Minder werk, minder loon, minder promotie
Volgens een rapport van de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid krijgen vrouwen in vergelijking met hun mannelijke collega’s nog altijd 8,5 procent minder betaald, is hun pensioen 26 procent lager en zijn hun promotiekansen kleiner. Nochtans is de positie van de vrouw op de arbeidsmarkt sterk verbeterd.
Vrouwen zijn het slimmere geslacht, leren ons de objectieve statistieken. Ze presteren beter op de schoolbanken, hebben een hoger opleidingsniveau en vinden sneller werk dan mannen. “Maar die voorsprong op de arbeidsmarkt verdwijnt zodra het ouderschap zich aandient. De achterstand die dan ontstaat, halen de vrouwen niet meer in”, zegt Steven Vanackere, vicevoorzitter van de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid.
Wel is de vooruitgang onmiskenbaar. In 1995 was amper de helft van de vrouwen actief op de arbeidsmarkt, nu twee derde. Dat betekent natuurlijk ook dat één op de drie vrouwen nog altijd niet werkt of geen werk zoekt. “We hebben de voorbije 25 jaar veel vooruitgang geboekt”, zegt Steven Vanackere.
Ook de kloof met de mannen is flink kleiner geworden. Het genderverschil in werkgelegenheid daalde van 24 procentpunt in 1995 tot 8 procentpunt in 2021, terwijl dat verschil in Europa gemiddeld nog altijd 11 procentpunt bedraagt. Het betere resultaat van België is weliswaar veeleer te danken aan de stagnatie van de mannelijke werkgelegenheidsgraad.
‘Keuze’ voor gezin
Vrouwen die achteropblijven op de arbeidsmarkt, is dat een gevolg van persoonlijke keuzes die volwassen mensen in onderling overleg maken, of van oude structuren, die nog diep ingebakken zitten in de samenleving? “We hebben in de Hoge Raad stevig gedebatteerd over het woord ‘keuze’ en hebben het tussen aanhalingstekens geplaatst. Als een koppel ‘keuzes’ maakt over wie grotendeels voor de kinderen zal zorgen, dan wordt vaak voor de minst verdienende partner gekozen. Dat is nog altijd vaak de vrouw”, zegt Vanackere.
“Zo versterken de oorzaken en de gevolgen van een lagere participatiegraad van vrouwen elkaar”, zegt Maud Nautet, econoom van de Nationale Bank en een van de auteurs van de studie. “Vrouwen staan nog altijd het meest in voor de opvoeding van de kinderen en het runnen van het huishouden. De combinatie van werk en gezin blijft toch vooral vrouwen en niet mannen voor een dilemma plaatsen. Op de arbeidsmarkt zijn vrouwen vaker deeltijds aan het werk. Ze onderbreken ook vaker de loopbaan of verminderen de werktijd. Die beslissingen leiden naar banen die minder kansen bieden of minder loon opleveren.”
Vaak is deeltijdse arbeid een oplossing om werk en gezin te combineren. De werkgelegenheidsgraad van vrouwen is de voorbije decennia flink gestegen, precies omdat heel wat vrouwen deeltijds aan de slag gingen. Vandaag zijn vier op de vijf deeltijdse werknemers vrouwen. De loonkloof tussen mannen en vrouwen neemt af, maar is nog niet verdwenen. In 2020 lag het vergelijkbare brutoloon van vrouwen lag 8,5 procent lager dan dat van mannen, volgens het Instituut voor de Gelijkheid van Mannen en Vrouwen. “Met een geharmoniseerde methodologie raamt Eurostat het verschil in brutoloon op 5,3 procent in 2020. België is een van de beste leerlingen in Europa. De genderverschillen stapelen zich in de loop van een carrière op en vertalen zich ook in een lager pensioen. In 2021 bedroeg het pensioenverschil tussen mannen en vrouwen 26 procent”, zegt Maud Nautet.
De combinatie van werk en gezin blijft vooral vrouwen en niet mannen voor een dilemma plaatsen’ MAUD NAUTET, NATIONALE BANK
De lagere lonen zijn ook een gevolg van de keuzes van beroep en sector. “De genderkloof is ook sectoraal. Vrouwen specialiseren zich eerder in onderwijs, gezondheidszorg en persoonlijke dienstverlening. Mannen kiezen eerder voor de industrie, de bouw, het transport of de IT”, zegt Steven Vanackere.
Ook discriminatie eist een tol in het carrièreverloop, want vrouwen krijgen minder snel promotie. “Slechts 14 procent van de leidinggevende functies wordt bekleed door een vrouw. Bij de Europese beursgenoteerde bedrijven is slechts 8 procent van de CEO’s een vrouw. Op directieniveau is het vrouwelijke aandeel slechts 21 procent. In België zijn die percentages nog lager. Hier is slechts 6 procent van de CEO’s een vrouw en is slechts 14 procent van de directiefuncties in handen van een vrouw”, zegt Maud Nautet.
Wat moet veranderen?
De overheid en het bedrijfsleven hebben al tal van maatregelen genomen, zoals opleggen van quota of het mogelijk maken van telewerk en flexibele werktijden. “Maar sommige maatregelen kunnen negatieve gevolgen hebben voor de loopbaan”, waarschuwt de Hoge Raad. “Ouderschapsverlof vermindert de werkervaring en het loon. Sommige werkgevers zien de keuze voor ouderschapsverlof ook als een signaal van een minder professionele inzet.” Het aanbieden van voldoende en betaalbare kinderopvang geeft vrouwen de kans om te blijven werken en de mogelijke negatieve effecten van ouderschapsverlof te vermijden, adviseert de Hoge Raad.
De Hoge Raad wil ook duwen tegen de sociale normen. Dat kan bijvoorbeeld door het verplicht te maken ouderschapsverlof gelijk te verdelen tussen de ouders, om zo de investering in onbetaald gezinswerk beter te spreiden. Of door te pleiten voor een transparanter beleid rond verloning en promoties, om loonverschillen en discriminatie te bestrijden.
Nog enkele opmerkelijke vaststellingen
? 47 procent van de vrouwen tussen 25 en 64 jaar heeft een diploma van het hoger onderwijs. Bij mannen is dat maar 38 procent.
? 51 procent van de vrouwen neemt loopbaanonderbreking om op de kinderen te passen. Bij de mannen is dat 7 procent.
? 3 procent van de vrouwen heeft nooit gewerkt, om op de kinderen te kunnen passen. Bij de midden- of hooggeschoolde mannen zo goed als niemand.
? Vrouwen met een voltijds contract werken gemiddeld 37 uur per week. Mannen maken meer overuren en werken 39 uur per week.
? Vier op de vijf mensen die deeltijds werken zijn vrouw.
? 80 procent van de eenoudergezinnen heeft een vrouw aan het hoofd.
? Vrouwen besteden 40 procent meer tijd aan huishoudelijke taken en ruim 35 procent meer tijd aan de zorg voor en de opvoeding van de kinderen.
? Het ouderschap verlaagt het inkomen van vrouwen met 20 tot 30 procent en de participatiegraad met ruim 10 procent. Een vader heeft 5 procent meer kans op werk dan een man zonder kinderen.
? De kosten van kinderopvang zijn hoog. Bij een gemiddeld loon gaat 60 procent van het extra inkomen verloren aan kinderopvang.
? Op vergelijkbare basis verdienen vrouwen in België 5,3 procent minder dan mannen. In Europa bedraagt de gemiddelde loonkloof 13 procent.
? Het gemiddelde pensioen van vrouwen is 26 procent lager dan het gemiddelde pensioen van mannen.
? 82 procent van de directiecomités van Belgische beursgenoteerde bedrijven telt hoogstens één vrouw.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier