Maîtresse op papier
Ik rust weldra in vrede. Maar hoe ontwijken mijn dierbaren de peperdure successierechten…
– Met een simpele handgift spelen we het waarschijnlijk wat àl te doorzichtig ?
– BONTE : Toch is deze metode niet zonder meer af te schrijven. Roerende goederen die men minstens drie jaar vóór overlijden wegschonk zonder tussenkomst van een notaris, dragen geen successierechten. Zorg in dit geval wèl voor een schriftelijk bewijs van de handgift, met vermelding van de datum.
– Stel : het overlijden volgt 35 maanden na de handgift. Pech gehad ?
– VEREYCKEN : Dat is een verzekerbaar risico. Werd zo’n kontrakt afgesloten, dan betaalt de verzekeringsmaatschappij de successierechten wanneer de verzekerde binnen de drie jaar na de schenking sterft.
– Zieke mensen kunnen zo’n biezondere “levensverzekering” vaak niet afsluiten. Hebben zij een alternatief ?
– BONTE : Zij kunnen verhuizen naar Luxemburg of Spanje. In Luxemburg worden geen successierechten geheven tussen ouders en kinderen. In Spanje zijn enkel successierechten verschuldigd wanneer de erfgenamen in dat land gevestigd zijn.
De Belgische wetgever bepaalt dat enkel successierechten worden geheven wanneer de erflater in België woonde. Wanneer bij overlijden de erflater in Spanje woont en de erfgenamen in België, valt de erfenis tussen twee stoelen. Er zijn geen successierechten verschuldigd.
Maar let op : de overledene moet ook effektief in Luxemburg of Spanje gewoond hebben. Een louter fiktief adres volstaat niet. Dan kijkt de fiskus door het opzet heen en zit je wel met successierechten.
– Hebben jullie nog vluchtwegen achter de hand ?
– VEREYCKEN : Er bestaat een vrij simpele verzekeringskonstruktie om successierechten te ontwijken. Stel : een man bezit 10 miljoen. Hij kan dan met zijn verzekeraar een zuiver levensverzekeringskontrakt zonder overlijdensdekking sluiten, waarbij hij zijn 10 miljoen als eenmalige premie stort. Indien hij bijvoorbeeld na vijf jaar nog in leven is, zal de maatschappij hem deze som terugstorten, opgerent tegen 4,75 % per jaar en eventueel vermeerderd met een winstbijdrage.
Tegelijk wordt voor hetzelfde bedrag een tweede kontrakt afgesloten om ook het overlijden binnen deze periode te verzekeren. Hier gaat het dus om een overlijdenspolis zonder dekking bij leven. Begunstigde : de persoon die men wil laten erven.
Blijft de verzekerde in leven, dan ontvangt hij na vijf jaar zelf zijn kapitaal terug. Sterft hij, dan gaat het geld naar de aangeduide begunstigde in het overlijdenskontrakt. Wanneer die de premie betaalt van het kontrakt eventueel middels handgift ontvangen van de gefortuneerde verzekerde vist de fiskus volledig achter het net.
– BONTE : Deze tweede polis wordt ook de maîtresse-verzekering genoemd. Zo’n kontrakt is vooral aangewezen indien tussen verzekerde en begunstigde geen enkele familierelatie bestaat. Dan ligt het tarief van de successierechten immers zeer hoog. Bovendien is de overeenkomst met name aangewezen wanneer de leeftijd van de verzekerde tussen 30 en 65 jaar schommelt. Voor oudere personen is het een erg dure onderneming.
– En bij een verhoogd risico zal de maatschappij de overlijdensverzekering niet toestaan.
– VEREYCKEN : Tenzij ze natuurlijk ook de zuivere levensverzekering met de zieke als begunstigde kan afsluiten. In dat geval weet zij zeker dat het verzekerde bedrag slechts één keer dient uitbetaald : aan de langstlevende persoon.
De premie voor de overlijdensverzekering wordt opgetrokken, rekening houdend met het verhoogde risico. De premie voor de levensverzekering zal echter lager liggen, gezien de kleinere kans dat de verzekerde bij afloop van het kontrakt nog in leven is.
– SLEGERS : Als men dit systeem korrekt toepast, kan het een mooi alternatief voor de handgift vormen. Probleem is wel dat de verzekerde geen jaarlijks rendement uit zijn vermogen haalt. Het rendement wordt uitgesteld tot de vervaldag van het kontrakt.
– VEREYCKEN : Daar valt een mouw aan te passen. De verzekerde kan een gedeelte van het kapitaal afkopen vóór vervaldag. Meestal tegen een 5 %-kost.
– Het rendement van de verzekerde is beperkt tot 4,75 %, eventueel aangevuld met een winstdeelname. Maar hij heeft geen zekerheden terzake.
– VEREYCKEN : De polis kan ook gekoppeld worden aan een beleggingsfonds. Het mogelijke rendement is dan hoger. Net als het risico, natuurlijk.
Bovendien is er de tontine, een techniek gebaseerd op een kanskontrakt en vooral geschikt bij de aankoop van een onroerend goed. In de koopovereenkomst wordt bepaald dat de langstlevende partner het goed volledig zal verkrijgen bij overlijden van de ander. Beiden hebben dus de kans eigenaar te worden. Wie als eerste overlijdt, wordt geacht nooit eigenaar te zijn geweest. Zodat geen successierechten verschuldigd zijn.
– BONTE : Dat systeem heeft ook tal van nadelen. Eerst en vooral moeten beide partners de woning samen aankopen. Wanneer één van hen het gebouw al bezat, is de techniek onmogelijk. Bovendien gaat bij overlijden het onroerend goed volledig naar de langstlevende en diens familie. Zijn eigen familie kan nooit meer van hem erven. Ook dat wordt gebeurlijk als een nadeel ervaren.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier