(MEDIA-)SPEL ZONDER GRENZEN.

Media. Er staan spelers op het veld en er is een scheidsrechter : de match kan beginnen. Alleen : de regels van het spel liggen niet vast, er worden diverse wedstrijden door elkaar gespeeld, de spelers wisselen al eens van ploeg, nieuwe deelnemers komen het terrein op, de Europese lijnrechters vlaggen omdat de Vlaamse scheidsrechter off-side loopt, en bovendien worden tijdens het spel de lijnen hertekend. Spektakel verzekerd in audiovisueel medialand anno 1995.

De eerste treffers zullen door de respektieve spionkoppen luid worden toegejuicht : de commerciële omroep VTM lanceert begin februari Kanaal 2, en konkurrent VT4 (van het Anglo-Skandinavische mediaconcern SBS) start rond diezelfde tijd ook zijn uitzendingen (tenzij arbiter van Kultuur Hugo Weckx nog voor uitstel zorgt).

Maar pas nadien begint de strijd echt. VTM houdt zich stoer, underdog VT4 blijft voorzichtig. Op de tribunes zitten buitenlanders intussen af te wegen of er in Vlaanderen nog ruimte is om RTL-4 of andere Veronica’s het veld in te sturen.

Het medialandschap wordt steeds sterker gedomineerd door internationale groepen, zowel qua hardware (kanalen, technieken) als qua software (programma’s, produktie). Meer dan één Vlaamse mediamanager, uitgever, reklamemaker, AV-producent of beleidsverantwoordelijke heeft zich in zijn ochtendlijke koffie verslikt toen hij half december las wat Pierre Dauzier vertelde in Libération : de topman van het Franse Havas (aandeelhouder van onder meer de Luxemburgse mediagroep CLT en het Franse betaaltelevisienet Canal Plus) pleitte voor een verregaande samenwerking tussen CLT, Canal Plus, en de Duitse uitgever Bertelsmann. Zo’n reuzenverbond zal ongetwijfeld óók willen scoren op de Vlaamse mediamarkt.

In de internationale kompetitie dreigen de Vlaamse spelers gedribbeld te worden als ze niet snel hun verdediging organizeren. Dat betekent niet het uitdenken van vertragingsmaneuvers tegen de opponenten. Essentieel is wél : goede, Vlaamse televisie maken ; en met dat Vlaamse bedoelen we wat anders dan het Aantwaarps van Bompa Lawijt. Essentieel is óók (voor de commerciële omroep) : het opbouwen van voldoende financiële slagkracht. De aanwezigheid van Ackermans & van Haaren tussen de uitgevers in het VTM-kapitaal rechtvaardigt op dat vlak enige hoop.

Financiële slagkracht zal in Vlaanderen ook gezocht moeten worden om de razendsnelle technologische ontwikkelingen te kunnen bijbenen. De regels van het spel veranderen immers : telekom en informatica breken het domein van de “traditionele” audiovisuele sektor open. “Multimedia” en “informatiesnelwegen” zijn geen hype meer, maar werkelijkheid. Vlaanderen is in die domeinen echter nog niet ver gevorderd.

Het Vlaamse parlement moet het voor januari aangekondigde “mediadebat” aangrijpen om de krachtlijnen uit te tekenen van een nieuw en koherent beleid inzake de audiovisuele media. De verwachtingen ten aanzien van openbare en commerciële omroep moeten opnieuw en duidelijk gedefinieerd worden. Daarnaast moeten de ekonomische “voorwaarden” gecreëerd worden waarbinnen de hele audiovisuele sektor in Vlaanderen kan gedijen. Dat behelst meer dan het schieten op een paar topmensen van de BRTN, het bakkeleien over de omvang van een dotatie of het betwisten van een reklamemonopolie.

RAP

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content