Minder ambtenaren volstaat niet

Nu er zowat overal gepleit wordt om via meer overheidsinvesteringen de slabakkende economie ademruimte te geven, is het opvallend stil geworden bij de herauten van een afgeslankte overheid. Ze lijken niet direct een antwoord te hebben op het argument dat een uitgebreid overheidsapparaat in deze barre tijden een absolute must is. Dat komt omdat ze de voorbije jaren te veel gefocust hebben op het aantal ambtenaren dat volgens hen moest afvloeien. Nu eens moesten het er 10.000 minder zijn, dan weer 25.000.

Vincent Van Quickenborne (Open Vld), Alain Destexhe (MR), Jean-Marie Dedecker (LDD) of Rudy Aernoudt voeden het debat, maar gaan met hun pleidooien wat kort door de bocht. Toen UCL-hoogleraar en Itinera-vorser Jean Hindriks een paar weken geleden zijn boek over een efficiëntere overheid voorstelde, noemde hij de pleidooien om lineair over alle niveaus het aantal ambtenaren te verlagen “communistisch”. Hindriks stelt terecht dat een afgeslankte en efficiëntere overheid kan en moet, maar dat sector per sector bekeken moet worden welke afslankingen nodig zijn.

Dat efficiëntiedebat mag eindelijk ook bij ons op gang schieten. Want in België is er voor extra overheidsinvesteringen om de economie draaiende te houden weinig ruimte. De publieke sector bedraagt zo’n 50 procent van het bbp, een van de hoogste cijfers in Europa. Als de overheid de groei wil ondersteunen, dan moet dat gebeuren via meer efficiëntie. Daarbij moeten twee paden worden bewandeld.

Het eerste houdt inderdaad verband met het aantal ambtenaren. Maar dan moet elke sector en elk beleidsniveau apart worden doorgelicht. Waarom is het aantal regionale en lokale ambtenaren de voorbije jaren zo sterk togenomen? Op een pasklaar antwoord blijft het wachten. Dat dit verband houdt met extra bevoegdheden die van de federale naar de regionale overheden werden overgeheveld, klopt volgens een OESO-onderzoek niet.

Een ander – vaak verwaarloosd – aspect is de nood aan een modern personeelsbeleid bij de overheidsdiensten. In een interview met Trends verklaren de voorzitters van de twee grote overheidsvakbonden dat ze geen graten zien in bijvoorbeeld meer jobmobiliteit. De statutaire hindernissen voor de mobiliteit van ambtenaren tussen de overheidsdiensten en -niveaus wegwerken, lijkt voor hen geen probleem. Normaal eigenlijk, want de interne mobiliteit van de ambtenaren bedraagt een schamele 0,3 procent.

Maar het blijft onduidelijk of de vakbonden ook op andere terreinen willen meewerken aan een modern humanresourcesbeleid. Zo is het grootste deel van de pre-mies en carrièreopportuniteiten afhankelijk van formele vaardigheden (zoals een geslaagd examen) en niet van werkelijke prestaties. Daarnaast blijft het wachten op een ernstig instrument dat transparante informatie verstrekt over het ziekteverzuim. En wat te denken van het recht op twintig dagen ziekteverlof per jaar van de federale ambtenaren? Daar verandering in brengen, staat zonder meer gelijk met een revolutie in de overheidsdiensten. Maar nu er meer dan ooit nood is aan een goed werkend overheidsapparaat, mag die revolutie niet op zich laten wachten. (T) Focus.

“Continu kappen op het aantal ambtenaren is ziekelijk”, blz. 8

Door Alain Mouton

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content