Met hun schep naar Zele

Zoals de meeste Belgen staan de inwoners van Zele niet graag in de gietende regen putten te graven. Een redelijk mens mag zich dus afvragen waarom een kwart van de kabelleggers in ons land in die gemeente is gevestigd. Het voorspelbare antwoord: Turken.

“Als we de mensen vonden, zouden we onmiddellijk honderd man extra aanwerven,” zegt Patrick Raemdonck, gedelegeerd bestuurder van Vahora, met 220 medewerkers en een omzet van 440 miljoen frank een van de grootste zelfstandige kabelleggers uit Zele. “Dankzij de doorbraak van de glasvezel en de liberalisering van de telecommunicatiesector overtreft de vraag het aanbod.”

Ook omdat de bedrijven nu hun elektriciteit mogen kopen bij wie ze willen, zullen de ambachtelijke kabelleggers in de nabije toekomst aardige winsten opstrijken. Iedere week vinden openbare aanbestedingen plaats van oude ( Belgacom, Electrabel) en nieuwe spelers ( Telenet, Versatel, KPN, Orange) op de markt. Door het gebrek aan arbeidskrachten moet Raemdonck echter opdrachten weigeren. “Niemand wil nog in weer en wind gleuven graven. Alleen vreemdelingen. Marokkanen bleken niet geschikt, Turken wel. Maar zelfs die vinden we niet meer. Bovendien beginnen die steeds meer voor eigen rekening te werken.”

Het aantal allochtone entrepreneurs neemt inderdaad toe. In het telefoonboek duiken allerlei exotische namen op: Emek, Koze, Mergen, Toprak enzovoort.

Eind jaren vijftig besloot Electrabel over te schakelen van bovengrondse naar ondergrondse leidingen. Als een van de eerste projecten koos de elektriciteitsmaatschappij voor de Burgemeester Van Ackerwyck-wijk in Zele.

Enkele Vlaamse aannemers uit de omgeving begonnen zich daarop in kabelleggen te specialiseren. Inmiddels telt Zele naar schatting al zo’n 25 kabelleggers – een kwart van het nationale aanbod. Samen stellen zij rechtstreeks of onrechtstreeks zo’n 1500 mensen tewerk.

De oudste firma is Nido, opgericht door Theofiel Nies in 1959. Dertien jaar later telde de onderneming al 200 werklieden en één bediende. Vandaag leidt Petrus Nies, de zoon van Theo, het bedrijf met negentig medewerkers en een omzet van zo’n 182 miljoen frank. Samen met Vahora van Patrick Raemdonck en Raemdonck-Janssens van Patricks broer Chris behoort Nido tot de top-drie van de kabelleggers in ons land. Met uitzondering van Van den Berg uit Wijnegem werken alle kabelleggers hoofdzakelijk met Turkse arbeiders.

“Het gebrek aan lokale mankracht bracht veel Turken – net als de Italianen in de Limburgse mijnen – naar Zele om hier voor de kabelleggers te werken,” vertelt burgemeester Jozef De Bruyn ( CVP) van Zele. “Na de vader kwam de zoon en ten slotte werd het hele gezin herenigd. De verhouding tussen de autochtone bevolking en de 1500 Turkse migranten in onze gemeente is tamelijk goed. Het recente naturaliseringsbesluit heeft hier een gunstige uitwerking gehad. Dankzij de snelle en kosteloze procedure zijn veel vreemdelingen Belg geworden.”

Ahmet Altay,

de zaakvoerder van Algas, was de eerste allochtone kabellegger uit Zele. Vanaf zijn dertiende zat deze voormalige ploegbaas in de business. Na een jarenlange carrière bij de Belgische collega’s startte de Turkse ondernemer in 1979 met een eigen firma. Verschillende landgenoten volgden zijn voorbeeld. Begin jaren negentig waren er 36 Turkse zelfstandigen in de sector actief.

Maar kort daarna werd Belgacom, de traditionele opdrachtgever, voor een gedeelte te koop aangeboden. De nationale telefoonmaatschappij wist niet meer waar ze het had. Er kwamen interne strubbelingen, de opkomst van de glasvezelkabel zorgde voor verwarring en offertes werden nog nauwelijks uitgeschreven. De hele sector raakte in het slop. Slechts twaalf allochtone kabelleggers overleefden de crisis. Nu is hun aantal opnieuw gestegen naar twintig.

Allen eisen ze een deel van de koek op. “Met dumpprijzen, ja,” klagen jaloerse autochtone concurrenten. Toch moeten ze toegeven dat de Turkse ondernemers kwaliteit afleveren. “Het zijn goede arbeidskrachten,” bevestigt Octaaf Baert van Baert & Zonen, een specialist in grondwerken en verkeerssignalisatie. Baert boekt een omzet van 581 miljoen frank met 160 werknemers, waarvan 49 van Turkse afkomst. “Als een job af moet zijn, blijven ze op post. Hoewel ze zonder problemen met Belgen samenwerken, laten we ze toch een apart team vormen. Die ploegen bestaan bijna uitsluitend uit familieleden.”

“De meeste Turken die in de kabelleggerij zitten, komen uit de arme streken rond Emirdag, Ankarabag en Posof. Spontaan vestigen ze zich in de omgeving van Zele. Vaak rekruteren zij familie, vrienden en kennissen uit hun geboortedorp,” vertelt Ahmet Altay. De Belgische werkgevers zorgen dan voor de verblijfsvergunningen. “Tijdens de recente regularisering van illegalen die al jaren in ons land verblijven, fungeerden wij als een soort bemiddelingsbureau om alle naturalisatiepapieren in orde te krijgen,” vertrouwt een ondernemer ons toe.

Ook bij Altay kwamen veel Turken om hulp vragen. Hij verblijft al sinds zijn tweede levensjaar in België en spreekt vlekkeloos Nederlands. “In februari 1967 werden wij als eerste Turkse gezin in het dorp ingeschreven. Mijn vader zat in de stiel. Het lag voor de hand dat mijn broers en ik zijn voorbeeld zouden volgen.” Ondanks een moeizame erkenning in het begin, draait Algas nu op volle toeren. Op vier jaar tijd verdubbelde de omzet naar zo’n 150 miljoen frank in 2000, met vijftig losse en vaste medewerkers. Altay: “Samen met een ander bouwbedrijf heb ik een contract van drie jaar bij Electrabel. Dat wekt vertrouwen bij onze clientèle.”

Voor de

ambachtelijke kabelleggers – wit of bruin – schijnt opnieuw de zon. Naast openbare nutsbedrijven zoals Electrabel en Belgacom betekent de boom in de informatie- en communicatietechnologie (ICT) een kip met gouden eieren. Niet dat ze daar 100% afhankelijk van zijn. Ook olie-, staal-, gas- en waterbedrijven maken van hun diensten gebruik. Op termijn ziet burgemeester De Bruyn van Zele de Turkse ondernemers hun vroegere bazen zelfs overklassen.

Maar euforisch zijn de kabelleggers niet. Daarvoor staan ze te veel met beide voeten op de grond, weer of geen weer. En wie ziet hoe snel de telecomaandelen dezer dagen naar beneden duikelen, zal ze geen ongelijk geven.

willy van damme eric pompen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content