België botst op zijn constructiefouten, Europa dreigt een tweederangsspeler te worden, en Xi Jinping stuurt Donald Trump wandelen. Ex-premier Yves Leterme fileert de grimmige actualiteit. En bij een militaire parade in Peking zou hij opnieuw op de eretribune gaan zitten. “België heeft al handelsmissies van meer dan 600 mensen naar China gestuurd zonder kritische vragen te stellen.”
Er zijn enkele wapenfeiten waarmee Yves Leterme zich in het collectieve geheugen van de Belgen heeft genesteld, zoals zijn 797.000 voorkeurstemmen bij de federale verkiezingen van 2007. Of de uitgifte van de Leterme-bon in 2011, die in volle eurocrisis 5,7 miljard euro ophaalde bij de Belgen en de kapitaalmarkten liet zien dat ons land een flinke oorlogskas in huis had. Het meest zal allicht de redding van de kapseizende Belgische banken bijblijven. De Belgische belastingbetaler zal geen cent verliezen aan de bankencrisis, voorspelde toenmalig premier Leterme. Een correcte voorspelling, blijkt nu, dankzij de dividenden en andere opbrengsten die de Belgische overheid nog altijd incasseert via de reddingsoperatie.
Yves Leterme kijkt met een gelouterde blik op die periode terug. “Ik denk nog altijd dat we de bankenredding goed hebben aangepakt. Maar dat is niet louter mijn verdienste, en ik heb ook fouten gemaakt, zoals mijn impulsieve reactie in de zaak-Londers (de toenmalige Cassatievoorzitter die gewag maakte van politieke inmenging door het kabinet-Leterme in een rechtszaak rond de verkoop van Fortis, wat leidde tot het ontslag van de regering-Leterme I, nvdr). Ik stond recht in mijn schoenen en gaf openheid in het parlement, maar ik had het best eerst raad gevraagd aan enkele zwaargewichten in mijn regering”, zegt Yves Leterme. “En bij de kapitaalverhoging van het kapseizende Dexia heb ik de aandeelhouders Arco, Ethias en de Gemeentelijke Holding tot engagementen gedwongen waarvan achteraf bleek dat ze die niet konden nakomen.”
Uit de as van Dexia is de overheidsbank Belfius ontstaan, waarvan de regering-De Wever 20 procent wil verkopen. Wat vindt u daarvan?
YVES LETERME. “Je mist natuurlijk een deel van de toekomstige dividenden, maar al bij al vind ik het geen slechte beslissing. De kapitaalmarkten houden onze schuldgraad in de gaten, en een afbouw van de schuld kan tellen als geruststellend signaal.”
De ensioenhervorming, de meerwaardebelasting, de centenindex, de stopzetting van de uitkeringen voor langdurig werklozen: hoe beoordeelt u het werk van de regering-De Wever?
LETERME. “Het waren telkens bevallingen met de ijzers, maar het zijn goede beslissingen, die bovendien rechtvaardig verdeeld zijn. Zullen ze volstaan? Absoluut niet. De mensen beseffen dat er nog zwaardere beslissingen moeten volgen. Maar België zit vast in een institutioneel keurslijf dat door vorige generaties politici is bedacht. Mede daardoor is de marge om te bezuinigen bij de federale overheid zeer beperkt. Bij gewesten en gemeenschappen, en naar mijn gevoel ook bij steden en gemeenten zit nog wel wat vet. Zij zouden meer verantwoordelijkheid moeten opnemen voor de overheidsschuld. Maar in België is dat vloeken in de kerk.”
‘Ik denk nog altijd dat we de bankenredding goed hebben aangepakt. Maar dat is niet louter mijn verdienste, en ik heb ook fouten gemaakt’
Is het Belgische systeem niet ziek van zichzelf? Hoe kan een land met zo’n hoge belastingdruk niet rondkomen?
LETERME. “We modderen aan. Bart De Wever heeft de grenzen opgezocht van wat mogelijk is. Het is op dit moment eigen aan veel westerse democratieën. De Spaanse premier Pedro Sánchez bestuurt zonder meerderheid. Ook de Franse president Emmanuel Macron is zijn meerderheid kwijt. Nederland is met een moeizame regeringsvorming bezig. In de Duitse coalitie is het kommer en kwel, en in de Britse regering is het al niet veel beter. Dus kom mij niet zeggen dat België de zieke man is. De representatieve democratie is sterker in het verdelen van de lusten dan van de lasten. Bart De Wever pakt het goed aan, maar de particratie beperkt zijn beslissingsruimte.”
Vindt u het jammer dat het kartel tussen cd&v en N-VA destijds is afgesprongen?
LETERME. “Natuurlijk. Een breedgeschouderde volkspartij, met een goed evenwicht tussen rechten en plichten – aanmoedigen wie vooruit wil, meetrekken wie het moeilijk heeft – en een rationale bevoegdheidsverdeling met meer verantwoordelijkheid voor gemeenschappen en gewesten: daarvoor is nog altijd 40 à 50 procent van de Vlamingen te vinden. Ik wilde de christendemocratie opnieuw een centrale plaats geven. Maar aan Waalse kant was dat onmogelijk. Intussen is N-VA compleet veranderd. De partij vraagt al jaren niet meer om een staatshervorming. Maar dat zal opnieuw keren.”
N-VA zal opnieuw de communautaire toer opgaan?
LETERME. “De politiek zal botsen op de constructiefouten in onze institutionele structuur, zoals het ontbreken van een hiërarchie tussen de federale staat en de deelgebieden, en een staatsschuld die te veel op de federale overheid weegt. Het was de prijs om de Franstaligen over de brug te krijgen bij de staatshervormingen. Het resultaat zijn ingewikkelde afspraken rond vereiste meerderheden, gebetonneerd in de grondwet. Geraak daar maar eens van af.”

Zou dat zo moeilijk zijn? Wat met een federale kieskring, verlost van alle blokkeringsmeerderheden en wettelijke grendels?
LETERME. “Dat is het verhaal van het witte blad. In de politiek, en zeker in de Belgische politiek, start je nooit met een wit blad. Het is immens wat in dit land allemaal vastligt via institutionele afspraken en bijzondere wetten. En als het vastligt, is het nog zeer moeilijk te hervormen. De realiteit van regeringsonderhandelingen, of van een kernkabinet, is dat er zes, zeven mensen aan tafel zitten, van wie de helft een andere taal spreekt. Je zit de vergadering voor en je moet van iedereen een ‘ja’ krijgen. Bij alles wat je voorstelt, is er minstens één die neen zegt. Begin er maar aan. De beslissende kracht van onze representatieve democratie is te versnipperd geraakt. Je hebt te veel mensen nodig die ja moeten zeggen, maar daar het belang niet van inzien, omdat ze de eigen en de partijbelangen voorop plaatsen. Bart De Wever is de sterkste figuur van de voorbije vijftien jaar in de Belgische politiek. Intussen heeft ook Europa hem leren kennen, dankzij het Euroclear-dossier. Maar zelfs hij heeft in de Belgische politiek het ja van Jan en alleman nodig.”
De neen-cultuur is ook ingebakken bij de burgers, zelfs bij projecten van maatschappelijk belang.
LETERME. “Vorig jaar bezocht ik de tentoonstelling over de eerste metrolijn in Parijs, geopend in 1900 ter gelegenheid van de Wereldtentoonstelling. Tussen de beslissing over de aanleg van de metrolijn en de opening ervan zijn iets minder dan achttien maanden verlopen. Vandaag discussieert Parijs al zeventien jaar over de verlenging van de metrolijn. Er is voor de tweede keer een openbaar onderzoek gestart. Die traagheid maakt ons kapot, als je dat vergelijkt met China. Daar gaat alles veel vlugger.”
U bent bestuurder bij de Chinese groep ToJoy. Wat doet die precies?
LETERME. “ToJoy houdt het midden tussen een soort Unizo en een investeringsclub, met honderdduizenden aangesloten bedrijfsleiders uit alle hoeken van China. Ze krijgen advies over allerlei aspecten van bedrijfsvoering en kunnen via een app in contact treden met elkaar voor samenwerking of wederzijdse investeringen. Komt er een interessante joint venture tot stand, dan zal ToJoy vaak een minderheidsparticipatie nemen. Maar ToJoy is vooral een investeringsbemiddelaar. Ik ben een van de vijf niet-Chinese bestuurders. Behalve deelnemen aan de raden van bestuur bestaat mijn taak er vooral in op ledenbijeenkomsten uitleg te geven over Europa.”
‘Europa heeft de laatste tien, vijftien jaar veel kansen gemist om een goede verstandhouding op te bouwen met China’
Begin september volgde u vanaf de eretribune de grote militaire parade in Peking, in het gezelschap van Vladimir Poetin en de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un. Wat is uw antwoord op de kritiek?
