Erik Bruyland

Mentaliteitsverandering in Wallonië

Erik Bruyland Erik Bruyland is senior writer bij Trends.

Het is in Vlaanderen bon ton om meewarig neer te kijken op Wallonië en zijn marshallplan. Ten onrechte. Er ontluikt wel degelijk een nieuw industriebeleid. Nu nog een economische ommekeer bij de PS en vooral een constructieve politieke strategie die bruggen slaat naar Vlaanderen.

Vlaams minister-president Kris Peeters (CD&V) heeft zijn witboek klaar voor een nieuw industriebeleid. Welke richting het uitgaat, is nog onduidelijk. Wallonië staat al een eind verder. Het was uiteraard hoogdringend om het daar over een andere boeg te gooien en na een haperende start lijken de bedrijvenclusters voor industriële innovatie ( pôles de compétitivité) goed op dreef. Na vier jaar worden de eerste onderzoeksresultaten geleidelijk omgezet in commercialiseerbare toepassingen. Een echt meesleepeffect in heel Wallonië kan nog jaren duren.

Je kunt blijven focussen op een werkloosheid van boven de 16 procent (hoger dan de 12 procent waar de Union Wallone des Entreprises mee uitpakt), met pieken tot boven de 20 procent in de grauwe achterbuurten van Luik, Bergen en Charleroi. Of op macro-economische indicatoren van Henegouwen, die ondanks miljoenen Europees geld nauwelijks verbeteren. Toch zou dat unfair zijn. Want er beweegt wat.

De Waalse competitiviteitsclusters brengen een vernieuwende dynamiek op gang. Vaak zijn het kleine oases, wel met juweeltjes die kunnen uitgroeien tot kampioenen en ze kunnen de Waalse kmo’s competitiever maken. Sommige prestigeprojecten slagen er nog niet in de bredere omgeving mee te trekken. Het futuristische hst-station van Luik valt niet te vergelijken met het dynamisme dat uitgaat van zijn tegenhanger Euralille in Rijsel. De gerenoveerde Grote Markt van Bergen oogt fraai, aar de omgeving is nauwelijks te vergelijken met wat op het Eilandje rond het Antwerpse MAS gebeurt. Toch is er een aanzet tot verandering.

Na zijn industrieel beleid, waarvan de Waalse regering de concrete uitwerking wijselijk overlaat aan de bedrijven, mangelt het jammer genoeg aan economische bijsturing. Dat blijkt uit de manier waarop Elio Di Rupo in zijn formatienota de aanbevelingen van Europa en het IMF afschoot. We kunnen niet blijven stilstaan terwijl we de hete adem voelen, niet alleen van de financiële markten, ook van ambitieuze opkomende economieën. “Als de federale regering het juiste beleid voert” – in lijn met de genoemde aanbevelingen – “laat ik een deel van mijn institutionele agenda vallen”, zei Bart De Wever (N-VA) in Trends. Daar was dus ruimte voor compromis.

Het is geen kwestie van een Vlaamse agenda op te dringen aan de Franstaligen. We moeten naar efficiënte, transparante staatsstructuren met welafgebakende bevoegdheden, zodat elke deelstaat zijn eigen potje kookt. Omdat België zich de luxe van een compromis van de middelmaat niet langer kan veroorloven. Zelfs Karel De Gucht (Open Vld) moest in Knack erkennen dat zijn partij haar economisch programma in de Belgische constellatie niet meer kan waarmaken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content