Apple verkreeg merkbescherming voor de winkelinrichting van haar flagship stores. Is het nuttig een merk aan te vragen voor een winkelinrichting?
Als de inrichting van een winkel voldoende afwijkt van de norm en de winkel en haar producten voldoende onderscheidt van andere winkels, kan voor die winkelinrichting een merk verkregen worden. Dat is recent duidelijk geworden door een uitspraak van het Hof van Justitie van de EU in verband met de zogenaamde vlaggenschipwinkels van Apple. Apple kreeg eerst in de VS een merk voor de winkelinrichting van die winkels. Het Duitse merkenbureau weigerde de merkaanvraag omdat een winkelinrichting niets anders is dan een wezenlijk aspect van de handel van een onderneming. Volgens het Duitse merkenbureau kan de consument door de inrichting wel een indicatie krijgen van de waarde en de prijs van de producten, maar kan een winkelinrichting niet de herkomst van de producten aanduiden. De winkelinrichting van de Apple flagship stores zou niet voldoende verschillend zijn van andere winkels die elektronica verkopen en zich dus onvoldoende onderscheiden. Apple ging in beroep. Het Hof van Justitie was het eens met Apple.
Voor winkeluitbaters biedt het een nieuwe mogelijkheid voor de bescherming van de onderneming door het merkenrecht. Naast de klassieke vormen van merkbescherming door woord- en beeldmerken voor de naam van de winkel of de producten die er worden verkocht, kan de onderneming ook de winkelinrichting op zich als merk deponeren. Dat is niet nuttig voor alle winkels, bijvoorbeeld wanneer de winkelinrichting vaak wordt veranderd. De merkregistratie is dan niet meer toepassing. Als het interieur niet verandert, kunt u een merkaanvraag doen die zich beperkt tot de fundamentele kenmerken van de winkelinrichting die niet veranderen en ervoor zorgen dat de winkel effectief anders is dan andere winkels.
Carina Gommers, partner bij advocatenkantoor Hoyng Monegier
Tijdens de zomermaanden krijgt u de Bizz By Mail-nieuwsbrief op maandag, woensdag en vrijdag in plaats van elke weekdag.