LETERME. “Er is toen bijzonder veel onzin uitgekraamd, ook al omdat geen enkele Belgische krant of tv-station een journalist had gestuurd. Ik zat twee stoelen naast Hakan Fidan, de minister van Buitenlandse Zaken van Turkije, het op één na grootste NAVO-land. Ook andere Europese politici waren aanwezig, zoals de Griekse en Italiaanse oud-premiers Giorgos Papandreou en Massimo D’Alema. De aanwezigheid van Vladimir Poetin en Kim Jong-un stootte mij ook tegen de borst. Maar wegblijven op zo’n symbolisch belangrijk moment voor de Chinese natie – de tachtigste verjaardag van de Chinese overwinning op Japan tijdens de Tweede Wereldoorlog, waarin massa’s Chinezen gemarteld en gesneuveld zijn – is niet de beste manier om de dialoog gaande te houden. Dat raakt niet alleen de Chinese top, maar ook de modale Chinees.”
Als het te herdoen was, zou u opnieuw op de eretribune plaatsnemen?
LETERME. “Jazeker. België heeft al handelsmissies van meer dan 600 mensen naar China gestuurd zonder kritische vragen te stellen. We hebben op onze knieën gevraagd aan Jack Ma (de oprichter van de Chinese internetgigant Alibaba, nvdr) om te investeren in Bierset. De koning heeft hem zelfs ontvangen.”
U kunt er toch niet omheen dat China een eenpartijstaat is?
LETERME. “Dat is geen detail, inderdaad. Elk project moet door de partij goedgekeurd worden, wat partijleden soms kansen biedt om hun instemming te vermarkten. Daarom blijft er corruptie bestaan. En China blijft kampen met een zware vastgoedcrisis, inkomensongelijkheid en een snelle vergrijzing. De stopzetting van de eenkindpolitiek heeft niet geleid tot een stijgend aantal geboortes. En China is bang dat immigratie de sociale cohesie zal destabiliseren.”
Hoe gaat Europa het best om met China?
LETERME. “Europa heeft de laatste tien, vijftien jaar veel kansen gemist om een goede verstandhouding op te bouwen met China. Eind 2020 had de Duitse bondskanselier Angela Merkel met veel moeite een investeringsakkoord met China rond gekregen, dat Europa vervolgens in de koelkast heeft gestopt, omdat we de Chinezen liever de les lazen over mensenrechten. Intussen hebben we amper kritiek op wat Israël in Gaza doet, of de Verenigde Staten in Venezuela. Die dubbele moraal ontgaat China niet. Bij het begin van de Russische invasie in Oekraïne hebben de Chinese president Xi Jinping, en later ook de Braziliaanse president Lula da Silva, voorstellen op tafel gelegd voor een oplossing, die wij onmiddellijk hebben afgewimpeld. Waarschijnlijk hadden we goede argumenten. Maar het probleem is onze attitude. We teach the world how to behave. Twee derde van de wereld denkt niet meer zoals wij.”
Speelt Europa nog mee in de wereld?
LETERME. “Europa is goed voor nog hoogstens 9 procent van de wereldbevolking. Economisch dreigt Europa een tweederangsspeler te worden. In vitale sectoren als hightech en artificiële intelligentie laten we het afweten. Voor cruciale grondstoffen zijn we afhankelijk van andere continenten. En onze eengemaakte markt, dat is vaak weinig eenheid, en zeker weinig eenheidsmarkt. Europa heeft veel ambities, maar geeft zichzelf niet de middelen om ze waar te maken. Voor het industrieel beleid bijvoorbeeld moet het geld grotendeels van de lidstaten komen, zodat de landen met de diepste zakken een voorsprong krijgen.”
Intussen waarschuwt de Franse president Macron dat de Europese industrie dreigt te bezwijken onder het Chinese handelsoverschot.
LETERME. “President Macron legt de vinger op de wonde. Je kunt je handelspartners niet doodknijpen. Na de Tweede Wereldoorlog hebben de Amerikanen het heel anders aangepakt. Zij hebben bakken geld geïnvesteerd in Europa, wat zowel de Amerikanen als de Europeanen ten goede is gekomen. Ik denk dat veel Chinese bedrijven wel te winnen zijn voor investeringen in Europa. Maar dan moeten we afspraken maken met China over productie in Europa en de overdracht van technologische kennis. Zo zou je kunnen eisen dat Chinese auto’s slechts mogen worden verkocht in Europa als ze voor een deel hier zijn gemaakt. We zitten in een zwakke onderhandelingspositie, wegens ons gebrek aan cruciale grondstoffen. Er zitten lithium en andere grondstoffen in de Europese bodem, maar de ontginning botst op ecologisch verzet en ellenlange procedures.”
‘De christendemocratie zal nooit meer sterk genoeg worden om op haar eentje een beslissende kracht te zijn in een samenleving als de onze’
Ziet u Europa nog terugkeren op het wereldtoneel? Of wenkt de onbeduidendheid?
LETERME. “De poedeldiplomatie tijdens de NAVO-top van juni, waar secretaris-generaal Mark Rutte president Trump ‘daddy’ noemde, is alvast niet het juiste antwoord. Die beschamende vertoning was een van de momenten in 2025 waarbij je voelde hoe de geschiedenis in een stroomversnelling kwam. Zo’n moment was ook de top van de Shanghai Cooperation Organisation eind augustus in het Chinese Tianjin, toen president Xi Jinping de rode loper uitrolde voor de Indiase premier Narendra Modi, terwijl beide landen een jaar eerder nog op voet van oorlog hadden gestaan. Trump had Modi met invoertarieven van 50 procent in de armen van China gedreven. Ik denk ook aan het zogenaamde handelsakkoord tussen de VS en de Europese Unie van eind juli, waarbij Trump ons op zijn Schotse golfresort een invoertarief van 15 procent oplegde, en Europees Commissievoorzitter Ursula von der Leyen glimlachend op de foto stond. De klapper was de topontmoeting tussen Trump en Xi eind oktober in het Zuid-Koreaanse Busan. Vooraf had Trump met veel bravoure aangekondigd dat de Chinezen meer Amerikaanse soja zouden moeten kopen, of anders kregen ze geen Nvidia-chips. Xi bleef er onbewogen bij en hoefde maar even te zwaaien met restricties op de export van Chinese zeldzame aardmetalen naar de VS. Je zag hoe Trump botste op de limieten van het Amerikaanse leiderschap in de wereldpolitiek.”
Zou u de VS nog een Europese bondgenoot noemen?
LETERME. “Het hangt ervan af of de Amerikaanse democratie nog de kracht heeft om een tegenwicht te bieden tegen Trump en zijn volgelingen. Ik vrees ervoor. De kritiek van Trump en vicepresident J.D. Vance op Europa is er vaak ver over, maar niet alles is compleet onjuist. Woke heeft ons soms te ver gedreven, en de integratie van migranten is niet gelukt. Maar Trump en Vance moeten niet te hoog van de toren blazen. Europa kan net zo goed een reeks Amerikaanse kwalen opsommen: geweld, inkomensongelijkheid, racisme, belabberde publieke infrastructuur en een politieke agenda aangestuurd door machtige financiële groepen.”
Keert u ooit terug naar de politiek?
LETERME. “Neen. Sinds mijn uitstap in 2011 ben ik zeer gelukkig met wat ik doe. Bovendien verschil ik van mening over hoe de christendemocratie zich moet opstellen in het huidige politieke landschap. Ik zeg dat in alle vriendschap, want ik heb veel respect voor de huidige generatie. Maar volgens mij is de christendemocratie veel waardevoller als anker van een sterke centrumformatie die ramen en deuren openzet.”
Hebt u nog een lidkaart van cd&v?
LETERME. “Jazeker. Ik blijf een overtuigd christendemocraat en ik steun mijn partij in wat ze doet. Al zeg ik soms iets wat als kritiek overkomt en vervolgens in de media enorm uitvergroot wordt. Ik zie mijn partijgenoten bijzonder graag, maar cd&v haalde vorig jaar 13 procent van de stemmen. De christendemocratie zal nooit meer sterk genoeg worden om in haar eentje een beslissende kracht te zijn in een samenleving als de onze.”
Bent u tevreden over uw loopbaan?
LETERME. “Ik kan niet klagen. Na mijn uitstap uit de politiek was ik onder meer adjunct-secretaris-generaal van de OESO en lid van de duurzaamheidsraad van Volkswagen, opgericht in het zog van dieselgate. Vandaag ben ik nog altijd actief in interessante bedrijven en organisaties. Niet slecht voor de zoon van een eenvoudige schilder-behanger uit Ieper.”
Bio
• 1960: geboren in Wervik
• 1984: master in de rechten (Universiteit Gent)
• 1985: master in bestuurskunde en publiek management (Universiteit Gent)
• 1987-1989: auditeur bij het Rekenhof
• 1992-1997: administrator bij het Europees Parlement
• 1983-1997: klimt op in de CVP-hiërarchie, onder meer ondervoorzitter CVP-jongeren, nationaal secretaris CVP, schepen in Ieper
• 1997: kamerlid en later fractievoorzitter voor CVP
• 2003: voorzitter CD&V
• 2004: Vlaams minister-president
• 2007: vicepremier in regering Verhofstadt III
• 2008: premier (regering-Leterme I)
• 2009-2011: premier (regering-Leterme II)
• 2011: minister van staat
• 2011-2014: adjunct-secretaris-generaal OESO
• 2014-2019: secretaris-generaal IDEA (Zweeds expertisecentrum voor democratie)
• Sinds 2019: meerdere mandaten, waaronder bestuurder Chinees investeringsplatform ToJoy