METHODOLOGIE

Hoe wordt een gemeente de beste zakengemeente van Vlaanderen? Door veel sterke, gezonde en investerende bedrijven te huisvesten en aan te trekken. Voor de samenstelling van deze ranking doorzocht het handelsinformatiebureau Roularta Business Information de bedrijfsgegevens van alle actieve ondernemingen en zelfstandigen in Vlaanderen. Roularta Business Information kruist de gegevens van alle beschikbare officiële bronnen zoals de Nationale Bank en de Kruispuntbank van Ondernemingen en past er algoritmen op toe. Het resultaat is een databank die meer en correctere informatie oplevert dan elk van de officiële bronnen apart.

Die databank is het vertrekpunt voor de samenstelling van de rangschikking. Bedrijven worden aan een gemeente (of deelgemeente) gekoppeld op basis van de postcode van de maatschappelijke zetel. Op verzoek van Trends nam Roularta Business Information alleen (deel)gemeenten met minstens 400 bedrijven/zelfstandigen (en dus met een zeker economisch gewicht) op in de rangschikking. De eindrangschikking is de optelsom van de scores op vijf deelrankings:

1. Het aantal actieve ondernemingen als verhouding van het aantal actieve ondernemingen in de provincie. Die parameter weerspiegelt het economisch gewicht van de (deel)gemeente.

2. Het aantal nieuwe bedrijven ten opzichte van het aantal bestaande bedrijven in de gemeente. Geeft aan in welke mate de gemeente erin slaagt nieuwe bedrijfsactiviteit aan te trekken.

3. Het aantal bedrijven met een score van meer dan 7 op een faillissementspredictiemodel van Roularta Business Information. Bedrijven met een score van 8 of meer beschouwt Roularta Business Information als gezonde bedrijven. Het model houdt rekening met een twintigtal klassieke financiële ratio’s (rentabiliteit, solvabiliteit, liquiditeit enzovoort) en met handelsinformatie zoals betalingsincidenten en de sector.

4. De evolutie van de tewerkstelling (vergelijking van twee boekjaren) als sociaaleconomische parameter.

5. De evolutie van de investeringen, een maatstaf voor het vertrouwen van de ondernemingen in de toekomst.

Dit zijn de eerste vijf gemeenten in iedere deelrangschikking.

1. ACTIEVE BEDRIJVEN (ALS AANDEEL IN HET PROVINCIALE TOTAAL)

1. Gent

2. Hasselt

3. Genk

4. Antwerpen (2000)

5. Antwerpen (2018)

Als het op economische activiteit aankomt, leggen de (groot)steden zoals verwacht het meest gewicht in de schaal. Gent (9000) prijkt op één en Antwerpen bezet de plaatsen vier en vijf.

Van alle provinciehoofdplaatsen scoort Brugge met een elfde plaats het zwakst. In de eigen provincie moet het Oostende (plaats 6), Roeselare (7) en Kortrijk (10) laten voorgaan.

2. STARTERS

1. Sint-Eloois-Vijve (Waregem)

2. Wondelgem (Gent)

3. Sterrebeek

4. Antwerpen (2060)

5. Hoogstraten

Sint-Eloois-Vijve is als kleine deelgemeente van Waregem goed bedeeld met bedrijventerreinen en het blijkt ook vruchtbare grond te zijn voor starters. Net zoals vorig jaar komen de kustgemeenten er bekaaid af in deze deelrangschikking: de laatste drie plaatsen zijn voor Middelkerke, De Panne en Knokke-Heist.

3. GEZONDE BEDRIJVEN

1. Lo-Reninge

2. Ruislede

3. Egem-Pittem

4. Zillebeke

5. Zonnebeke

In deze deelrangschikking is het ‘West-Vlaanderen boven’. De plaatsen een tot en met zeventien zijn voor West-Vlaamse (deel)gemeenten. De grotere steden en kustgemeenten vinden we eerder in de onderste gelederen van deze ranking.

4. EVOLUTIE TEWERKSTELLING

1. Hoeselt

2. Meer

3. Brakel

4. Beersel

5. Zedelgem

Alle provincies zijn vertegenwoordigd in de top vijf. Tewerkstellingskampioen Hoeselt ligt op een kwartiertje rijden van de site van Ford Genk. De tewerkstelling is er verdubbeld. In 80 van de 398 opgenomen (deel)gemeenten daalde de tewerkstelling. Dat was (procentueel) vooral het geval in Lummen en Oostrozebeke.

5. INVESTERINGEN

1. Neerpelt

2. Erembodgem

3. Sint-Denijs-Westrem

4. Oostrozebeke

5. Waasmunster

Nog een Limburgse gemeente op de eerste plaats. Neerpelt gaat in deze rangschikking de beste zakengemeente van Vlaanderen vooraf. De vierde plaats van Oostrozebeke — helemaal onderaan in de rangschikking evolutie van de tewerkstelling — illustreert dat (boekhoudkundige) investeringen niet altijd samengaan met extra tewerkstelling.