Mega-maandag
Op één enkele dag maandag 13 oktober zag West-Europa een golf van overnames en fusies ter waarde van 130 miljard dollar, zo’n 4800 miljard frank. Wat ook de oorzaken van mega-maandag mogen zijn, het bedrijfsleven van dit continent zal nooit meer als vroeger zijn.
“Eén keer is toeval, twee keer is een samenloop van omstandigheden, drie keer is een vijandige actie.” Wat zou James Bond gedacht hebben van maandag 13 oktober, de dag dat zes miljardenplannen voor fusies of overnames tussen Europese bedrijven werden bekendgemaakt ? En dat waren dan nog maar de meest recente overeenkomsten in een jaar dat nu al het recordjaar op het vlak van fusies en acquisities ’96 met 250 miljard dollar of 9250 miljard frank in de schaduw stelt (zie grafiek : Fusies en overnames).
Grote getallen
zijn altijd fascinerend voor de zakenwereld. En in zekere zin was het toeval dat op één enkele oktoberdag zes deals tegelijk werden aangekondigd. Alleen al omwille van het volume, vraagt mega-maandag erom een speciale betekenis te krijgen. Later zal hij misschien beschouwd worden als de dag waarop de Europese ondernemingen, bekend om hun versnippering over aparte thuismarkten, eindelijk de pan-Europese gedachte omhelsden. Die werd vijf jaar geleden ingeluid door de oprichting van de Europese eenheidsmarkt en wordt nu versterkt door de nakende invoering van een eenheidsmunt.
Wat er ook van zij, het valt op hoe verschillend de zes overeenkomsten zijn. Ze spelen zich allemaal af binnen de eigen sector, geen enkele schept een imperium van diversificaties, zoals weleer. Hoewel sommige van die akkoorden opportunistisch zijn, zijn andere toch het resultaat van tien jaar planning. Sommige zijn hoofdzakelijk kostenbesparend, andere hebben nieuwe markten op het oog.
Reed Elsevier-Wolters Kluwer
De fusie van 32 miljard dollar (1184 miljard frank) tussen de Brits-Nederlandse uitgeverij Reed Elsevier en zijn Duits-Nederlandse rivaal Wolters Kluwer zat al een hele tijd in de pijplijn. Elsevier maakte tien jaar geleden al jacht op Kluwer en dreef daarmee deze laatste in de armen van Wolters. In de plaats fuseerde Elsevier met Reed. De strategische overwegingen die toen golden, zijn vandaag nog steeds geldig. Reed Elsevier is aan het uitgroeien tot een van ‘s werelds voornaamste leveranciers van gespecialiseerde professionele informatie “verplichte lectuur” voor advocaten, boekhouders en wetenschappers. Wolters Kluwer is de grootste uitgever van rechtskundige werken in Duitsland en de Benelux, en past dus perfect in het plan. Niet alleen zal de nieuwe firma een breder gamma aan titels aanbieden, ze zal ook gebruik kunnen maken van Reed Elseviers sterke positie op het vlak van on line publishing, bijvoorbeeld door de rechtskundige bagage van Wolters Kluwer toe te voegen aan zijn on line-gegevensbank, Lexis-Nexis.
Guinness-Grand Metropolitan
De fusie tussen Guinness en Grand Metropolitan twee Britse dranken- en voedingsgroepen heeft eveneens een voorgeschiedenis. In mei kondigde het koppel aan dat ze ‘s werelds grootste bedrijf van sterke dranken wilden worden (vorig jaar bedroeg hun gezamenlijke omzet 13,7 miljard pond of 822 miljard frank). Het merkenbestand van beide ondernemingen vult elkaar aan in Azië, waar cognacs en whisky’s de overhand hebben, en in Amerika, waar white spirits zoals vodka populairder zijn. In de distributie- en marketingkosten moet eveneens de schaar.
Aanvankelijk werd het plan gedwarsboomd door Bernard Arnault, de voorzitter van LVMH Moët Hennessy Louis Vuitton, de Franse dranken- en luxegoederengroep die een aandeel heeft in Guinness. Arnault voerde aan dat de fusie die hem zou achterlaten met een kleinere participatie in GMG, de nieuwe onderneming een monster zou baren, gespreid over te veel sectoren : zowel restaurants, bier en voeding als wijn en sterke dranken. Zijn bekommernissen werden gelenigd met de belofte dat hij 250 miljoen pond (15 miljard frank) zou krijgen als de transactie doorgaat. Guinness en Grand Met zullen dus meer besparingen moeten uitwringen om hun plaaggeest te betalen, maar de logica achter de operatie blijft stevig.
Lafarge-Redland
Zoals het de bouwsector past, schuilt er niets schimmigs achter het vijandig bod van 17 miljard pond (1020 miljard frank) dat de Franse cementproducent Lafarge uitbracht op Redland, een Brits fabrikant van bouwmaterialen. Lafarge is op een slecht gemanagede concurrent gesprongen. Lafarge heeft het over geografische expansie en diversificatie Redland is sterk in dakpannen, die de Franse firma niet produceert. Toch ruikt de transactie een beetje naar de jaren ’80 : het soort van overeenkomsten waarbij waardeloze directies aan de deur worden gezet om plaats te maken voor gezwinde verbeteringen. De vraag is of de bazen van Lafarge het beter zullen doen dan die van Redland. Want ook Lafarge presteerde in de voorbije jaren maar povertjes.
Zürich-BAT
De idee achter de fusie van 23 miljard pond (1380 miljard frank) tussen Zürich en de financiële tak van het Britse B.A.T. daarentegen is heel wat moderner. Het plan bestaat erin de verzekeringsactiviteiten van BAT onder meer het Britse Eagle Star en het Amerikaanse Farmers af te splitsen van de tabakactiviteiten van de onderneming en ze samen te smelten met Zürich tot een nieuwe entiteit die meteen Europa’s tweede grootste verzekeraar zou worden. Afgescheiden van de tabak moeten die financiële activiteiten aanzienlijk meer waard zijn dan nu.
Op 16 oktober voorspelde Zürich dat het tegen het jaar 2001 een kwart miljard dollar (9,25 miljard frank) bedrijfsbesparingen per jaar zal realiseren. In de verzekeringswereld zijn de schadeclaims gewoonlijk vier keer groter dan al de andere bedrijfsuitgaven bij elkaar. Door zijn ervaring op het gebied van verzekeringen over te brengen op de portefeuille van BAT, zou Zürich de prestaties van de groep snel kunnen verbeteren. Dat zou op zijn beurt moeten helpen om op middellange termijn de doelstelling van 20 % rendement op aandelen te halen.
Nordbanken-Merita
De fusie van 80 miljard Zweedse kronen (392 miljard frank) tussen het Zweedse Nordbanken en het Finse Merita is opmerkelijk omdat het één van de eerste grensoverschrijdende overeenkomsten is tussen Europese retailbanken. Mogelijk wordt nog een derde partner gevonden in Denemarken om zo de eerste pan-Scandinavische bank te creëren. Om die visie te realiseren, zal er geknokt moeten worden. Hans Dalborg, de topman van Nordbanken, zegt dat de nieuwe groep Merita-Nordbanken uiteindelijk een rendement op aandelen van 15 % zal halen. Dat klinkt optimistisch, gezien de beperkte bewegingsruimte die de banken hebben om de samengevoegde kosten te drukken, wat doorgaans een vitaal onderdeel is van gelukte bankenfusies.
Generali-AGF
Het bod van 55 miljard Franse frank (338 miljard frank) van Generali op Frankrijks derde grootste verzekeraar AGF, is van al de overeenkomsten de meest opportunistische. De Italiaanse maatschappij heeft AGF ingeschat op slechts een fractie boven zijn netto actiefwaarde. Dat verklaart misschien waarom het aandeel van Generali bijna 8 % is gestegen sinds de aankondiging van het bod. De bescheiden activiteit van Generali in Frankrijk zou kunnen gekoppeld worden aan AGF om de fusieonderneming een marktaandeel van 11 % op te leveren. Maar het lage bod zou wel eens een verzekeringsrivaal kunnen verleiden tot een hoger tegenbod, dat Generali ongetwijfeld zal willen evenaren. En zelfs al wint Generali de trofee, dan nog dreigt de Italiaanse maatschappij die weinig ervaring heeft met overnames het heel moeilijk te krijgen om een buitenlandse onderneming te integreren waarvan de managers met hand en tand gevochten hebben tegen een samensmelting.
Als deze fusies
een leidraad zijn, dan zullen de aandeelhouders wel varen bij mega-maandag. De investeringsbank J.P. Morgan stelde vast dat in het voorbije decennium de 30 grootste overnames in Europa na 3 jaar gemiddeld 21 % meer opbrachten dan de markt in zijn geheel, hoewel 12 van de 30 het slechter deden. Omdat bij fusieovereenkomsten geen premie moet worden betaald, maken ze meer kans waarde te creëren voor de betrokken bedrijven dan een vijandig overnamebod. Zeven van de acht grootste fusies in het voorbije decennium overtroffen de index met gemiddeld 34 %. Slechts één, die tussen de farmabedrijven Pharmacia en Upjohn, leidde tot een waardevermindering.
Toeval, samenloop van omstandigheden of vijandelijke actie ? De geschiedkundigen zullen zich over die vraag buigen. Intussen schuilt de betekenis van 13 oktober misschien niet zozeer in de oorzaken van die vloed van eurotransacties, maar in de blootgelegde toekomstmogelijkheden. Voortaan is er geen enkele bankier, verzekeraar of industrieel meer in West-Europa die zich niet zenuwachtig afvraagt welk bedrijf hij moet overnemen of welke onderneming de zijne zal inpikken.
T.E.
BEDRIJVEN IN HET HUWELIJKSBOOTJE Alleen al op 13 oktober werden zes belangrijke bedrijfshuwelijken aangekondigd. Oktober 1997 zou wel eens de maand kunnen worden waarop Europese ondernemingen bekend om hun versnippering over aparte thuismarkten einde
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier