MARKTBESCHERMING
WETTELIJKE HINDERNISSEN.
“Ik verwacht dat Boots zal proberen in België voet aan de grond te krijgen. Theoretisch zou dat zelfs vandaag al kunnen. De goedkeuring van onze wetsvoorstellen kan daar nog een stokje voorsteken.” Dat zegt Bart Maes, wetenschappelijk medewerker van CVP-senator Marc Olivier, die twee wetsvoorstellen indiende om de problematiek aan te pakken.
Met gemiddeld één apotheek per 1900 inwoners kent België in Europa zowat de hoogste “apothekersdichtheid”. Enkel Griekenland doet nog beter. Regionaal uitgesplitst telt Vlaanderen één apotheek per 2868 inwoners, Wallonië één per 1739 en Brussel zelfs één per 1451.
Omdat oververzadiging dreigde, kondigde het ministerie van Volksgezondheid in december 1994 een moratorium aan op de vestiging van nieuwe apotheken. Voordien moest een afgestudeerde apotheker bij een vestigingscommissie een aanvraag doen. De beslissing viel aan de hand van een vastgelegde norm gebaseerd op demografische en geografische factoren. Het in 1994 uitgeroepen moratorium kwam er op aandringen van de socialistische coöperatieve apotheken.
Het moratorium beperkte het aanbod en leidde zo tot enorme prijsstijgingen voor de overname van apotheken. Enkele tientallen miljoenen zijn geen uitzondering. Vele beginnende apothekers kunnen zich geen eigen apotheek meer veroorloven. Daarom zijn het steeds vaker niet-apothekers die officina’s als vorm van belegging opkopen. In 1990 berekende de toenmalige Kredietbank dat ruim 20% van de apotheken in handen was van niet-apothekers.
“Er is duidelijk sprake van ketenvorming,” aldus Bart Maes. “We stelden vast dat 15 eigenaars samen 603 apotheken hebben.” Het NCMV, de CVP-gezinde organisatie voor zelfstandige ondernemers, voert al langer strijd tegen die ketenvorming (zie Trends, 13 februari 1997). Reeds in 1993 diende Stefaan De Clerck (CVP) een eerste wetsvoorstel in. Voor de latere minister van Justitie moet de uitbater van een apotheek minstens de meerderheid van de aandelen van de vennootschap in handen hebben. Begin 1996 hernamen de CVP’ers Luc Willems en Trees Pieters dit voorstel in gewijzigde vorm.
In november 1998 lanceerde Marc Olivier een bijkomend voorstel. Hij wil de overnameprijs laten bepalen door een speciale evaluatiecommissie waarin zowel vertegenwoordigers van de Orde voor Apothekers als een bedrijfsrevisor en ambtenaren van het ministerie van Financiën zitten. De overnameprijs zou afhankelijk zijn van de netto beroepsinkomsten, het aanwezige meubilair, de uitrusting en de productvoorraad. De commissie zou zich ook buigen over de prijs van een eventueel onroerend goed. Bedoeling is de overnamekosten voor beginnende apothekers binnen de perken te houden. “Hoewel we achter het principe staan, kunnen we de methode om de prijs vast te stellen niet aanvaarden,” protesteert Dirk Broeckx, secretaris-generaal van de Algemene Pharmaceutische Bond (APB). “De waardebepaling van onroerend goed is discutabel.”
Het moratorium op nieuwe apothekersvestigingen liep nog tot eind 1999. Minister van Volksgezondheid Marcel Colla besliste onlangs om het voor onbepaalde duur te verlengen. Daarmee speelt hij in de kaart van de gevestigde apothekers. Die vinden dat de wetgever de geneesmiddelendistributie moet beschermen tegen commerciële invloed. Dirk Broeckx van de APB: “Wanneer de eigenaar van een apotheek een beursgenoteerde groep is en de apotheker slechts een bediende, moet er bovenop het eerlijke loon van de uitbater nog winst gemaakt worden. Wij vinden dat een dergelijke aanpak voor geneesmiddelen deontologisch niet kan.”
RB
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier