Melkveehouders hebben niet genoeg aan 5 miljard per jaar
De Europese landbouwtop van maandag wordt overschaduwd door de lage melkprijzen. De boeren eisen meer subsidies en gooien hun melk nog liever in de goot dan te verkopen tegen te lage prijzen. Een zware sanering dringt zich op.
Nee, we schroeven het hervormde landbouwbeleid echt niet terug.” De Europese commissaris voor Landbouw, Mariann Fischer Boel, reageert op de duizenden melkveehouders die hun melk op het Schumanplein in Brussel loosden.
De eurocommissaris was net terug van een bezoek bij de minister van Buitenlandse Zaken in Chili. Die had een topontmoeting met zijn collega’s uit Afrika en Latijns-Amerika achter de rug. Ze zagen beelden van Europese boeren die miljoenen liters melk over de akkers goten. “Dat was als een ton dynamiet”, huiverde de landbouwcommissaris nog na. “Het Europese imago werd in de groeilanden aan flarden geschoten. Honger blijft een nijpend probleem. Maar dan zie je Europese boeren massaal voedsel vernietigen in de hoop dat ze subsidies krijgen.”
Achter de veilige muren van de gebouwen van de Europese Commissie vergaderde de landbouwcommissaris op 5 oktober tijdens een informele top met de landbouwministers uit de 27 lidstaten. Toch wilde ze wel iets doen aan de belabberde toestand van menige landbouwer. En meer bepaald voor de melkveehouders, die dit jaar al 600 miljoen euro extra Europese subsidies krijgen.
Forse schommelingen
De Europese melkveehouders slaan de trom al maanden. De reden is de spectaculair gedaalde melkprijs (zie grafiek). In vergelijking met de piek in november 2007, zakte de melkprijs in België naar minder dan de helft in juni. Daarvoor zijn er vier belangrijke redenen. Uiteraard de recessie. Een minieme daling van de vraag heeft meteen een enorme impact op de vorming van de wereldprijs. Ook de sterke euro bemoeilijkt de zuivelexport, want die wordt in de zwakke Amerikaanse dollar afgerekend. Daarnaast is er het melamineschandaal in China. De voedselvergiftiging deed het vertrouwen op de immense Chinese importmarkt naar melk afbrokkelen. En tot slot haakten de voedingsproducenten af na de piekprijzen in 2007. Ze zochten goedkopere alternatieven voor zuivelproducten.
Die forse melkprijsschommelingen gaan bovendien gepaard met een spectaculaire afbouw van de Europese landbouwsubsidies. Een ‘melkjaar’ wordt berekend volgens een gebroken boekjaar en gaat van april tot maart. In 1995-1996 kregen de zuivelproducenten nog voor 1,56 miljard euro exportsubsidies via de Europese landbouwbegroting. In 2008-2009 werd dat bedrag herleid tot 138 miljoen euro. Ook de interventieprijzen worden in snel tempo afgebouwd. Dat is een bodemprijs waaraan de Europese Commissie zuivel-producten opkoopt. De interventieprijzen dekken de productiekosten niet. In vijf jaar, sinds het hervormde landbouwbeleid van 2003 tot in de zomer van 2008, daalde de interventieprijs voor boter met een kwart.
Hebben de klagende melkveehouders gelijk? Zijn zij de speelbal van de winstmarges van de warenhuizen? Gooien ze hun melk dus maar beter in de goot? Niet noodzakelijk. Het hervormde Europese landbouwbeleid koppelt de subsidies niet langer aan de productie. De melkveehouders krijgen sinds 2005 een rechtstreekse inkomenstoeslag van 5 miljard euro per jaar. In 2008 ontvingen de 10.649 melkleveranciers in België voor hun productie van drie miljard liter melk 110 miljoen euro rechtstreekse inkomenssteun.
De kloof tussen de melkprijs voor de boer en de prijs voor een liter melk in het warenhuis is bovendien een gevaarlijke vergelijking. De warenhuizen betalen sinds juli 14 cent meer per liter melk – wat ze meteen doorrekenden aan de consument. In totaal gaat het hier om 450 miljoen liter of 15 procent van de Belgische productie. Dat geld wordt verdeeld over de volledige Belgische melkproductie, waardoor de melkveehouders slechts 1,7 cent extra krijgen per liter. Bovendien produceren de boeren dit jaar naar verwachting 2 procent meer melk, zodat de meerprijs van de warenhuizen over nog meer productie verdeeld moet worden.
Dat extra aanbod wijst op een bijkomend zeer. De Belgische zuivelindustrie levert nog altijd te weinig toegevoegde waarde. De focus ligt nog te zeer op bulkproducten zoals melkpoeder en boter. Of klassieke kaassoorten zoals cheddar en gouda. Toegevoegde waarde wordt al geleverd via de bereiding van yoghurt of bijzonder ijs. Maar zeker in het segment van de kwaliteitskazen is nog veel ruimte onbenut. De zelfvoorzieningsgraad voor kazen draait in België rond de 30 procent. Of er is Italië als interessante exportmarkt. De melkprijs ligt er een pak hoger, want de Italiaanse productie dekt de nationale behoeften niet. Bovendien focussen de Italiaanse melkveehouders op de productie van hoogwaardige kazen.
Nog een duidelijk pijnpunt is het gebrek aan schaalgrootte in België. 10.649 melkleveranciers waren in 2008 goed voor een gemiddelde levering van 281.579 liter. Dat is onvoldoende voor een gezonde bedrijfsstructuur. De zuivelsector is kapitaalintensief. Wie grotere volumes maakt, kan zijn vaste kosten veel meer spreiden. “Pas vanaf een half miljoen liter sta je ergens”, berekent Renaat Debergh, de gedelegeerd bestuurder van de Belgische Confederatie van de Zuivelindustrie. Een melkveehouder met een jaarproductie van 4 miljoen liter wijst erop dat hij, “ondanks de harde situatie in de melkveehouderij”, toch renda-bel blijft. De schaalvergroting is weliswaar een trend die in België al lang aanhoudt. Het aantal melkveebedrijven zakte in 25 jaar met 73 procent. Maar dat aantal moet nog fors omlaag. “De daling van het aantal melkveehouders zal doorzetten tot we een optimum bereiken van wellicht 2500 tot 3000 bedrijven”, waarschuwt Herman Hooyberghs, de zuivelexpert op het Vlaams departement Landbouw en Visserij op de website het Vlaamse Infocentrum voor Land- en Tuinbouw (VILT).
Opinie
De melkers van de Europese subsidiekoe, blz. 8
Door Wolfgang Riepl
“Het weggieten van melk werkt als een ton dynamiet op de Derde Wereld”
Eurocommissaris Mariann Fischer Boel
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier