Mammon.

Je hebt rijk en superrijk. Het verschil is meer dan een nuance. Piet Van Waeyenberge (65) is stinkend rijk. Met zijn halve eeuw zakendoen in zuivel, voeding, vastgoed en durfkapitaal vergaarde hij een fortuin. Hij en zijn familieleden handelen en wandelen nu op het niveau of het elan van de Kronackers, Wittoucks, Ullens de Schotens, Boëls, Solvays en Janssens, de traditionele zakendynastieën, de geldelite (zie blz. 38). Hij is het nec plus ultra van de homo sapiens pecuniosus. En het mikpunt van afgunst en spot.

Met een knipoog speurt Richard Conniff in zijn recente boek ‘Beestachtig rijk – de rijken der aarde als eigenaardige diersoort’ naar dezelfde gedragskenmerken tussen chimpansees en gefortuneerden. Een eigen taal, eigen gedragscodes en gewoonten, het is geen toeval. Rijke mensen hebben geen makkelijk leven. Ze worden nagewezen door hun minder bemiddelde soortgenoten, bedrogen door ‘vrienden’ en moeten voldoen aan de hoge verwachtingen van familie en maatschappij. Aan een rijkaard – zoals Piet Van Waeyenberge – zien andere mensen meteen een prijskaartje bengelen.

Rijkdom is een bizar fenomeen. Vraag aan studenten van Harvard University wat hun voorkeur wegdraagt: (1) een jaarlijkse wedde van 50.000 dollar en dubbel zoveel als de andere collega’s, of (2) een wedde van 100.000 dollar terwijl de anderen twee keer zoveel verdienen. Hun keuze, zo blijkt uit onderzoek: optie 1. Veel geld verdienen went, meer verdienen stimuleert.

Rijkdom heeft iets darwinistisch. Dominantie, status en voort- planting – het woord ‘dynastie’ is al gevallen – zijn de instinctieve drijfveren. De Rothschilds deden zelfs aan inteelt om te verhinderen dat hun rijkdom over te veel afstammelingen zou worden verspreid. Rijkdom als pose (“kijk eens hoe weinig geld voor mij betekent”) mondt uit in absurde spil- en pronkzucht. Een legertje huispersoneel in dienst nemen dat uitblinkt in onproductiviteit, om aan te tonen hoe afstandelijk je bent tegenover wereldse beslommeringen zoals efficiëntie, is een van die dingen die de econoom Thorstein Veblen zwaar op de korrel nam.

Rijkaards trappen snel in de val van het passieve kapitaal. Hun geld dat ze door economisch dynamisme (vrije markt) en netwerking (de duw in de rug van een overheid) hebben geaccumuleerd, wordt in zekerheid geïnvesteerd, krijgt een defensief karakter of wordt opgepot om de belangen van het nageslacht te dienen. Het is voor die verleiding – en dat is een rode draad in het netwerkdossier dat u in deze Trends gepresenteerd krijgt – dat Piet Van Waeyenberge steeds beducht bleef.

Wat deze Vlaming met andere gefortuneerden gemeen heeft, is zijn generositeit. “Ze zijn exuberant rijk, maar doen er maatschappelijk en cultureel iets voor terug: renovaties, muziek, De Warande en zo verder,” stelde Frans Crols vast bij het uiteenrafelen van Van Waeyenberges netwerk, relaties en projecten. Zou het kunnen dat vermogende mensen vandaag psychologisch gediscrimineerd worden? Zo rijk zijn als Croesus: het hoort niet, het zou niet mogen, het is onethisch.

De familiale groep van Piet Van Waeyenberge noemt zichzelf De Eik. Zijn vader had een voorliefde voor die boom. Een eik groeit traag, is zeer sterk en wordt eeuwenoud. Grieken en Romeinen zagen erin de verpersoonlijking van Zeus of Jupiter, en ook voor de oude Germanen was de boom heilig. Een mooiere symboliek is er niet. Het geschikte antidotum voor onze afgunstmaatschappij, want stukken beter dan de mammon.

Piet Depuydt

Rijke mensen worden nagewezen door hun minder bemiddelde soortgenoten, bedrogen door ‘vrienden’ en moeten voldoen aan de hoge verwachtingen van familie en maatschappij.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content