‘Mag ik alstublieft werken?’
Ze zijn met naar schatting 20.000 en dragen bij tot de economie, maar de meeste Vlaamse ondernemers met een beperking missen de nodige financiële steun. “De maatschappij wil te veel voor ons ‘zorgen’, maar wij willen gewoon ondernemen.”
“We kunnen toch beter werken dan van een uitkering leven?”, vraagt Luc Demarez retorisch. Hij is rolstoelgebruiker, maar gelukkig voltijds betaald als directeur van Handicap Zelfstandig Ondernemend (HAZO). Die belangenvereniging wordt sinds begin 2012 gesubsidieerd door het Vlaams Agentschap voor Ondernemen. Ze verdedigt de belangen van ondernemers met een arbeidshandicap, geeft hen persoonlijk advies en organiseert focusgroepen en gespreksavonden. De ondernemers botsen helaas op dezelfde, financiële muur.
Een ondernemer met een beperking geniet een Vlaamse ondersteuningspremie (VOP) van de eerste vijftien maanden ongeveer 600 euro per kwartaal en daarna 400 euro. Het gaat om 40 procent en later 20 procent van het referteloon en dat is gelijk aan het gemiddeld gewaarborgd minimummaandinkomen (ggmmi) van 1501,82 euro. Een werkgever die een gehandicapte in dienst neemt, is veel beter af. Hij recupereert via de VOP elk kwartaal 40 procent van de totale loonkosten. Dat kan na een jaar zelfs tot 60 procent oplopen bij een zware handicap, als de werkgever die verhoging aanvraagt en een goedkeuring krijgt.
“Misschien wil de overheid vermijden dat er misbruik wordt gemaakt van de VOP voor zelfstandigen, dat sommige mensen de premie aanvragen maar niet echt een activiteit uitvoeren. Dat kan ik enigszins begrijpen, maar de premie zou juist hoger moeten zijn voor zelfstandige ondernemers. Zij nemen een financieel risico en creëren zelf hun werk en mogelijk dat van anderen”, zegt Demarez.
“Sommige ondernemers hebben ook nood aan assistentiepersoneel en daartoe is de VOP sowieso veel te beperkt. HAZO pleit voor een arbeidsassistentiebudget. Dat kan geput worden uit de middelen ter bevordering van de werkgelegenheid die van het federaal niveau naar Vlaanderen worden overgeheveld.”
Onaangepaste premie
De VOP ontstond als stimulans voor werkgevers om gehandicapten aan te werven. “De VOP voor zelfstandigen is daaruit afgeleid, maar is niet aangepast aan de situatie van ondernemers met een beperking”, zegt Demarez. “De premie kan bijvoorbeeld alleen verkregen worden in hoofdberoep en niet in bijberoep, terwijl onze leden juist vaak fysiek niet in staat zijn om voltijds te werken. Een hogere premie zou dan een compensatie kunnen zijn.”
“Om de VOP te verkrijgen, moet de ondernemer aantonen dat hij in de afgelopen jaren minstens het ggmmi heeft verdiend, maar om medische redenen slagen ze daar niet altijd in. Dat is ook zo absurd aan de regeling. Mensen die een premie nodig hebben omdat ze onvoldoende kunnen verdienen, moeten aantonen… dat ze voldoende verdiend hebben!”
Een bijkomend euvel is dat de VOP om budgettaire redenen alleen geldt voor ondernemers die na 1 oktober 2008 hun zaak zijn gestart. HAZO vraagt om minstens individuele uitzonderingen daarop mogelijk te maken.
Recht op werk
Naast de VOP op Vlaams niveau bestaat er voor gehandicapten de federale inkomensvervangende tegemoetkoming. Die kan worden toegekend aan al wie door zijn beperking niet kan werken of niet over een inkomen kan beschikken, of aan al wie maximaal een derde kan verdienen ‘van wat een valide persoon op de algemene arbeidsmarkt kan verdienen’. Dit moet door een bevoegde arts worden vastgesteld.
“Van dit stelsel kunnen de meeste zelfstandige ondernemers geen gebruik maken, want zij kunnen meestal meer verdienen. Tegelijk ligt de VOP dan weer te laag om een eigen zaak overeind te houden.” Demarez spreekt van een ontmoedigingseffect en een werkloosheidsval. “Personen met een handicap die geen job in loondienst kunnen vinden, worden aangemoedigd om van een uitkering te leven. Ze nemen het risico niet en passen voor een avontuur dat veel inspanning vergt.”
HAZO heeft een voorstel. “De overheid kan kijken naar wat er in een doorsneezaak in een bepaalde branche verdiend wordt en het rendementsverlies dekken dat door de handicap wordt veroorzaakt. Of draai de zaken om en zorg er federaal voor dat je de inkomensvervangende tegemoetkoming kunt behouden als je meer werkt.”
Zelfstandige ondernemers met een handicap hebben nood aan redelijke aanpassingen, een dekking voor het rendementsverlies of, bij een zware beperking, aan een persoonlijke assistent. Rijst de rekening dan de pan niet uit? “Je moet denken aan de terugverdieneffecten via belastingen”, zegt Demarez.
“En er zijn ook de maatschappelijke kosten van iemand die thuis zit zonder werk. Hoe is het met zijn psychisch welbevinden gesteld? Personen met een handicap worden nog vaak geweerd uit bedrijven, dus moet je hen de kans geven zelf een zaak op te starten. Het VN-Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap formuleert het recht op werk en op zelfstandig ondernemen. Wij willen en mogen werken en het werk moet mogelijk worden gemaakt.”
JOHAN DE CROM, FOTOGRAFIE JELLE VERMEERSCH
“Gehandicapten worden nog vaak geweerd uit bedrijven, dus moet je hen de kans geven zelf een zaak op te starten” Luc Demarez, HAZO
“Personen met een handicap die geen job in loondienst kunnen vinden, worden aangemoedigd om van een uitkering te leven.” Luc Demarez
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier