Met een verstevigde sloep de storm in
Op een moment dat krediet schaarser en vooral duurder wordt, moeten de Belgische bedrijven relatief minder een beroep doen op schuldfinanciering om hun activiteiten te bekostigen. Aan de basis van de sterkere solvabiliteit van de ondernemingen liggen niet alleen de goede conjunctuur en sterke winstcijfers van de voorbije jaren, maar ook een paradepaardje van de regering-Verhofstadt: de notionele-intrestaftrek. Om gebruik te maken van deze fiscale aftrek op risicokapitaal, deden de bedrijven sneller een beroep op eigen vermogen in de plaats van schulden om hun activiteiten te financieren.
De solvabiliteit van de Belgische bedrijven zat al jaren in de lift, maar kreeg nog een extra duwtje in de rug. In 2006 was de doorsnee kmo voor bijna 40 procent gefinancierd met eigen vermogen, de grote bedrijven zelfs voor meer dan 45 procent.
Toch blijven de bedrijven kwetsbaar voor de kredietcrisis. Het balanstotaal van de Belgische ondernemingen woog 1072 miljard zwaar in 2006, en werd voor 581 miljard euro gefinancierd met schulden (zie grafiek). Dat waren voor 285 miljard euro finan-ciële schulden (aan banken en obligatiehouders), waarvan ruim 40 procent binnen het jaar verviel. De bedrijven moeten elk jaar voor ongeveer 100 à 120 miljard euro financiële schulden herfinancieren (waarvan 40 à 45 miljard euro bij de banken). Als banken en obligatiehouders 100 basispunten extra risicopremie vragen, kost dat de Belgische ondernemingen binnen het jaar 1 miljard euro.
Qua timing was de notionele intrest dus (onbedoeld) een schot in de roos. De verdienste van de maatregel zal weliswaar nauwelijks te achterhalen zijn, want moet worden gemeten via het aantal bedrijven dat dankzij de maatregel niét failliet gaat.
Toch moet de impact van notionele-intrestaftrek genuanceerd worden, zegt de Nationale Bank in een recent rapport. De forse toename van het eigen vermogen is in hoge mate het resultaat van participaties die Belgische vennootschappen in andere vennootschappen hebben genomen, precies om gebruik te maken van het fiscale voordeel. Anders gezegd, op geconsolideerde basis zijn dit vestzak-broekzakoperaties die het eigen vermogen van de bedrijven met geen enkele verse euro verstevigen. Maar de instroom van buitenlands kapitaal, en de door de gezinnen gefinancierde kapitaalverhogingen brengen wel verse middelen aan die het eigen vermogen versterken. In totaal gaat het om 137 miljard euro extra in 2006 en 2007. Dat zijn miljarden die de ondernemingen nu goed kunnen gebruiken.
D.K.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier