METHEXIS
De positie van Vlaanderen als biotechregio mag dan stof zijn voor discussie (zie Trends, 16 maart 2000, blz. 22), een nieuwe telg installeert zich in de bio-incubator van het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB) in Gent. De start-up Methexis Genomics is een initiatief van Patrick Stanssens en Marc Zabeau. Die laatste is directeur van het departement plantengenetica aan de Universiteit Gent. Samen zijn ze ook hoofdaandeelhouder.
Methexis ontwikkelt een nieuwe technologie waarmee DNA sneller kan worden geanalyseerd. Momenteel is het gebruikelijk om DNA-materiaal te ontleden met een enzymatische reactie. Methexis daarentegen weegt de DNA-brokstukken om de genetische code te bepalen. “Met deze techniek is het mogelijk om de snelheid van de DNA-analyse op te drijven met een factor 10 tot 50,” zegt Zabeau.
Vooral de farmaceutische sector toont belangstelling voor deze vorm van massaspectometrie. Daarom is de jonge onderneming volgens professor Marc Van Montagu een stimulus voor de Vlaamse biotech. “Deze techniek is van wereldklasse,” aldus Van Montagu, die mee aan de basis lag van Plant Genetic Systems (PGS). Ook andere bronnen bevestigen dat de ontwikkelde technologie een doorbraak is. De eerste commerciële toepassing is voorzien binnen zes maanden.
Zabeau – met een verleden bij PGS en het Nederlandse Keygene – begon met Patrick Stanssens ongeveer twee jaar geleden aan de uittekening van het bedrijf. Eerst ontwikkelden ze een set ideeën en formuleerden octrooiaanvragen. In de zomer van 1999 begonnen de proeven voor de experimentele bewijsvoering. Met een eigen laboratorium en de bedrijfsactiviteiten startte het duo begin dit jaar, toen Methexis zijn stek in de bio-incubator van het VIB huurde. Voorlopig telt de onderneming daar drie medewerkers.
De belangrijkste speler van het moment in de massaspectometrie is het Amerikaanse Sequenom uit San Diego. Het op Nasdaq genoteerde bedrijf – waarmee Methexis overigens in januari een partnership afsloot – bestaat al vijf jaar en heeft een vergelijkbare analysemethode bedacht. Beide technologieën zouden complementair zijn. “We zochten naar marktklare toepassingen die niet zouden botsen met de focus van Sequenom,” vertelt Zabeau. “Wij sporen variatie op in grote stukken DNA, zij richten zich op specifieke mutaties in kleinere DNA-stukken.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier