Mikken op doe-het-zelvers
Uitzendbedrijven mogen nu zelf werven en selecteren en kunnen een beroep doen op het databestand van de VDAB. Dat opent nieuwe perspectieven. Vedior heeft zijn strategie klaar.
De laatste dag van maart keurde het Vlaams parlement het decreet over de private arbeidsbemiddeling goed. Daarmee verloor de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) zijn monopolie. Maar dat was de facto al langer het geval. Belangrijker is de opheffing van het verbod om tegelijk uitzendarbeid, werving en selectie en outplacement aan te bieden.
Vedior, nummer twee op de uitzendmarkt, komt als eerste met zijn strategie naar buiten. “Het wordt geen revolutionaire verandering, wel een interventie in de diepte,” zegt Thierry De Coster, gedelegeerd bestuurder van Vedior in België. Grote marktverschuivingen verwacht hij niet. “Outplacement is met zijn één miljard frank omzet een te kleine en zelfs krimpende markt. Maar ook werving en selectie is een kleine markt. In 1998 werd daar een omzet van vijf miljard frank gerealiseerd, waarvan een deel consulting. Uitzendarbeid haalde 84 miljard.”
Dat is wel geen eerlijke vergelijking. Die vijf miljard is pure exploitatiemarge; in de 84 uitzendmiljarden zitten ook de lonen van de uitzendkrachten vervat. De eigenlijke exploitatiemarge bedraagt ongeveer 15%, dus 12,5 miljard frank.
Maar goed, dat blijft toch aanzienlijk méér dan werving en selectie. En daarom denkt De Coster dat Vedior zich meer op de unserved audience, de doe-het-zelvers, zal richten dan op marktaandelen van de wervings- en selectiebureaus af te pikken. “Uit een studie van het Hiva ( nvdr – Hoger Instituut van de Arbeid, KU Leuven) blijkt dat, wat de instroom van werknemers betreft, uitzendkantoren 9% marktaandeel hebben, wervings- en selectiekantoren 2%, de VDAB 15%, maar vooral dat 74% het zonder externe tussenkomst doet,” verklaart Thierry De Coster. “Van die 74% kan heel wat geëxternaliseerd worden en dat is een veel grotere markt dan de vijf miljard van werving en selectie.”
Competentie in huis.
Uitzendbedrijven hebben steeds moeten werven en selecteren. Voor simpele jobs gebeurt dat “quick and dirty”, voor gespecialiseerde functies gaat het er grondiger aan toe. De Coster: “Eén vestiging op de vier bezit een testcentrum, dat werkt met psychologen en geïnformatiseerde instrumenten. We hebben daar zeer veel in geïnvesteerd en samengewerkt met de KU Leuven.”
De Coster vindt de uitval van Ivan De Witte van het selectiebureau De Witte & Morel dan ook ongepast. Onlangs zei De Witte dat hij zijn hart vasthield als al die uitzendkantoren ook zouden gaan selecteren. “We hebben de competentie in huis,” reageert De Coster.
Toch zijn er verschillen. Uitzendkantoren werken op grotere schaal, industrieel zegt De Coster, tegen het ambachtelijke van de selectiekantoren. Vandaar dat Vedior zich in de eerste plaats gaat richten op uitvoerend personeel, onder de noemer van het huidig uitzendbedrijf en vanuit de vestigingen met een testcentrum.
“De selectie van hoger gekwalificeerden voor een vaste baan overwegen we in een aparte organisatie onder te brengen,” zegt De Coster.
Vedior heeft nu al twee bedrijven. In Gent is dat Insel, een acquisitie, en in Brussel Talentscan Recruitment Consulting, zelf opgericht.
Nog niet alles is uitgekristaliseerd. De Coster: “Ergens moeten we onze grens trekken. Headhunting gaan we zeker niet doen, want dat vloekt met ons uitzendberoep. Bepaalde vormen van consultancy, assessment bijvoorbeeld, kan er wel nog bij. Organisatie-audits is nog de vraag. Outplacement zullen we niet doen, maar bepaalde vormen die passen in een “mobiliteitsproject” kunnen wél.”
Vedior is al opgetreden voor het opnieuw tewerkstellen van mensen bij de sluiting van het distributiecentrum van Unidis in Roeselare. Concurrent Randstad deed hetzelfde bij Joroca, toeleverancier van Renault Vilvoorde.
De nieuwe strategie zal heel wat communicatie met zich brengen. Aan de klantenzijde is er niet zo’n groot probleem, aan de wervingszijde wel, omdat de betere kandidaten niet zo makkelijk naar een uitzendbedrijf stappen. Een imagoprobleem zoals de uitzendsector er in het verleden al meer heeft moeten oplossen.
G.M.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier