Managers geven telefonisch advies aan Afrikaanse ondernemers
Ondernemers in ontwikkelingslanden helpen met telefonisch advies van managers overal ter wereld. Met weinig middelen heeft de Britse ondernemer Chris Coghlan de fundamenten gelegd van het wereldwijde netwerk Grow Movement.
Om vooruit te gaan met je project heb je geregeld feedback nodig, liefst van iemand die weet waarover hij spreekt. Chris Coghlan (32), de oprichter van Grow Movement, vertelt het verhaal van Chikondi, een jonge vrouw die een pension uitbaat in Malawi. “Ondanks de goede locatie en het uitstekende onderhoud, kwamen er te weinig gasten. Via Grow Movement kwam ze in contact met Henry Abraham, een MBA-student aan de London Business School.”
“Uit zijn analyse bleek dat haar prijzen goedkoper waren dan die van de concurrentie, dus daaraan kon het niet liggen. Abraham opperde dat ze meer reclame kon maken voor haar zaak. Ze kregen het idee een commissie te betalen aan alle taxichauffeurs die gasten naar haar pension brachten. Nog geen twee maand later waren alle kamers de week rond vol. Zelfs een prijsverhoging had geen impact. Nu kan ze een tweede pension bouwen en zal ze meer dan tien mensen in dienst nemen.”
Haal je dat geld en die jobs dan niet gewoon weg bij haar concurrenten? “Op korte termijn wel, maar je moet het kaderen in het bredere economische plaatje: door de verbeterde concurrentie gaat iedereen efficiënter werken, waardoor nieuwe middelen vrijkomen die elders beter aangewend kunnen worden”, zegt Coghlan.
De ondernemer verzoent in zijn Grow Movement de nood aan zakelijk advies in Afrika met de ethische roeping van ervaren zakenlui, waar ook ter wereld. Tot nu toe stonden de ‘groeiconsultants’ meer dan 300 ondernemers bij in Rwanda, Oeganda en Malawi. “We gaan op zoek naar de minst ontwikkelde landen, die deel uitmaken van het armste miljard. Wat ook meetelde, was dat de mensen er goed Engels spreken en het relatief goedkoop is om er naartoe te bellen.”
Van de city naar de brousse
Na zijn eerste job als consultant bij Deloitte, werd Coghlan hefboomfondsmanager in de Londense city. Hij merkte dat veel zakenmensen wilden betrokken zijn bij een goed doel en bedacht dat ze hun kennis vanop afstand konden delen met Afrikaanse ondernemers door te bellen. Coghlan begon in 2010 in Rwanda een lokaal team. “Dat is beter voor de uitbouw van ons netwerk én goedkoper.”
In februari 2013 gaf hij zijn baan bij het hefboomfonds op en kreeg hij genoeg middelen van de Britse regering om 1200 ondernemers te coachen. Coghlan breidde zijn team uit tot zeven medewerkers en begon een Master in Public Administration (MPA) te volgen aan de prestigieuze Kennedy School in Harvard.
Onder de ondernemers bij Grow Movement vind je landbouwers, winkeliers, maar ook een installateur van zonnepanelen, een importeur van mobiele toiletten of een wedding planner. “Een goed resultaat vergt een inspanning aan beide kanten van de lijn”, zegt Coghlan. “Dat begint bij de verwachtingen. De consultants verwachten vanaf dag één een soort van dankbaarheid van de ondernemer omdat ze dit vrijwillig doen. Een ondernemer zal pas dankbaar zijn als de consultant ook echt zijn nut bewijst voor het project, en terecht. De kans op slagen is veel hoger als de consultant de ondernemer echt als een klant beschouwt.”
Daarnaast gaapt ook een culturele kloof. Afrikanen nemen het vaak niet te nauw met tijdmanagement, maar aan een zakenbankier in New York kan je beter niet vragen binnen een uurtje terug te bellen. “We werken eraan om hier meer begrip voor te laten opbrengen.” Tegelijk slaagt de communicatie erin enkele hardnekkige clichés te ontkrachten.
Coghlan vertelt het verhaal van een Chinese vrijwilligster die altijd had gedacht dat Afrikanen lui waren. Achteraf zei ze nooit een hardere werker te zijn tegengekomen dan de ondernemer aan wie ze raad had gegeven. Een op vier van de projecten gaat niet verder dan de inleidende gesprekken. Coghlan beweert nog geen klachten te hebben gekregen over slecht advies. “De ondernemers slagen er goed in te bepalen welke raad van toepassing kan zijn op hun bedrijf.”
Simon Van Dorpe
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier