Meer efficiëntie in de Unie
Volgende maand buigt de Intergouvernementele Conferentie zich over voorstellen om de werking van de Europese Commissie te stroomlijnen. Geen overbodige luxe met een Unie die almaar groter wordt.
Veiligheid en welvaart is wat de Europese staats- en regeringsleiders ons vanuit Helsinki toewensten voor het derde millennium. Elke lidstaat mocht zijn goede voornemens maken: groei, zorg voor het milieu, bescherming tegen misdaad en gelijkberechtiging. De millenniumverklaring bevestigde tevens de uitbreiding van de Europese Unie en de militaire en humanitaire rol die ze wil spelen.
De tekst werd toegevoegd aan de conclusies van de top van Helsinki op 10 en 11 december 1999. Meteen zat het Finse voorzitterschap erop. De Finnen hebben uitstekend werk geleverd in de zes maanden dat zij de Unie hebben geleid. Hun openheid en efficiëntie zijn voorbeeldig en we kunnen alleen maar hopen dat Portugal – dat sinds 1 januari de voorzittershamer heeft overgenomen – op dezelfde manier te werk zal gaan.
De Finnen hadden hun top zorgvuldig voorbereid. Over het uitbreiden van de toetredingsonderhandelingen met nog eens vijf Midden-Europese staten en Malta werd nauwelijks discussieerd. De besprekingen gaan volgende maand plechtig van start. Veel zal afhangen van het vermogen van die landen om de bestaande Europese wetgeving te verteren. Ze staan dus op dezelfde lijn als de groep met Hongarije, Polen en Tsjechië. Met enige ontgoocheling hebben die landen vernomen dat ze geen vaste datum voor hun toetreding krijgen. Ze moeten zich tevreden stellen met de belofte dat de huidige Unie tegen eind 2002 klaar zal staan om nieuwe leden op te nemen. Niemand die eraan twijfelt dat dit niet zal gebeuren voor 2004.
Ook Turkije kreeg een voldoende op zijn rapport en is nu kandidaat-lid. Terwijl de Unie nauwlettend toekijkt of Turkije zich schikt naar de eisen, vooral op het vlak van de mensenrechten, kan het land nu al genieten van alle voordelen die aan de status van kandidaat-lid verbonden zijn. Financiële steun bijvoorbeeld. Het is duidelijk dat de regeringsleiders niet wakker hebben gelegen van de kritische houding van het Europees Parlement inzake Turkije.
Hervormingen.
Om de uitbreiding te bewerkstelligen, zijn enkele interne hervormingen binnen de EU noodzakelijk. Die zal de IGC (Intergouvernementele Conferentie) volgende maand formuleren. De agenda voor de IGC is beperkt gebleven tot de omvang en de samenstelling van de Europese Commissie (één commissaris per land?), de verdeling van het aantal stemmen per land (op basis van bevolkingsaantallen, economisch gewicht, oppervlakte?) en de mogelijke uitbreiding van het stemmen bij gekwalificeerde meerderheid. Het is aan Portugal, als nieuwe voorzitter, om die zaken op te volgen en eventueel bijkomende hervormingen op de agenda te plaatsen. De IGC krijgt dus een beperktere opdracht dan door de Groep van Wijzen onder leiding van Jean-Luc Dehaene was voorgesteld.
Het voorbereidende werk voor de IGC wordt geleverd door een werkgroep met één vertegenwoordiger per lidstaat. Het Parlement wordt in beperkte mate bij het proces betrokken. Er komen twee parlementaire waarnemers, de werkgroep mag ideeën uitwisselen met de voorzitter van het Parlement en twee parlementariërs nemen deel aan elke vergadering op ministerieel niveau.
De beknopte slotverklaring die de Finnen neerschreven, is een voorbeeld van de nieuwe zakelijkheid die alle vergaderingen van de Raad van Ministers zou sieren. Vanzelfsprekend hebben die vergaderingen hun belang in de besluitvorming, maar er zijn er te veel en de ministers komen vaak onvoorbereid. De agenda bevat nodeloos veel onderwerpen, last-minute-voorstellen zijn eerder regel dan uitzondering et cetera. Als de Unie wil uitbreiden, moet het aantal ministerraden beperkt worden tot vijftien. Alleen als de agenda zwaar genoeg weegt of de termijn voor een beslissing afloopt, komen de ministers bijeen.
Veel van de bestaande wanorde is eveneens te wijten aan lidstaten die de Europese zaken slecht opvolgen en organiseren. Daarom wordt hen nu gevraagd dat ze hun coördinatiesysteem meedelen. Eind 2000 is het rapport klaar en kan men dus beginnen aan “benchmarking”.
Met strakke hand.
Om de kwaliteit van de wetteksten te verbeteren, legt Europa strikte regels op. Elke schakel in de besluitvorming is eraan gebonden, van de comités van experts tot Coreper en de Raad van Ministers. Over voorstellen die niet op tijd of in de juiste vorm zijn neergelegd, is geen beslissing mogelijk. Het kan ook niet langer dat elke vertegenwoordiger van een lidstaat een verklaring over elk punt aflegt. Met vijftien landen verliest men al gauw anderhalf tot twee uur. Met meer lidstaten treedt men buiten de perken van het redelijke. Vergaderingen worden in de toekomst met strakke hand geleid. Tegen juli 2001, op het ogenblik dat België het voorzitterschap opneemt, worden alle voorstellen geëvalueerd die het wetgevende proces van de Unie doorzichtiger en vooral efficiënter maken.
Over economische groei en tewerkstelling bleef de slotverklaring van de top in Helsinki vaag. Wel worden er meer en meer milieufactoren opgenomen in het algemeen beleid. Wat de euro betreft, is er nog veel werk aan de winkel. Na een eerste golf van enthousiasme blijkt dat de euro wel bekend, maar niet bemind is. Vooral de koele ontvangst door de bedrijfswereld valt sterk tegen.
HUIB CRAUWELS
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier