MAKELAARDIJ. Ontdek je plekje

Makelaarsverenigingen op zoek naar hun specifieke taak na de komst van het Belgisch Instituut van de Vastgoedmakelaar (BIV).

Sinds 13 oktober 1993 is het beroep van vastgoedmakelaar officieel erkend. Het Koninklijk Besluit dat hiervoor zorgde, leidde tot de oprichting van een “Belgisch Instituut van de Vastgoedmakelaar” (BIV). Deze instelling zal onder meer zorgen voor de strikte toegepassing van deontologische regels en voor het vastleggen van vaste tarieven.

VALS GEBIT.

Voorlopig is het instituut echter een waakhond zonder tanden. Inbreuken op de deontologische regels kunnen worden vastgesteld en aangeklaagd, maar niet worden bestraft. Het voorstel om het BIV ook sancties te laten opleggen, moet nog door de Raad van State onderzocht en door de ministerraad goedgekeurd worden, een procedure die naar verwachting nog een jaar in beslag zal nemen.

Op termijn wil het instituut echter meer taken op zich nemen. Ook veel van de opdrachten die instellingen als de Confederatie van Immobiliënberoepen (CIB), de Unie van Immobiliënmakelaars (UIB) en de Vlaamse Vastgoedfederatie (VVF) uitvoeren. Houden CIB, UIB en VVF dan op te bestaan ? Helemaal niet, beweren vertegenwoordigers van deze instellingen strijdvaardig. Ze wijzen op hun dienstverlenend karakter (een eigenschap die het BIV niet bezit) en op hun taak als vakbond van de makelaars.

Rufin Lamsens en Jacques Gobert, respektievelijk ondervoorzitter en voorzitter van de UIB, leggen de nadruk op de syndikale taak van hun vereniging. De Unie publiceert een “inlichtingsbulletin”, met het laatste nieuws inzake vastgoed, uitleg over nieuwe wetten en regels, en juridische studies die voor de sektor van belang zijn. De Unie biedt verder permanente juridische bijstand, organizeert seminaries en levert op vraag van de leden typekontrakten.

De CIB biedt min of meer dezelfde diensten aan. De Vlaamse Vastgoedfederatie (VVF) ziet voor zichzelf een dubbele opdracht weggelegd : de belangen van VVF-leden behartigen binnen het nieuwe instituut (en initiatieven van plaatselijke makelaars steunen), en informatie en diensten verstrekken. Dat kan via seminaries, workshops en de maandelijkse nieuwsbrief Vast-Goed Nieuws.

VERSNIPPERING.

Kleine nuanceverschillen kunnen niet verdoezelen dat de drie verenigingen nagenoeg dezelfde doelstellingen hebben. Waarom dan niet één drukkingsgroep vormen ? “Omdat er onverenigbare verschillen bestaan tussen de filozofieën van de CIB, de UIB en de VVF, ” beweren vertegenwoordigers van de drie makelaarsverenigingen. De recente toenaderingspogingen tussen CIB, UIB en VVF leverden geen resultaat op.

Gevolg : elk van de drie verenigingen moet nu afzonderlijk de leden ervan overtuigen dat lidmaatschap ook na de komst van het BIV nog zin heeft. Of beter : dat het zin heeft naast het verplichte lidgeld van het BIV (12.000 frank) ook de bijdrage aan respektievelijk CIB, VVF en UIB te betalen. De UIB belooft de leden in ruil voor hun 7500 frank per jaar seminaries, telefonisch advies, een maandelijkse publikatie en de (syndikale) verdediging van de belangen van de leden bij het BIV. De VVF legt de nadruk op het abonnement op de vastgoednieuwsbrief van Ced-Samson die in het lidgeld (9800 frank) begrepen is.

Geert Wellens