Manager van het wijnkasteel

Vic Pauwels, Eric Swenden, Maurice Velge, Jean-Jacques Sioen en Albert Frère behoren tot de 75 Belgen die eigenaar zijn van een Frans wijnkasteel. Connaisseur Etienne Van Steenberghe klopte bij hen aan, degusteerde en portretteerde.

De Vlaamse wijnkenner Etienne Van Steenberghe (die ook op de radio wijntips geeft) gewaagt van een Big Belgian Boom in France. In 1988 inventariseerde hij de aanwezigheid in het overzichtswerk Vlaamse wijnbouwers in Frankrijk. Toen de uitgever hem vroeg het boek te actualiseren, zag hij al gauw in dat dit niet zomaar kon. Sommige wijnboeren waren geruisloos van het toneel verdwenen, terwijl vele anderen hun intrede gemaakt hadden.

Bovendien wilde hij zich niet meer beperken tot de Vlaamse pioniers. Hij telde 75 Belgen met één of zelfs meer sleutels van châteaus. Enkelen hielden de poort dicht of wilden niet in het overzicht opgenomen worden. Uiteindelijk kon Van Steenberghe 52 Belgen selecteren in zijn luxe-inventaris Belgische wijnbouwers in Frankrijk. Stipt hij aan: “De Belgische aanwezigheid in de Franse wijnwereld is niet langer een fait divers, maar groeide uit tot een apart fenomeen.”

Albert Frère.

Managers blijven managers, ook bij het knetterende haardvuur in hun Bordelese château. Bij sommige ligt dit voor de hand, omdat ze van wijn hun voornaamste business gemaakt hebben. Denk maar aan de stevig in Frankrijk vertakte familie Thienpont. Hun wijnverhaal begint bij Georges Thienpont (1883-1962), medestichter van de Kredietbank. In 1912 nam hij een wijnhandel over, die vandaag nog altijd floreert in het 16de-eeuwse Hof te Cattebeke in het Oost-Vlaamse Etikhove. In 1921 kocht hij Château Troplong Mondot in Saint-Emilion. Drie jaar later verwierf hij ook het prestigieuze Vieux Château Certan in Pomerol.

Even leek het erop dat het wijnavontuur niet lang zou duren. Een noodlottige combinatie van slechte wijnoogsten en de ineenstorting van de beurs in Wall Street verplichtten Thienpont het kasteel in Saint-Emilion in 1935 van de hand te doen, terwijl hij Certan slechts met veel moeite kon behouden. Na de Tweede Wereldoorlog trokken ook de kinderen naar Frankrijk en gingen er mettertijd hun eigen weg. Momenteel staat de derde generatie aan het (eikenhouten) vat. De meeste Thienponts behoren zelfs tot de absolute wijntop. Denk maar aan Jacques, die in 1979 Le Pin verwierf, een pomerol die in de vakpers vaak vergeleken wordt met de wel eens ongenaakbaar geachte Château Pétrus.

Nog andere wereldtoppers uit Bordeaux behoren toe aan Belgische ondernemers. Baron Albert Frère kocht in het najaar van 1998 Château Cheval Blanc, ook al in Saint-Emilion. Volgens schattingen van specialisten telde hij er bijna 6 miljard frank voor neer. Hij verrichtte de transactie samen met zijn Franse vriend Bernard Arnault, voorzitter van de luxeproductengroep Moët Hennessy Louis Vuitton. In 1998 boekte het château alvast 200 miljoen frank winst (voor belastingen) op een jaarproductie van 10.000 kisten. In Distripar, de poot van de Nationale Portefeuillemaatschappij (NPM) waarin Frère zijn luxeproducten gebundeld heeft, prijken inmiddels nog andere aandelen die connaisseurs doen wegdromen, zoals participaties in de Domaines de Rothschild en L’Evangile in Pomerol.

Vic Pauwels.

Nadat Vic Pauwels het roer van Pauwels International, producent van elektrische transformatoren, overdroeg aan Reiner Kaivers, trok hij van Mechelen naar Prayssac in het zuidwesten van Frankrijk. Daar geniet hij nu van “een gloedvolle passie gesteund op een rationele verantwoording”. Leven als God in een Frans wijnkasteel vereist paradoxaal genoeg een professionele aanpak. De wijngaarden van Domaine du Théron waren goed verzorgd, maar de bedrijfsgebouwen liet Pauwels volledig vernieuwen. Ook de woning kreeg een opknapbeurt, waarbij een vleugel omgebouwd werd tot gastenverblijf.

In dezelfde streek, de Cahors, vinden we ook Eric Swenden, voorzitter van de groep Vandemoortele en van de Federatie van de Belgische Voedingsindustrie (Fevia). Jarenlang bracht hij zijn vrije tijd grotendeels door als zeiler voor de Bretoense kust. Toen de familie genoeg had van het vaak grijze, gure weer, werd een zuiders plekje gezocht. Swenden stuitte er op Château Gautoul, eigendom van de Parijse driesterrenkok Alain Senderens, die zich wellicht verkeken had op de financiële impact van de renovatie.

Het charmantste verhaal komt van copywriter Jan Parys uit Kortenberg, die eind jaren ’80 zijn vrouw eindelijk kon overtuigen om hun spaargeld te investeren in een rustig oord ver weg van de hectische reclamewereld. In Médoc kocht het paar een vervallen boerderij met de restanten van een graanmolen. Pas na de koop vernamen ze dat de grond midden in een appellation contrôlée ligt. Voor een zacht prijsje hadden ze een heus wijndomein aangekocht. De rust werd ingeruild voor een nieuwe ambitie. Met de nodige ouderlijke financiële steun en in een joint venture met een Franse buur bouwde hij het domein weer op. In 1993 volgde de eerste oogst van het herrezen Château Chano.

Etienne Van Steenberghe, Belgische wijnbouwers in Frankrijk. Lannoo, 252 blz., 1980 fr.

luc de decker

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content