MET DE VOETEN IN HET WATER

Morgen, 22 mei, wordt een belangrijke dag voor Alfons Boesmans. Boesmans is de algemeen commissaris van het Belgische Paviljoen op de Wereldtentoonstelling in Lissabon, die in het teken staat van de oceanen en morgen de trossen losgooit.

In 1992 was Boesmans ook al aan de slag tijdens de Wereldtentoonstelling in Sevilla. Als directeur van het Belgische Paviljoen onder de verantwoordelijkheid van algemeen commissaris Henri Persin had hij kunnen zien hoe moeilijk het was dagelijks duizenden bezoekers te ontvangen gedurende een periode van bijna zes maanden. Op 22 mei vliegt hij er dus weer in. Nog steeds op het Iberisch Schiereiland, maar dit keer in Lissabon.

Alfons Boesmans (52 j.) komt uit Hasselt en werkte eerst tien jaar als journalist voor de Volksgazet in Antwerpen. Als SP-medewerker hield hij zich daarna bezig met de uitzendingen die hij kreeg toegewezen op de – toenmalige – BRT. Vanaf 1976 werd hij persattaché op verschillende ministeriële kabinetten, waarna hij in 1983 definitief in de politiek stapte. Hij kreeg een zetel aangeboden in het Europees parlement en legde zich vooral toe op enkele dossiers in verband met Latijns-Amerika. “Ik had zo’n inzicht verworven in de Spaanse wereld dat ik in staat was mijn professionele leven een nieuwe wending te geven en het ambt van algemeen commissaris, dat gecreëerd was met het oog op de voorbereiding van de Wereldtentoonstelling van 1992, op mij te nemen.” Nadat de feestverlichting in Sevilla definitief was uitgedoofd, zetelde hij achttien maanden in de senaat.

Hoewel hij het de volgende zes maanden zeer druk zal hebben in Lissabon, is Boesmans momenteel al weer bezig met de volgende Wereldtentoonstelling, die zal plaatsvinden in het jaar 2000 in Hannover en waarvoor hij tot adjunct-commissaris werd benoemd.

In elk geval is het uit met het spenderen van de gigantische bedragen die een smet hadden geworpen op de Belgische deelname in Sevilla – officieel werd er toen iets minder dan 1 miljard frank uitgegeven. “In dit geval hebben we geen bouwwerk moeten oprichten,” verklaart Alfons Boesmans. “De stad heeft voor de volledige infrastructuur gezorgd. Ter vergelijking: in Lissabon beschikken we over een budget van 65,5 miljoen frank ( nvdr – waarvan 20 miljoen komt van het Vlaamse Gewest), terwijl dat in Andalusië 270 miljoen was.” De ruimte van het Belgisch paviljoen zal worden verdeeld tussen de drie gewesten en de federale Staat, die de verantwoordelijkheid draagt voor het project en vertegenwoordigd wordt door minister van Economische Zaken Elio Di Rupo (SP).

“Wij hebben ook een belangrijke ruimte voorzien voor de bouw van een business center waar de bedrijven hun gasten kunnen ontvangen,” voegt hij er nog aan toe. De Belgische commissaris ziet in deze tentoonstelling niet alleen een toeristische manifestatie die in 130 dagen meer dan 15 miljoen bezoekers moet lokken, maar beschouwt ze ook en vooral als een commerciële missie van vier maanden. Onder een zonnige hemel, en met de voeten in het water.