Milquet vrijgevig met verlof
Een van de opvallendste elementen in het nieuwe werkgelegenheidsplan van minister Joëlle Milquet is haar pleidooi voor een betere balans tussen werk en vrije tijd. Zo wil de minister dat de laatste twee weken van het zwangerschapsverlof gespreid kunnen worden in de tijd. Daarnaast zou het vaderschapsverlof (tien dagen) eveneens kunnen worden gespreid over de eerste vier maanden na de geboorte. Milquet wil ook het adoptieverlof uitbreiden, net als het rouwverlof en de vakantie die dient om voor zieke kinderen te zorgen.
Aan de andere kant wil de minister van Werk dat de sociale partners werk maken van een systeem van loopbaanrekening waarbij werknemers langer of korter kunnen werken in functie van hun privésituatie. De werkgeversorganisaties zijn niet echt enthousiast over de plannen van Milquet, omdat die vooral zouden leiden tot een uitbreiding van de verlofregelingen. Unizo-topman Karel Van Eetvelt had het zelfs over een “minister van Vakantie in plaats van een minister van Werk”. Unizo pleit eerder voor een levensloopregeling die de systemen van loopbaanonderbreking vervangt.
Werkgevers benadrukken al langer dat België royaal omgaat met het aanbieden van allerlei verlofsystemen. In België bestaan 24 gesubsidieerde verlofstelsels, vooral om familiale redenen. Het staat daarmee aan de Europese top. Uit een Establishment Survey on Working van de Dublin Foundation blijkt: 61 procent van alle ondervraagde Belgische ondernemingen telde over een periode van drie jaar werknemers met familiaal verlof. Enkel Zweden en Finland (met 80 procent en meer) scoren hoger. Volgens een analyse van het VBO kennen andere EU-lidstaten een uitgebreider ouderschapsverlof dan België (maximaal drie maanden voltijdse onderbreking per kind), maar “wordt dat ruim gecompenseerd door het unieke stelsel van tijdskrediet dat werknemers recht geeft op een onderbreking van minimaal een jaar voltijdse onderbreking tot vijf jaar in sommige sectoren”.
De invoering van systemen als ouderschapsverlof en tijdskrediet heeft het aantal Belgen dat deeltijds of voltijds de loopbaan heeft onderbroken doen toenemen van 60.820 onderbrekers in 1997 tot 233.319 onderbrekers in 2007.
Als tegengewicht voor deze flexibiliseringsystemen pleiten de Belgische werkgevers al lang voor een ‘annualisering’ van de arbeidstijd. Daarbij moet op jaarbasis een bepaald aantal uren worden gepresteerd. Dat aantal kan dan, afhankelijk van pieken en dalen, flexibel worden ingevuld. Werkgevers pleiten ook voor een langere arbeidsduur op jaarbasis. Die ligt in België met 1571 uren tamelijk laag. Het Europese gemiddelde van aantal gewerkte uren op jaarbasis bedraagt 1708 uren.
A.M.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier