dezelfde dynamiek creëren als in grootsteden als Londen of Parijs.”
Galle en Polster zijn het erover eens dat een groter Brussel slagvaardiger het strijdtoneel zou kunnen betreden. “Ik weet dat het politiek weinig slaagkansen heeft, maar met een Brussels Metropolitan Area die ook Vlaams- en Waals-Brabant omvat, speel je meteen in een veel hogere categorie.” De krachten bundelen met andere steden kan een alternatief zijn. Zo werken de grootste vier steden van Nederland (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, en Utrecht) al samen onder de noemer G4. Marnix Galle is het idee genegen, maar maakt zich weinig illusies. “We hebben met ULI ooit geprobeerd de burgemeesters van twee grote steden op een podium te krijgen. Zelfs dat bleek onmogelijk.”
Laurenz Verledens
“Het imago van Brussel in het buitenland, en zeker in Londen, is bar slecht. Het ligt voor hen zeer moeilijk hun kader- en topmedewerkers te vragen naar Brussel te verhuizen” – Tamás Polster, Cushman & Wakefield
“Je maakt als stad geen naam of reputatie op een vastgoedbeurs. Was het maar zo gemakkelijk” – Marnix Galle, Immobel
“Brussel is een aantrekkelijke stad, met een rijk cultureel aanbod, betaalbare woningen en goede internationale scholen. De meeste expats zijn heel tevreden over Brussel” – Tamás Polster, Cushman & Wakefield
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier