Meer immigratie, willens nillens
Nog meer mensen willen naar het Westen verhuizen, of we dat nu graag hebben of niet.
In 2017 treden westerse politici hard op tegen immigratie. In de Verenigde Staten begint president Donald Trump zijn grote, prachtige muur te bouwen aan de Mexicaanse grens en beveelt hij de technologiefirma’s om meer Amerikanen aan te werven. De Britse premier Theresa May heeft in de ziel van de kiezers gekeken en kwam tot het besluit dat ze er de voorkeur aan gaven de Europese Unie te verlaten omdat ze strengere controles op migratie wilden. In Frankrijk, Duitsland en Italië dringen antimigratiepartijen de traditionele politici naar een zacht autochtoon beleid.
Uiteindelijk wordt iedereen toch ontgoocheld. Want net nu de westerse democratieën besluiten dat de immigratie ingedijkt moet worden, spannen ontwikkelingen buiten de controle van elke politicus samen om ze omhoog te duwen. Demografie, verstedelijking en economische verandering duwen mensen uit arme en middeninkomenslanden naar de rijke landen die zo’n hekel aan hen hebben.
Omdat mensen doorgaans op jonge leeftijd migreren, bepaalt de omvang van die groep de pool van potentiële migranten. En die is enorm en dijt nog uit. In 2000 waren er volgens de Verenigde Naties 48 miljoen jongeren tussen 25 en 29 jaar in sub-Saharaans Afrika. In 2015 waren dat er 75 miljoen en tegen 2030 waarschijnlijk 113 miljoen. Sommige landen die vandaag een middelmatige of lage nataliteit vertonen, zoals India en Turkije, maar twintig jaar geleden een hoog geboortecijfer hadden, hebben nu een overvloed aan jonge volwassenen.
Die jonge mensen zijn steeds meer bereid te verhuizen. In de ontvangstlanden vindt men al te vaak dat internationale migratie veel te gemakkelijk is, maar in feite is ze moeilijk en duur. Noodlijdende landarbeiders kunnen ze zelden aan, beter opgeleide stedelingen vaker. In grote delen van Afrika en Azië stijgt het aantal geletterde stadsbewoners veel sneller dan de bevolking in haar geheel.
Als ze een behoorlijke job in eigen land zouden vinden, is het niet uitgesloten dat de jongeren blijven waar ze zijn. In de Filipijnen bood de snel groeiende sector van de callcenters een goed alternatief voor emigratie. Maar dat is een uitzondering. De Afrikaanse Ontwikkelingsbank schat dat van de 10 tot 12 miljoen Afrikanen die elk jaar op de arbeidsmarkt komen, slechts 3 miljoen een echte baan vinden.
De rest vormt een aanzwellend reservoir van potentiële migranten. Sommige landen, inclusief China en India, hebben ook een overschot van jongens en mannen – een gevolg van wijdverbreide selectieve abortus. Die vinden geen vrouw, zijn niet gebonden aan kinderen en zijn meer dan bereid uit te wijken.
Vele arme landen hebben een overschot van jongeren en rijke landen hebben er doorgaans te weinig. In elk Europees land ligt de vruchtbaarheidsgraad lager dan 2,1 – dat is het tempo waarin de bevolking zichzelf op natuurlijke wijze vervangt. Tussen 2015 en 2050 overtreft naar verwachting het aantal doden het aantal geboorten met 63 miljoen. Tenzij de rijke landen bereid zijn een voortdurend toenemende verhouding van gepensioneerden ten opzichte van de werkende bevolking te aanvaarden, zijn ze verplicht meer jonge buitenlanders op te nemen. Naarmate het Westen veroudert, neemt de drang naar verbruiksgoederen af en worden meer persoonlijke diensten geconsumeerd. In officiële Amerikaanse schattingen van de sectoren die in het komende decennium de meeste jobs creëren, staan persoonlijke verzorging, verpleging, thuishulp, fastfood en retailverkoop vooraan. Slechts een daarvan (verpleging) betaalt beter dan het gemiddelde loon of vereist een bachelordiploma. Het zijn allemaal klassieke jobs voor immigranten.
Het is al moeilijk genoeg om één globale trend terug te dringen, weerstaan aan twee of drie is onmogelijk. Westerse politici die beweren dat ze de immigratie stabiel kunnen houden, zeggen eigenlijk dat ze uitgaan van een krimpend aandeel van potentiële migranten in de wereld en van een toenemend aantal laagbetaalde jobs die gedaan worden door autochtonen.
De echte keuzes voor de toekomst
Het leidt ook af van een aantal harde beleidskwesties. Als de beweging naar het Westen gedoemd is om toe te nemen, aan welke soort migranten moeten de rijke landen dan de voorkeur geven? Moeten ze vooral mensen uit nabijgelegen landen en voormalige kolonies toelaten, of moeten ze trachten mensen van overal binnen te halen en een echte smeltkroes scheppen? Moeten ze migranten een pad naar het burgerschap bieden of moeten ze velen onder hen buitenschoppen na een paar jaar werken? Moeten ze immigratie onder de mat vegen door massa’s illegale arbeidskrachten te tolereren? Het Westen heeft keuzes te over, maar minder immigratie is geen optie.
De auteur is redacteur globalisering van The Economist.
Joel Budd
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier