MAPIC 2006: 20 % meer deelnemers en exposanten
Op de gala-avond van de Belgische retailawards, een organisatie van de Belgisch-Luxemburgse Raad voor Winkelcentra (BLRW), waren de verantwoordelijken van de vastgoedbeurs Mapic euforisch: “Voor deze twaalfde editie gaan we een recordstijging van meer dan 20 % tegemoet. We rukken op naar meer dan 8000 deelnemers uit 62 landen en 800 exposerende bedrijven. We zullen de verdiepingen van het Palais des Festivals moeten afhuren. Een primeur in onze geschiedenis.”
De recordcijfers voor Mapic 2006 zijn vooral te danken aan de forse opmars van de oostelijke landen en aan de comeback van de Amerikanen. Die storten zich vijf jaar na 9/11 eindelijk weer op de Europese markt.
Wat de Belgische inbreng betreft: weinig afgewerkte grote projecten en vooral overheidsdelegaties. Er kwam al bevestiging van steden als Brussel, Antwerpen, Gent, Luik, Charleroi, Kortrijk, La Louvière, Seraing, Aarlen, Verviers en Bergen. De meesten hebben een stand gereserveerd op La Croisette.
Voor het eerst op Mapic is er ook de City Club, een platform waar steden, merkketens en ontwikkelaars elkaar ontmoeten. Er is een sessie over Antwerpen gepland, met aandacht voor de stedenbouwkundige strategie waarmee de havenstad een “aangenaam stadscentrum met een gezonde commerciële mix” probeert te creëren. Dat Antwerpen, samen met Birmingham en Lyon, deze cyclus van thematische conferenties mag beginnen, is een erkenning van de enorme heropleving van de handel in deze metropool.
Jaloers op Antwerpen
De negatieve gevolgen van de lethargie in Brussel worden zichtbaar. Zo tuimelde de hoofdstad in een jaar tijd drie plaatsen omlaag in de jaarlijkse ranglijst van Main Streets Across the World van Cushman & Wakefield, waarin 236 commerciële centra staan gerangschikt uit 47 verschillende landen. Als het kloppende hart van shoppend Brussel hier terrein moet prijsgeven, wijst dat erop dat de concurrentie wel wakker is, anticipeert en het belang inziet van een coherente positionering op het internationale speelbord.
Met afgunst wordt gekeken naar Turijn, Birmingham, Barcelona en zelfs Antwerpen, dat dit jaar ook weer stevig aanwezig is op Mapic. “Wanneer een merk een nieuw winkelconcept lanceert of een bepaalde groep een nieuw merk internationaal wil uitproberen, gebeurt dat de laatste tijd eerder in Antwerpen dan in Brussel,” merkt een specialist uit de sector op.
De jongste jaren laten de spelers op de markt niets meer aan het toeval over. De handel is een sociologisch studiefenomeen geworden. Zowel in Europa, de VS, Azië als in de rest van de wereld worden de gewoonten, gebruiken en behoeften van de consument minutieus ontleed. De merken baseren zich vervolgens op de resultaten van hun onderzoek om hun verkoopconcept en vestigingsstrategie te bepalen. Hetzelfde geldt overigens voor de projectontwikkelaars. Net als ontmoetingscentra en andere grote projecten (stations, musea, evenementen …) kan de handel in de binnenstad een heel nieuwe dynamiek creëren voor het stedelijke weefsel, het imago van een metropool en zelfs de levensstandaard van de inwoners.
Concurrentie tussen steden
“Het is van het grootste belang dat wordt ingezien welke sleutelrol de handel speelt op stadsniveau,” benadrukt Véronique Pirson, die als journaliste meer dan tien jaar ervaring heeft op het vlak van commercieel vastgoed. “De stakeholders (groot- en kleinhandelaars, projectontwikkelaars, investeerders, vastgoedmakelaars, architecten, stedenbouwkundigen, consultants en vertegenwoordigers van de steden) zijn voortdurend op zoek naar informatie die hen vooruit kan helpen. Het groeiende succes van internationale handelsbijeenkomsten als Mapic en het jaarlijkse congres van het International Council of Shopping Centers is dan ook een teken aan de wand.”
Eindelijk lijkt het erop dat het Brusselse stadsbestuur de boodschap heeft begrepen en worden er – al dan niet doelmatige – initiatieven genomen. Eind november vertrekt een belangrijke delegatie professionals uit de regio, onder leiding van de Brusselse Kamer voor Handel en Nijverheid en Brussels Export, naar Madrid om er de lokale troeven aan te prijzen. Dit nieuwe citymarketingconcept kreeg de naam Brussels Day en is aan zijn derde editie toe, na New York in 2005 en Milaan enkele maanden geleden. Hoewel dit initiatief lovenswaardig is, blijft het slechts een begin. Vandaag de dag wordt de commerciële strijd tussen de verschillende metropolen immers 365 dagen per jaar gevoerd.
“Tegenwoordig heerst er een permanente concurrentie tussen de steden om arbeidsplaatsen, onderwijs, inwoners en handel. Om consumenten aan te trekken fungeren de gemeenten als merken. Ze hebben een permanente aantrekkingskracht nodig, bijvoorbeeld door architectuur en transport,” verklaart consulent en trendwatcher Philippe Cahen, die voor het congres overkomt uit Parijs. Wat is volgens hem het belangrijkste strategische verschil tussen een stad en een merk? “Steden zijn blijvend en moeten dus zowel concurrentie voeren met hun buren als onder een vaan strijden binnen een regio. De gemeenten en de handel zijn dan ook onlosmakelijk met elkaar verbonden.”
Het is een levensles voor alle lokale functionarissen, die met de verkiezingen achter de rug weldra hun nieuwe functies zullen opnemen. Elke daad op lokaal vlak heeft, zeker in de negentien Brusselse gemeenten, een direct effect op de toekomst van de metropool.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier