Minstens één uur economieles per week?

Vlaams Minister van Onderwijs Marleen Vanderpoorten wil de ondernemingszin van jongeren aanwakkeren door ‘ondernemen’ in de eindtermen op te nemen. “Een constructief voorstel, maar met een gevaarlijke angel,” zegt Peter Druyts van de Vereniging van Leraren in de Economische Wetenschappen.

“Aangezien het vak Economie niet in de basisvorming van het onderwijs zit, tenzij dan in de specifiek economische keuzerichtingen, kan ‘ondernemerschap’ alleen als vakoverschrijdende eindterm worden opgenomen. Dat betekent dat de school en de leraren die vaardigheid op de een of andere manier moeten nastreven,” zegt Peter Druyts, voorzitter van de Vereniging van Leraren in de Economische Wetenschappen (VLEW). “In de praktijk zal een school één keer per jaar een halve dag uittrekken om een ondernemer naar de klas te halen, of om een bedrijfsbezoek te organiseren. In het beste geval krijgen de leerlingen dus wat sympathie voor de betrokken onderneming, maar een coherent beeld meegeven van de complexe ondernemerswereld is op die manier uitgesloten.”

PETER DRUYTS (VERENIGING VAN LERAREN IN DE ECONOMISCHE WETENSCHAPPEN). “De helft van de leerlingen van het secundair onderwijs, zowel in het ASO, TSO als het BSO, krijgt het vak economie totaal niet. In een vak als geschiedenis komen ze wel eens in aanraking met economie, maar dan wordt de stof doorgaans gegeven door niet-economen en ontbreekt soms de kritische zin. De richting latijn-wiskunde levert knappe koppen af die later topfuncties zullen bekleden, maar ze hebben nooit gehoord van beperkte aansprakelijkheid, een balans of een businessplan. Hoe kunnen die jongeren de ondernemerswereld inschatten als ze zelfs de basiskennis niet beheersen? Veel talentvolle jongeren durven geen eigen zaak te beginnen omdat het een stap in het onbekende is. Daarom moeten alle leerlingen uit het secundair onderwijs economie krijgen, al is het maar één uur per week in het vijfde en zesde jaar secundair onderwijs. We vragen dit al 25 jaar en iedereen vindt dat het moet, maar geen minister die het in de praktijk brengt.”

Toont de jeugd interesse voor economie en ondernemen?

DRUYTS. “Ja, zeker als het vak niet droogweg technisch wordt gedoceerd, maar als er kritisch vertrokken wordt van actuele problemen. Dan doen de leerlingen graag aan economie, zowel algemene als bedrijfseconomie.”

Welk beeld heeft de jeugd van een ondernemer of van de vrije markt?

DRUYTS. “Wie lessen economie volgt vanaf veertien jaar, vormt zich tegen zijn achttiende een heel ander beeld van economie dan wie op die leeftijd nog nooit heeft gekregen. De ingewijden staan veel positiever tegenover ondernemen. Ze weten dat bedrijven niet met alle zonden Israëls overladen moeten worden, maar dat ze ook welvaart scheppen. Die leerlingen stappen ook met een kritischere en bredere blik door het leven. Ze beseffen bijvoorbeeld beter dat met de oorlog in Irak ook economische belangen gemoeid waren. Wie geen economie kreeg, heeft een enger wereldbeeld.”

D.K.

“Wie op school economie krijgt, weet dat bedrijven niet met alle zonden Israëls overladen moeten worden, maar dat ze ook welvaart scheppen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content