MINDERHEIDSAANDEELHOUDERS. BLIJVEN ZE DE MINDERE ?

Amid Faljaoui Directeur van de Franstalige Roulartamagazines

De nieuwe hervorming van het vennootschapsrecht die onlangs in het Belgisch Staatsblad werd gepubliceerd, houdt een grondige wijziging in van sommige bepalingen van de gekoördineerde wetten op de handelsvennootschappen. Jean Scalais, medewerker van minister van Justitie Melchior Wathelet (PSC), drukte een aantal veranderingen door om de belangen van de minderheidsaandeelhouders te verdedigen. En dit zéér tegen de zin van de holdings, die een waar tegenoffensief openden. Maar de konservatieve lobby, onder meer gesteund door het Verbond van Belgische Ondernemingen en… baron Jan Huyghebaert (Almanij) haalde bakzeil.

Was de zorg van de holdings terecht ? Eric Coppieters, stichter van Déminor, een vereniging die gespecializeerd is in de verdediging van minderheidsaandeelhouders, denkt van niet. Hij legt uit waarom.

– TRENDS. Wat vindt u positief aan deze hervorming van het vennootschapsrecht ?

– ERIC COPPIETERS. De wetgeving bevat in essentie twee belangrijke aspekten. Enerzijds het nieuwe artikel 60 en 60 bis, dat de belangenkonflikten regelt. Anderzijds de bepalingen die in niet-genoteerde bedrijven een einde kunnen maken aan tegenkantingen tussen aandeelhouders die de normale werking van het bedrijf zouden beïnvloeden.

– Het vroegere artikel over de belangenkonflikten was vatbaar voor kritiek. Dat is onder andere in de zaak BBL-ING gebleken. De wetgever heeft daarmee dus rekening gehouden…

– Zonder te technisch te worden, mogen we niet vergeten dat er een behoefte bestond. Er moest een regeling komen voor de potentiële konflikten tussen het persoonlijk belang van de bestuurder en het sociaal belang van de vennootschap waarin hij zetelt. De grote nieuwigheid van de hervorming ligt in het feit dat ze ook de situaties regelt die specifiek zijn voor groepen van bedrijven. Dat gebeurt door artikel 60 bis, dat zoveel ophef veroorzaakt.

– Dat artikel wordt als een maatregel tegen de holdings bestempeld…

– Dat kon men inderdaad hier en daar lezen. Maar voor we daar dieper op ingaan, moeten we even stilstaan bij de vroegere situatie. In het verleden ging men ervan uit dat een holding die een meerderheidsparticipatie bezit in een bedrijf en dus veel zeggenschap heeft in de benoeming van de bestuurders geen belangenkonflikten kende. Dat is helemaal niet waar ! Bij Déminor stellen we die belangenkonflikten dagelijks vast. Ze zijn zelfs wenselijk, omdat ze een groep bedrijven in staat stellen te funktioneren. Op één voorwaarde : er moeten beperkingen zijn. Ik weet dat sommige zeer vooraanstaande juristen artikel 60 bis bij zijn verschijning als een stap terug in plaats van een stap voorwaarts beschouwden.

– Hadden ze echt ongelijk ? Zullen de holdings niet overstelpt worden door het papierwerk, nu ze verplicht worden om voor of na elke beslissing die tot een belangenkonflikt kan leiden omslachtige rapporten op te stellen ?

– Daar ben ik het niet mee eens. Volgens mij gaat het veeleer om een voorzorg. Vergeet niet dat de sanktie van artikel 60 bis in fine bestaat uit het betalen van een schadevergoeding. Het bedrijf moet dus benadeeld zijn. Dit veronderstelt niet noodzakelijk biezonder zware juridische administraties of sekretariaten. Er was gewoon een veiligheidsmaatregel nodig voor de echt belangrijke operaties. En als men toch een uitgebreid juridisch sekretariaat moet hebben om aan de verplichtingen te voldoen, dan toont dat alleen maar de noodzaak van de wetswijziging aan : het bewijst a contrario dat er heel veel konflikten bestaan. Nogmaals, artikel 60 bis heeft in zijn huidige vorm alleen tot doel de holdings in volledige doorzichtigheid aan bepaalde problemen te laten werken, zonder aan hun macht te raken. Ik denk dat het hun geloofwaardigheid veeleer zal versterken.

– Zijn andere maatregelen van deze hervorming van aard om de minderheidsaandeelhouders beter te verdedigen ?

– Eigenlijk kunnen de maatregelen even voordelig zijn voor de meerderheidsaandeelhouders.

– Maar waaruit bestaan ze ?

– Eenvoudig gesteld zou ik ook hier zeggen dat het gaat om een geheel van maatregelen die het mogelijk maken om beweging te brengen in een situatie waarin de organen van een bedrijf door de houding van één of meer aandeelhouders geblokkeerd zijn. Ofwel door een dwarsliggende minderheidsaandeelhouder te verwijderen, ofwel door de minderheidsaandeelhouder die vindt dat zijn belangen geschaad worden de kans te geven de meerderheidsaandeelhouder te dwingen zijn aandelen over te kopen. Deze benadering is duidelijk geïnspireerd door het Nederlandse recht. Nu hebben we, bij Déminor, een onderzoek gevoerd over de toestand in Nederland. We kunnen alleen vaststellen dat we op dit domein erg weinig gevallen van jurisprudentie hebben gevonden, hoewel onze noorderburen al heel lang een dergelijke wetgeving kennen.

– Waarom ?

– Volgens de Nederlandse experts is de grootste verdienste van deze wet het feit dat ze niet in juridische procedures wordt toegepast. Met andere woorden, gewoon het feit dat ze bestaat, is genoeg om de transaktie af te dwingen. Is er een betere beveiliging mogelijk ? Ik hoop dat het invoeren van deze maatregelen een einde zal maken aan alle onverzettelijkheid die momenteel in de niet-genoteerde bedrijven heerst.

– Was het echt nodig om de minderheidsaandeelhouders nog beter te beschermen ? Volstond de vorige wetgeving niet ?

– Neen. Neem het geval van de “minderheidsaktie” : ik stel vast dat ze in de praktijk onbruikbaar is. Ten eerste omdat de minderheidsaandeelhouder de kosten van de juridische stappen zelf moet dragen. Ten tweede omdat het eventuele voordeel van zijn aktie aan het geheel van het bedrijf en van de aandeelhouders ten goede komt. Dit is niet bepaald motiverend.

AMID FALJAOUI

ERIC COPPIETERS (DÉMINOR) Ook holdings die een meerderheidsparticipatie bezitten, kennen belangenkonflikten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content