Meer dan een stuk textiel
Wanneer de vraag gesteld werd of de islam wel te verzoenen was met de waarden van de westerse moderniteit, keek een deel van de intelligentsia in het verleden steevast de andere kant op. Een discussie over het toelaten van hoofddoeken of de mate waarin iemand kritiek kon uiten op de islam, was taboe. Na de Deense Mohammedcartoons en het opgeflakkerde hoofddoekendebat is dat niet langer het geval. Getuige daarvan de bundel essays met als titel De islam in Europa: dialoog of clash die onlangs van de persen rolde. Onder redactie van de cultuurfilosoof Johan Sanctorum, die zichzelf autonomist en antiglobalist noemt, laten vooral figuren ter linkerzijde hun licht schijnen op de verhoudingen islam-westerse cultuur. Schrijvers Benno Barnard en Geert Van Istendael, filosofen Jan De Pauw en Ludo Abicht en antropoloog Rik Pinxten schuwen de polemiek niet. Voor een deel doet de linkerzijde aan kritische introspectie. Deze passage van Sanctorum is veelzeggend: “Ooit zullen historici zich over de vraag buigen waarom het zo lang duurde voor de westerse intellectuelen door hadden dat hun permissieve zwaktebod desastreus moest aflopen. Heel de periode tussen 1970 en vandaag is verloren gegaan aan politiek correcte beuzelpraat van de linkerzijde, die steeds maar weer de verlichtingsfilosofie toepaste op een absoluut obscurantistische olievlek.”
Sanctorum ziet een breekpunt in het tv-programma annex boek De weg naar Mekka waarin Jan Leyers “de politiek correcte mythe van de multiculturaliteit doorbreekt en de islamscepsis van zijn extreemrechte stigma ontdoet”. Leyers stelt de vraag of de islam in zijn huidige vorm wel compatibel is met onze westerse samenleving. Meteen kwam het debat op gang en dit boek wil daar een bijdrage toe leveren. Geen progressief wollig optimisme of rechts doemdenken, wel een essaybundel die dieper probeert te graven. De standpunten zijn soms verrassend. Zo ontkracht Ludo Abicht de stelling dat islamfundamentalisme niets met ar- moede te maken heeft. Akkoord, stelt Abicht, tal van zelfmoordcommando’s worden samengesteld door hooggeschoolden en Al Qaeda telt veel universitairen in zijn rangen, maar de brede aanhang van die terroristische bewegingen bevindt zich in landen waar een groot deel van de bevolking aan de armoede probeert te ontsnappen.
Een paar analyses missen hun effect niet. Geert Van Istendael verdedigt het Franse principe van de laicité en vindt dat een hoofddoek – “meer dan een stuk textiel” – niet mag gedragen worden tijdens de uitoefening van een openbaar ambt. Hij heeft een déjà vu wanneer hij moslima’s de hoofddoek hoort verdedigen. Volgens hem is dit een vorm van religieuze repressie die hem doet terugdenken aan het katholieke preconciliaire klimaat van zijn jeugd. Hij schrijft: “Jonge mensen van Belgische afkomst die vandaag uit progressieve, zeg maar linkse overtuiging de hoofddoek verdedigen, zijn hoofdzakelijk naiëf. Of neen, onnozel, dat is de term.” De reacties lieten niet op zich wachten. Van Istendael, nochtans zeer populair ter linkerzijde, werd door geestesgenoten als Walter Pauli (De Morgen) en Jan Goossens (artistiek directeur KVS) aan het kruis genageld. Meteen kregen de auteurs van het boek waar ze op uit waren: een felle polemiek.
JOHAN SANCTORUM (E.A.), DE ISLAM IN EUROPA: DIALOOG OF CLASH, VAN HALEWIJCK, 2008, 191 BLZ, 17,50 EURO
Alain Mouton
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier