Manchetknopen zijn weer in
Voor de man in de straat zijn manchetknopen vaak spullen uit grootvaders tijd. De generatie van mei 68 verwierp dan ook de manier van kleden van hun ouders en grootouders. Sinds de jaren 90 kent het juweel echter een opmars. Vooral de écht oude manchetknopen.
In de jaren 60 stierven de manchetknopen bijna een stille dood. Met de steile opmars van luxegoederen in de jaren 90 begonnen de juwelen voor mannen aan een tweede jeugd. Vooral de grote interesse voor de betere manchetknopen op veilingen bevestigt dat. Verzamelaars voeren soms een bitse strijd voor een paar unieke stukken. Opvallend is dat vooral de knopen uit de de late negentiende en de vroege twintigste eeuw populair zijn. Jo Vandercappellen van veilinghuis Athena in Brussel heeft een goed beeld over de hernieuwde populariteit van manchetknopen. Manchetknopen van goede kwaliteit vinden vlot kopers. Vandercappellen vermoedt dat het aantal verzamelaars veel groter is dan algemeen wordt aangenomen.
Manchetknopen zijn weer populair.
JO VANDERCAPPELLEN: “Dat mag je zo wel zeggen. Het aanbod wordt door de markt goed opgenomen, wat wijst op een gezonde interesse. Alle stukken van goede kwaliteit worden vlot verkocht. Dat is trouwens een algemene trend. Kwaliteit drijft boven.”
Welke stukken worden aangeboden?
VANDERCAPPELLEN: “Vooral stukken uit de jaren 1920 tot 1930 duiken geregeld op veilingen op. Ook manchetknopen uit de negentiende eeuw worden soms aangeboden. De grens ligt ergens in de buurt van 1860. Manchetknopen uit de periode daarvoor zijn zeldzamer.”
Zijn er favoriete ontwerpers?
VANDERCAPPELLEN: “We kunnen moeilijk om Fabergé heen. Hij heeft op het vlak van ontwerp een zware stempel gedrukt rond 1900. Fabergés werk werd verspreid over een groot deel van Europa, vooral in Frankrijk en Groot-Brittannië. Op veilingen krijgen we heel vaak stukken uit Rusland. Na de Russische revolutie in 1917 werd West-Europa overspoeld door Russische emigranten. Om te overleven moesten ze vaak hun juwelen verkopen. Zo zijn vele prachtstukken uit de ateliers van Fabergé in West-Europa beland. Er zijn verzamelaars die op alles bieden wat de signatuur van Fabergé draagt.”
Duiken er nog andere namen op?
VANDERCAPPELLEN: “Zeker. En dat zijn dan vooral de klassieke namen. Cartier, Breguet, Asprey, Garrard, enzovoort. Georg Jensen heeft ook veel juwelen gemaakt, maar minder manchetknopen. Slechts heel zelden komen zilveren manchetknopen, bezet met halfedelstenen op de markt. Er worden ook veel anonieme manchetknopen aangeboden. Als de kwaliteit goed is, halen die ook stevige prijzen. Ze moeten daarom zelfs niet gesigneerd zijn. Gesigneerde manchetknopen van goede kwaliteit halen steevast hoge prijzen.”
Wie koopt manchetknopen op veilingen?
VANDERCAPPELLEN: “Daar hebben we natuurlijk niet altijd een goed beeld van. Ik vermoed dat er meer verzamelaars zijn dan we op het eerste gezicht zouden denken. Hetzelfde geldt ook voor dasspelden. Op de veilingmarkten haalt kwaliteit vrijwel altijd goede prijzen. Sommige verzamelaars kopen namen of stijlrichtingen, maar de meesten mikken vooral op kwaliteit. Uiteindelijk is die toch altijd van doorslaggevend belang.”
Hoe verklaart u de interesse voor manchetknopen?
VANDERCAPPELLEN: “De uitleg is heel eenvoudig. Het zijn de enige juwelen die een man kan dragen zonder verwijfd over te komen. Bovendien geven ze een man een gekleed voorkomen. De kleren maken nog altijd de man. Bovendien zijn manchetknopen niet erg groot en daardoor relatief goedkoop. Andere juwelen zijn vaak veel duurder. Het is een misverstand dat manchetknopen ooit uit de mode waren. Ze waren er altijd, zij het misschien tijdelijk wat op de achtergrond. In ieder geval hebben ze een indrukwekkende comeback gemaakt. Mannen dragen misschien niet elke dag manchetknopen, maar wel bij feestelijke aangelegenheden. De situatie verschilt ook van land tot land. Bankiers in de Londense City komen elke dag met manchetknopen naar het werk.”
Waarom bieden mensen manchetknopen aan op veilingen?
VANDERCAPPELLEN: “Er is een groot aanbod uit erfenissen. Sommige stukken zijn al decennia in familiebezit zonder dat ze nog gedragen worden. Dat geldt voor manchetknopen uit de periode 1870 tot 1880, maar ook voor recentere stukken. We krijgen hier ook nogal wat manchetknopen uit de jaren 70 en 80.”
Is de markt voor manchetknopen een gemakkelijke markt?
VANDERCAPPELLEN: “Zeker niet, vooral omdat er vaak maar weinig informatie bestaat over manchetknopen. De waardering gebeurt hoofdzakelijk op basis van materiaal en kwaliteit, minder op basis van vakliteratuur. De ontwerper kan een belangrijke bijdrage leveren. Een periode als de art deco is erg populair, stukken uit die periode halen bijna altijd goede prijzen. Dat heeft natuurlijk ook te maken met de kwalitatief hoogstaande stukken uit die periode.”
Het goud van sommige manchetknopen bevat maar goud van negen karaat.
VANDERCAPPELLEN: “In het Verenigd Koninkrijk was en is dat de meest gebruikte standaard voor juwelen. Het karaatgehalte verschilt van land tot land. In België is 18 karaat standaard, in Nederland 14 karaat. Zuiver goud is niet hard genoeg om juwelen van te maken, zodat legeringen met koper en andere materialen noodzakelijk zijn om stevige juwelen te maken.”
Verzamelt u zelf ook manchetknopen?
VANDERCAPPELLEN: “Verzamelen is misschien een groot woord, maar af en toe voeg ik een mooi stuk toe aan mijn eigen collectie. Ik bezit bijvoorbeeld een kleine collectie manchetknopen uit de negentiende eeuw, maar ook en vooral uit de jaren 20 van de twintigste eeuw, de periode van de art nouveau en de art deco. Die stukken zijn misschien niet echt heel waardevol, maar hun kwaliteit staat buiten kijf.” (T)
Door Jos Sterk
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier