MET DANK AAN HET BUITENLAND
NIET ONAARDIG.
Economisch doet Hongarije het niet onaardig. In 1999 zakt de inflatie – 14,2% in 1998 – vermoedelijk voor het eerst onder de 10%. De overheid streeft ernaar het begrotingstekort terug te dringen van 8,4% in 1994 naar 4% procent in 1999. Tegen 2002 moet de 3% bereikt zijn. Ook de geaccumuleerde staatsschuld – ruim 72% – zit nu al dichtbij de Maastrichtnorm. De Hongaarse forint is na een zware devaluatie in 1995 in een glijdende muntslang gekoppeld aan een muntkorf met euro en VS-dollar, volgens hun belang op de handelsbalans. Hierdoor devalueert de forint zonder reuzensprongen – 7,4% per jaar – en blijft de inflatie onder controle.
Maar de economische gezondheid van Hongarije is wankel: het land dankt zijn groei vooral aan de export door buitenlandse bedrijven die zich in het land vestigden. Begin 1999 was er 19 miljard dollar in Hongarije geïnvesteerd – 70% via privatisering, de rest dankzij nieuwe greenfield-investeringen, die jaarlijks 6,5% van het BNP bedragen. De Duitsers waren de actiefste geldschieters, met bijna een kwart van het kapitaal. De intiatiefnemers voor het opstarten van nieuwe bedrijven waren vooral Amerikanen. In 1999 werken ongeveer 26.000 ondernemingen met buitenlands kapitaal.
Na de val van de Berlijnse Muur zijn de buitenlandse investeerders vlot afgekomen op de verschillende privatiseringsrondes die de overheid organiseerde. “Toen we in 1991 voor complete deregulering kozen, hadden de hervormingen van 1968 al lang monetaire en fiscale elementen van de marktgerichte economie geïntegreerd in het gangbare plansysteem,” verklaart Tibor Melega, directeur van centrum voor Investeringen, Handel en Ontwikkeling (ITDH), een dienst op het ministerie van Handel.
De klemtoon van de privatisering in 1991 lag op de industrie, die vandaag instaat voor 89% van de Hongaarse export. Zo’n 70% van de elektriciteitsvoorziening, 75% van de telecomsector, 60% van de banksector, 68% van de verzekeringen en 25% van de watervoorziening zijn inmiddels geprivatiseerd. Buitenlandse investeerders genereren 25% van Hongarijes BNP en bijna 70% van zijn uitvoer.
Maar nu de kapitaalstoeloop na de snelle privatisering stokt, dreigt de economie te sputteren. Het begrotingstekort voor 1998 viel tegen: 4,7%, vooral door overschatte BTW- en belastingsinkomsten en omdat de buitenlandse investeringen minder groot bleken dan verwacht. Op de Hongaarse betalingsbalans is de deficitaire lopende rekening het zorgenkind. Hongarije voert nog altijd gulzig in – 25 miljard dollar in 1998 -, maar de export volgt dat ritme van de import niet. Hongarije is minder exportgericht dan buurlanden Slovakije of Tsjechië. Dat kan het gevolg zijn van een manke exportpromotie voor de eigen bedrijven. “De budgetten zijn daarvoor te klein,” zucht Istvan Szilagyi, economisch raadgever bij de Hongaarse ambassade in Brussel. De Hongaarse export is daardoor vrijwel volledig aan de buitenlandse bedrijven in Hongarije te danken.
Met Rusland heeft Hongarije nog wel een handelstekort van 12%, maar de afhankelijkheid van de uitvoer naar het vroegere Oostblok is fors afgebouwd – vroegere Comecon-landen stonden in 1998 nog in voor 18% van de Hongaarse buitenlandse handel. “Als reactie op de val van de Muur heeft Hongarije zich uitsluitend op het Westen geconcentreerd. Op middenlange termijn moet het land zijn economische groei op zijn minst gedeeltelijk oostwaarts zoeken,” gelooft Vlaams commercieel attaché Koen Haverbeke. Szilagyi: “Het acute deviezentekort van het vroegere Oostblok is de grootste rem op expansie in die richting.”
De nieuwe handelspartners komen uit het Westen. Ruim 70% van de Hongaarse export vertrekt naar de EU, 80% naar de verzamelde OESO-landen. Duitsland (37,3%), Oostenrijk (11,4%) en Italië (6,1%) zijn de belangrijkste partners, Rusland komt met 5% pas op de vierde plaats. “Daarom had de Russische crisis in Hongarije een beperkte impact,” weet Peter Balasz, vice-minister van Economische Zaken. De BUX-beursindex maakte wel een forse duik – van 9000 naar 3900 in september 1998 – maar herstelde zich snel op 6000. Georgi Szapary, vice-gouverneur van de Hongaarse Nationale Bank, verklaart: “Onze geldmarkt is sterk afhankelijk van buitenlandse investeerders. Als die twijfelen, krijgt de beurs klappen.”
Frank Demets
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier