Tien jaar geleden werd er nog gedroomd van Brussel als financieel centrum van Europa. De drie Belgische grootbanken Fortis, KBC en Dexia hadden de ambitie uit te groeien tot Europese toppers. Vandaag staan ze weer met hun voeten op de grond.
De Belgische grootbanken liggen al sinds de crisis van 2008 onder vuur. Fortis was de eerste financiële instelling in Europa die viel en ontmanteld moest worden. KBC werd rechtgehouden met 7 miljard euro federale en Vlaamse overheidssteun. Dexia werd aanvankelijk met vers kapitaal van de aandeelhouders en de staat overeind getrokken, maar moest enkele weken geleden noodgedwongen toch de weg van een opsplitsing en liquidatie op.
Op de volgende pagina’s ziet u hoe de Belgische banken sinds de jaren tachtig gegroeid zijn. Toen was nog sprake van de ‘zeven zusters’, een mengeling van banken, coöperatieve spaarbanken en openbare kredietinstellingen die vredig naast elkaar leefden. Hun model was klassiek: deposito’s ophalen en die omzetten in kredieten of beleggen in overheidspapier. In de jaren negentig volgde een golf van fusies en overnames, en in de 21ste eeuw kozen de drie resterende grootbanken resoluut voor een snelle internationale expansie.
Uit een rondetafelgesprek met een aantal oud-bankiers leest u verderop dat de Belgische banken anticipeerden op de euro en de vorming van de eenheidsmarkt. Maar ook hun lokale inkomstenmodel stond onder druk: er kwamen steeds meer buitenlandse kapers op de kust die aasden op de Belgische spaardeposito’s en de winstmarges op de staatsschuld werden kleiner.
Hoe groter de banken werden, hoe gemakkelijker het zou zijn op de Europese bankenmarkt. Die overtuiging won veld in de jaren 2000. Internationale expansie deed de winstmotor van de Belgische banken in de hoogste versnelling schakelen. Maar de keerzijde van de medaille is dat het balanstotaal van de Belgische kredietinstellingen naar ongekende hoogten steeg (meer dan 1200 miljard euro in 2007-’08), terwijl het eigen vermogen dat daartegenover stond niet volgde (zie grafiek Ongebreidelde balansgroei).
Op het hoogtepunt van de financiële crisis was de kapitaalbasis van de Belgische banken veel te zwak om een storm te overleven. Dus moest de overheid in de bres springen. Maar België is met zijn bruto binnenlands product van 370 miljard euro niet bij machte om een financiële sector te dragen die drie keer zo groot is (zie grafiek Ongebreidelde balansgroei).
Conclusie: de Belgische banken waren te ambitieus en hebben hun groei te veel op schulden gebouwd. Die schulden moeten eruit door activiteiten af te bouwen en buitenlandse dochters te verkopen. Iedereen plooit zich terug op de thuismarkt. Grote banken met een Europese dimensie lijken niet langer voor dit kleine landje weggelegd. De droom is uiteengespat.
PATRICK CLAERHOUT EN DAAN KILLEMAES