Madame est servie
De verborgen wereld der dienstmeiden
Na het boek “Madame est servie” van Diane De Keyzer, focust nu ook een gelijknamige tentoonstelling op een vergeten groep : het dienstpersoneel.
TEKST : LUC DE DECKER / FOTO’S : MARNIX VAN ESBROECK
Een halve eeuw ligt de nachtmerrie achter haar, maar Justine Colman krijgt er nog altijd een bittere smaak van. Ze was niet eens 14 toen ze ging dienen bij de baron. “Wat ik er geleerd heb ? Dagelijks het parket schuren tot mijn handen onder het bloed zaten. Als madame de barones het niet goed vond, sloeg ze op de kneukels. En het dééd pijn.” De rijzige dame vouwt haar handen en bekijkt ze enkele seconden lang. De sporen zijn lang uitgewist, de vernedering niet. “We kregen nauwelijks voldoende te eten. Gelukkig hadden we een goede cordon-bleu, die wat voor ons opzij zette.”
Justine vertelt het aan de eettafel, getooid met een porseleinen servies uit het Parijs van 1876 en damasten servetten met geborduurd wapenschild. Ze zit op de ereplaats in het neogotische zomerkasteel van Louvignies. Helaas diende ze hier nooit. Bij graaf de Villegas de Saint-Pierre werd het huispersoneel steeds onberispelijk behandeld, zo bevestigen diverse getuigen. De huidige bewoners, die de winter in Brussel doorbrengen, vormen zelfs één van de schaarse werkgevers, die open stonden voor het documentaire boek Madame est servie, waarin Diane De Keyzer tientallen getuigenissen van dienstboden optekende. Ongeveer de helft onder hen kijkt verbitterd terug, de andere helft sluit zich eerder aan bij Zoë Paduat, de bijna 80-jarige gewezen femme de chambre, die ons rondleidde door het kasteel. Na het boek is er nu immers de gelijknamige tentoonstelling, waarbij het kasteel grotendeels bezocht kan worden met de nadruk op de werk- en woonvertrekken van de dienstboden.
Met zijn majestueuze
Sarasijnentoren verwacht je elk ogenblik dat er een gravin met pijpenkrullen in een jurk van geplisseerde zijde verschijnt in het met verdures afgeboorde salon. Vreemd genoeg schuilt de meeste bekoring van het parmantige oord in de weggemoffelde souterrains. Via een haast gecamoufleerde ingang daal je af in de koele duisternis van de provisie-, pekel- en wasruimten onder de zware gewelven. En in de imponerende kelderkeuken.
Zoë streelt de withouten kleine tafel, die allesbehalve klein uitvalt, maar zo genoemd werd omdat hier de downstairs-wereld de maaltijden nuttigde. “Ze werd schoon geschuurd met zand en mergel.” Zoë wijst ons op de zetel, een voorrecht voor de cuisinière of keukenmeid. Pronkstuk is beslist het fornuis uit gietijzer. De vier ovens en kookplaten werden verwarmd met kolen, een complex karwei.
Zonder elektrische snufjes werden er de meest copieuze haute cuisine-maaltijden volledig bereid. “Zelfs de gelatine maakten we zelf. Daarvoor werden botten gekookt.” In ruil voor een witteke of bokbier bracht de postbode hier het nieuws uit de buitenwereld.
Met smetteloos
witte handschoenen droegen talloze femmes de chambre en valets de zilveren schotels via de diensttrap naar de grote tafel. Als de tafel klaar stond, zwaaide de dienstmeid (in haar zwarte jurk en gesteven witte kanten schortje) de pompeuze deur open en meldde plechtig : “Madame est servie.” Op dat sein begaven de heren zich naar hun tafeldame, namen haar ridderlijk bij de arm en begeleidden haar naar haar vaste plaats aan de dis.
Via de krappe diensttrap gaan we naar de eerste verdieping, waar de meesters sliepen. Een verdieping hoger sliepen de dienstboden én de jongste kinderen. Zo werd de nachtrust van de ouders niet gestoord. Dezelfde gang geeft ook uit op de linnenkamer, waar de lingère letterlijk de lakens uitdeelde. In de strijkkamer neemt Zoë één van de 25 strijkijzers. We krijgen een deskundige uitleg over de geduldige klus met behulp van allerhande soorten was. “Hoe kan je anders degelijk strijken ? Ik doe het nog altijd op deze manier.”
Het kasteel van Louvignies bevindt zich op 7 km van Soignies (Zinnik). Nog tot 31 oktober zijn bezoeken mogelijk. Na afspraak : (067) 45.83.55. Het boek is uitgegeven bij Van Halewyck, 376 blz., 898 fr.
Zoë Paduat in de linnenkamer.
Justine Colman in de kelderkeuken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier