Zakenadvocaat Philippe Snel: ‘De Chinese draak is wakker, en hij zal niet meer gaan slapen’
De sukkelende Chinese economie valt steeds meer uit de gratie van buitenlandse investeerders. Zij zouden twee keer moeten nadenken, vindt Philippe Snel, een Belgische zakenadvocaat in Sjanghai. Het potentieel van de Chinese markt blijft enorm. “China zal niet verdwijnen omdat het nu even minder goed gaat.”
Investeren in China: is het sop nog de kolen waard? Steeds minder, aldus een rapport van de Europese Kamer van Koophandel in China (EUCCC). Het probleem ligt niet zozeer bij de economie. Die ligt in de lappenmand, met haar overcapaciteit, zware vastgoedcrisis, zwakke consumptie en vertraagde groei. Veel zorgwekkender is dat de Chinese overheid daar weinig van wakker lijkt te liggen. Ze is meer bekommerd om zelfvoorziening, een sterkere rol voor de staatsbedrijven, en vooral nationale veiligheid, volgens het rapport. Zo worstelen Europese bedrijven met nieuwe veiligheidsvoorschriften, zoals de wet op staatsgeheimen en de anti-spionagewet. “Wat voor relatie wil China eigenlijk met buitenlandse bedrijven?” vraagt EUCCC-voorzitter Jens Eskelund zich vertwijfeld af in het rapport.
Je moest altijd al tegen een stootje kunnen om zaken te doen in China. Het was de aanvaardbare toegangsprijs tot een grote en groeiende markt, aldus de EUCCC. Maar steeds meer Europese bedrijven vinden dat de baten niet langer opwegen tegen de risico’s. Bij twee derde van de EUCCC-leden is de winstmarge in China kleiner of hoogstens gelijk aan het wereldwijde gemiddelde. De bedrijven lijken hun conclusies te trekken. In het eerst halfjaar is de instroom aan buitenlandse investeringen in China met 29 procent gezakt tegenover dezelfde periode vorig jaar.
Sinds september is de Chinese overheid met monetaire en budgettaire stimuleringsmaatregelen op de proppen gekomen, maar het valt te betwijfelen of dat ook het economische tij zal kunnen keren. Het wordt een werk van lange adem om het vertrouwen van westerse bedrijven terug te winnen, beseft ook Philippe Snel, die al twintig jaar actief is als zakenadvocaat in China. “Vroeger moest ik niet weg uit Sjanghai om buitenlandse klanten te zien. Ze kwamen zelf naar Sjanghai, bij de vleet. Nu is het omgekeerd. Buitenlandse bedrijven kijken vandaag met heel andere ogen naar de Chinese economie. The love is gone.”
Tijdens de coronapandemie ging Sjanghai, het economische hart van China, volledig op slot. De gigantische economische verliezen deerden de overheid blijkbaar niet. Je zou als buitenlands bedrijf voor minder China de rug toekeren.
PHILIPPE SNEL. “De loodzware lockdown heeft iets gebroken, dat is juist. Het politieke risico voor een buitenlandse investeerder is niet langer nul, terwijl het dat vroeger wel was. Maar daarmee is de Chinese markt nog niet verdwenen.”
In een memorandum schrijft u: ‘Dit is het beste moment in twintig jaar om te investeren in China.’ Dat moet u toch eens goed uitleggen.
SNEL. “De Chinese economie heeft groei nodig, en voor die groei heeft China buitenlandse investeringen nodig, nog altijd. Uit het succes van de Chinese elektrische auto’s leiden we te snel af dat de Chinese industrie ver vooruit is op de onze. In heel wat sectoren kan China westerse knowhow gebruiken, zoals biotechnologie, medische technologie, robotisering en automatisering, maar net zo goed pretparken, theaters en de rest van de amusementssector. Daarom rolt de Chinese overheid de rode loper uit voor buitenlandse investeerders, met voorwaarden die de beste zijn van de jongste twintig jaar: industrieterreinen tegen zwaar verminderde prijzen en lagere energiekosten dan ooit. Van arbeidsmarktkrapte is geen sprake, integendeel. Universitair afgestudeerden moeten werken als fietskoerier.”
De Chinese economie heeft groei nodig, en voor die groei heeft China buitenlandse investeringen nodig, nog altijd
Philippe Snel,
zakenadvocaat in China
Wat met de nieuwe veiligheidswetten? ‘Zelfs een bodemstaal kan in China een staatsgeheim zijn’, zei Jens Eskelund, voorzitter van de Europese Kamer van Koophandel in China, vorig jaar in Trends.
SNEL. “De regeldruk is zwaarder dan vroeger. Maar dat leidt ook tot meer duidelijkheid en voorspelbaarheid. Wie de regels niet naleeft, moet weten dat er gevolgen zijn. Verzamel je data over klanten en personeel, check dan of die data niet onder de categorie van gevoelige informatie vallen. Diepgaande marktonderzoeken en opiniepeilingen zijn uit den boze als je daarvoor geen toelating hebt. Wie zijn huiswerk maakt, loopt geen gevaar.”
Behalve misschien als ik een hightechbedrijf opstart in China. Moet ik nog altijd vrezen voor het illegaal kopiëren van mijn technologie?
SNEL. “Ik verkondig het al tien jaar: er is geen probleem meer met de bescherming van het intellectuele-eigendomsrecht in China. De regelgeving bestaat en is goed uitgewerkt. Maak er dan ook gebruik van. Ik durf zelfs te zeggen dat de regelgeving in menig opzicht efficiënter werkt dan de Europese.”
Word ik nog altijd gedwongen om mijn technologie te delen met een Chinese zakenpartner?
SNEL. “Die verhalen over de gedwongen overdracht van technologie zijn gewoon niet waar. Je kunt perfect op eigen houtje investeren in China. De vraag is of dat altijd de beste optie is. Want je zal niet dezelfde toegang hebben tot de Chinese markt als een lokale speler. Het is geen toeval dat zelfs een groot bedrijf als Airbus vliegtuigen bouwt in China in een joint venture met zijn Chinese sectorgenoot Comac, want die heeft de beste relaties met de Chinese luchtvaartmaatschappijen.”
Fijn, maar hoe zit het met de Chinese vraag? De vastgoedcrisis weegt zwaar op het consumentenvertrouwen en de consumptie, en zo op de groei.
SNEL. “Dat klopt. Maar de zwakke consumptie ligt niet alleen aan de vastgoedcrisis. De coronapandemie heeft het vertrouwen van de Chinese burgers in de veerkracht van de economie duidelijk geraakt. Wat staat de burgers te wachten bij een volgende grote crisis? Die nieuwe handtas van Louis Vuitton of de allernieuwste iPhone kunnen dus het best wachten, een spaarbuffer is nu belangrijker dan ooit. Het punt is echter: het Chinese consumptiepotentieel is niet verdwenen. De consumptie komt heus wel terug.”
Ik verkondig het al tien jaar: er is geen probleem meer met de bescherming van het intellectueel eigendomsrecht in China
Hoelang zullen we daarop moeten wachten?
SNEL. “Tegen 2025 behoort meer dan de helft van de Chinese gezinnen tot de categorie van de hoge en middelhoge inkomens. 57 procent van de Chinese consumenten eet regelmatig vlees, wat meer is dan in Nederland, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Chinezen eten ook kwalitatief beter. Voor kwaliteitsvoeding is de markt gigantisch. Wij begeleiden een Belgische klant in die sector. Chinese sectorgenoten boden hem aan zijn product in hun aanvoerketen te integreren. Het zou waanzin zijn om zo’n kans niet te grijpen.”
In de jaarlijkse enquête van de Europese Kamer van Koophandel is het pessimisme naar een record gestegen: 68 procent van de Europese bedrijven in China zegt dat het ondernemersklimaat er moeilijker is geworden. En toch wilt u opnieuw bedrijven winnen voor China.
SNEL. “Het is er mij niet om te doen de lof van China te zingen. Er blijven problemen, en er komen er nieuwe bij. Denk maar aan de enorme vergrijzing, waarop China antwoorden zal moeten vinden. Doorgedreven automatisering is zo’n antwoord, net als artificiële intelligentie. China zal ook niet zonder immigratie kunnen, wat vandaag omzeggens onmogelijk is in het land. Maar China zal niet verdwijnen omdat het nu even minder goed gaat. Tot 1750 was China de grootste economie ter wereld, en ze zal opnieuw de grootste worden, of dat nu over twintig, dertig of veertig jaar gebeurt (in termen van koopkrachtpariteit is China al de grootste economie ter wereld, nvdr). Slechts weinig bedrijven kunnen het zich veroorloven die realiteit te negeren. China valt niet meer weg te denken. De draak is wakker, en hij zal niet meer gaan slapen.”
China, het hulpje van Christine Lagarde
Royale overheidssubsidies en massale investeringen zorgen voor overcapaciteit in de Chinese industrie. Dat brengt de Europese industrie in ademnood – denk maar aan de teloorgang van onze zonnepanelenindustrie destijds – maar drukt ook de Europese inflatie, en verlicht zo het werk ECB-voorzitter Christine Lagarde.
De ECB Economic Bulletin heeft het prijsdrukkende effect geschat, uitgaande van de exportprijs voor Chinese zonnepanelen, die tussen 2007 en 2011 elk jaar met 30 procent gezakt is. Eenzelfde exportprijsdaling in de huidige sectoren met overcapaciteit zou de Europese inflatie met 0,9 procentpunt verminderen. Daarvan is 0,6 procentpunt te wijten aan prijsverminderingen door Europese bedrijven als reactie op de goedkope Chinese concurrentie.
Onze portemonnee is dus gebaat met de Chinese subsidies en overcapaciteit, maar helaas niet onze job. Niet alleen is de Europese én de Amerikaanse zonnepanelenindustrie intussen van de kaart geveegd, de batterijproductie in beide continenten gaat dezelfde weg op (zie grafiek De Chinese pletwals op de wereldmarkt). En nu zijn de elektrische auto’s aan de beurt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier