‘Xi Jinping wordt de man van de 21ste eeuw’

. © BelgaImage
Jozef Vangelder
Jozef Vangelder redacteur Trends

De Chinese communistische partij heeft woensdag haar vijfjaarlijkse congres ingeluid. De almacht van partijleider Xi Jinping is niet meer gezien sedert Mao. Staan de Chinezen opnieuw voor donkere tijden? Trends vroeg het aan drie Belgen die het land van binnenuit kennen.

Partijcongressen in China zijn staaltjes van politieke choreografie. Nergens zijn de leden zo perfect uitgedost, is het decorum zo indrukwekkend en de regie zo strak. Op het 19de partijcongres, dat woensdag van start ging in Peking, valt dus weinig tumult te verwachten. De zowat 2300 partijgedelegeerden zullen netjes het scenario afwerken.

Waar het congres écht om draait, is de positie van partijleider Xi Jinping. In China krijgen partijleiders gewoonlijk twee termijnen van vijf jaar. Xi, aangetreden in 2012, blijft dus aan tot 2022. Zijn opvolger moet in dit congres komen bovendrijven. Het wordt uitkijken naar de nieuwe gezichten in het hoogste beslissingsorgaan van de partij, het Permanent Comité.

Maar Xi zal zijn macht niet lossen, zeggen vele experts. Hij zal breken met de traditie en gaan voor een derde of zelfs een vierde termijn als partijleider. Of misschien geeft hij formeel de fakkel door in 2022, maar houdt hij achter de schermen de touwtjes stevig in handen.

Waar het congres écht om draait, is de positie van partijleider Xi Jinping.

De 64-jarige Xi heeft de weg vrij. Via een draconische anticorruptiecampagne schakelde hij concurrenten uit tot in de hoogste regionen van de partij. Xi is ook de president van China, controleert het leger en is omringd door een personencultus in goede maoïstische traditie. Een man die onder vrienden mild de spot dreef met Xi via een chatapp, ging de gevangenis in.

Allicht zullen de Chinezen het blijven slikken, zolang ze hun levenstandaard zien verbeteren. Maar de Chinese economie verkeert niet in blakende gezondheid. Een recent IMF-rapport looft de bemoedigende groei en de gestelpte kapitaaluitstroom, maar spreekt over een gevaarlijke kredietgroei. Als het zo doorgaat, dan torst China tegen 2022 een schuldgraad van 290 procent van het bbp, aldus het IMF. Grote slokoppen van krediet zijn de 167.000 staatsondernemingen, vaak onleefbare ‘zombiebedrijven’ in sectoren met overcapaciteit, zoals kolen en staal. Ze zijn goed voor 57 procent van de bedrijfsschulden, maar minder dan 20 procent van de toegevoegde waarde in de industrie.

Philippe Snel

· Woont al 13 jaar in China

· Is zakenadvocaat en doceert aan de Shanghai Normal University

· Leidt het advocatenbureau De Wolf Law Firm in Sjanghai, dat Belgische ondernemers juridisch bijstaat in China

· Is voorzitter van Sinnolabs, een organisatie die innovatieve Belgische kmo’s helpt bij hun debuut op de Chinese markt

Xi is gestart met een sanering van de staatsbedrijven, maar niet aan een afbouw. Integendeel, ze moeten de werkpaarden van de nieuwe Chinese economie worden. Vijf jaar geleden heette het nochtans dat de marktkrachten “een beslissende rol” zouden spelen in de economie.

“Vandaag neemt Xi het zekere voor het onzekere”, zegt Philippe Snel, zakenadvocaat in Sjanghai. “De staatsbedrijven maken rechtstreeks 60 procent van de economie uit, en onrechtstreeks 75 procent. Hen overlaten aan de vrijemarkteconomie zou miljoenen mensen werkloos maken, en het einde van de sociale rust betekenen.”

Daaruit mag je niet afleiden dat Xi zich ontpopt heeft tot een communistische hardliner. “Zo simpel is het niet”, zegt Snel. “De partij kent twee grote fracties, de conservatieve en de liberale. Die laatste fractie wordt gedragen door premier Li Keqiang en de partijafdeling van Sjanghai, het economische zwaartepunt van het land. Xi staat pal in het midden. Niemand kan naast hem, boven hem of onder hem door. Dat voelen wij zelfs in Sjanghai. Een stad die zich altijd een grotere vrijheid wist te veroorloven, moet nu in het partijlijntje stappen.”

Is de almacht van Xi niet tegelijk zijn sterkte en zijn zwakte? “Er is een zekere leegte rond hem ontstaan”, zegt Snel. “Daar kan van alles gebeuren: gekonkelfoes, samenzweringen. Maar het blijkt van niet. Waarom? Het gaat goed met China. Ondanks alle negatieve rapporten blijft de economische motor draaien en de consumptie groeien. De schuldenzeepbel is een probleem, maar Xi is omringd met uitstekende economen die weten wat ze moeten doen, zeggen intimi mij.”

‘Innovatie kun je niet detecteren van bovenaf’

Zelfs al krijgt Xi zijn staatsgeleide economie gesaneerd, het zal China niet hoger helpen op de waardeladder. “De lucht moet zuiverder, het water proper en het eten veilig”, zegt Snel. “Er moet een innovatierevolutie komen. Komt die er niet, dan komt het eenpartijsysteem onder druk. En dat weet de partij zeer goed.

Maar innovatie kun je niet decreteren van bovenaf. Daar heeft de partij iets op gevonden. De in- en uitgaande kapitaalstromen – die nog altijd gereguleerd zijn – worden stap voor stap vrijgemaakt. Dat bevordert investeringen van buitenlandse technologiebedrijven. En het maakt Chinese investeringen in buitenlandse hightech gemakkelijker.”

Geliberaliseerd kapitaalverkeer brengt de machtspositie van de partij niet in gevaar, integendeel. De vrijheid van het geld is een goed substituut voor de vrijheid van geest. “De partijleiders beseffen ook wel dat je moeilijk een innovatieland kunt worden zonder vrijheid voor je universiteiten en onderzoekers.”

“Kijk naar Silicon Valley: het is een oase van vrijheid. ‘Laat de vrije geesten in het buitenland maar technologie ontwikkelen,’ redeneren de partijleiders, ‘wij brengen het daarna wel naar hier, of kopen ginder wat we nodig hebben.’ Daarom is China zo gebrand op investeringen door buitenlandse technologiebedrijven, of financiert het zelf technologieontwikkeling overal ter wereld. Kapitaalverkeer is gemakkelijk te controleren, het volstaat de sluis te sluiten. Vrije geesten krijg je veel moeilijker terug in de fles.”

‘Xi staat pal in het midden. Niemand kan naast hem, boven hem of onder hem door’

Wat niet wil zeggen dat Xi gebeiteld zit. “Het mooie plan kan helemaal anders uitdraaien”, zegt Snel. “Stel dat de buitenlandse investeerders het spel niet willen meespelen en de staatsbedrijven weerstand bieden tegen hervormingen, dan kan de groei zakken onder 5 procent. Dat is zowat het minimum om de modale Chinees een deftige inkomensstijging te bezorgen. Hier en daar duikt overigens al abnormale werkloosheid op. Het wordt dus uitkijken.”

Conclusie? “Er blijven veel onzekerheden en contradicties”, zegt Snel. “China wil technologie en investeringen aantrekken, maar houdt veel sectoren afgesloten voor buitenlandse investeerders. Het wil de staatsbedrijven hervormen, maar laat ze als olifanten rondlopen in de economische porseleinwinkel. Het laatste blad in zijn boek van vernieuwing heeft Xi nog lang niet geschreven.

Eén ding staat vast: China zal pas een vooruitstrevend land worden als het Westen meewerkt. Daar hebben we zelf belang bij. Want als het echt verkeerd loopt, zal de partij alles doen om aan de macht te blijven. En de geschiedenis leert ons wat dat betekent: de handrem op en overschakelen op autarkie. Dan gaan we met z’n allen weer rijst eten en met de fiets rijden in China. Wie heeft daar iets aan, buiten de rijstboeren en de fietsenmakers?”

Karel Eloot

· Woont al 12 jaar in China

· Is burgerlijk ingenieur, doctor in de materiaalwetenschappen en gastdocent aan de Tsinghua Universiteit in Peking

· Is senior partner bij consultant McKinsey, met kantoor in Sjanghai

· Adviseert industriële bedrijven in China en de rest van Azië

· Is voorzitter van de Benelux Kamer van Koophandel in Sjanghai

De sociaaleconomische transitie is te vergevorderd om nog helemaal terug te vallen in het China van de oude stijl, aldus ingenieur Karel Eloot. Als consultant van McKinsey reist hij het land af om bedrijven te helpen bij een betere werking. “De Chinezen moeten hun economie moderniseren, de snelle vergrijzing laat hen geen andere keuze. China moet rijk worden voor het oud wordt. Met de assemblage van iPhones valt niet veel geld te verdienen. Het land doet er alles aan om zijn economie op te waarderen met lucratievere onderdelen van de productieketting, zoals productontwikkeling en design.”

Die lucratieve activiteiten ziet de overheid het liefst in Chinese handen komen. Dat doel wettigt de middelen, zoals subsidies voor de eigen bedrijven, iets wat de westerse bedrijven ongelukkig maakt. “Uit enquêtes blijkt dat westerse multinationals zich minder welkom voelen dan voorheen in China”, zegt Eloot.

“Die subsidies zijn een complexe kwestie. Wat een westers bedrijf beschouwt als staatssubsidiëring, wordt hier gezien als commerciële logica. Neem de luchtvaart. De Chinese luchtvaartmaatschappijen vliegen voor het overgrote deel met westerse Airbussen en Boeings. Het Chinese Comac brengt een concurrerend vliegtuig op de markt, maar moet beginnen zonder marktaandeel. Dan is het logisch dat de overheid in ruil voor haar investering rekent op een stijgend marktaandeel, en uiteindelijk rendabiliteit.”

Wat een westers bedrijf beschouwt als staatssubsidiëring, wordt hier gezien als commerciële logica”

Als de concurrentieregels voor iedereen gelijk moeten zijn, dan graag tussen evenwaardige spelers, volgens Eloot. “In bepaalde sectoren levert China best wel mooie prestaties, zoals batterijen. Maar de gemiddelde kennis van China loopt ver achter op die van een land als Duitsland. De Chinezen zijn goed in produceren, maar kunnen lang nog geen producten ontwikkelen zoals de Duitsers dat doen. Dat verklaart waarom de Chinese economie nog altijd overheidscontrole kent. Grote delen van de economie staan nog te zwak om zomaar over te laten aan de marktkrachten.”

Hebben de Chinese bedrijven wel te klagen? Een markt van 1,4 miljard inwoners biedt enorme schaalvoordelen waardoor ze – met hulp van de overheid dan nog – krachten kunnen opdoen om de westerse bedrijven op hun eigen markt te beconcurreren. Terwijl voor sommige van dezelfde westerse bedrijven de toegang tot China gesloten blijft.

“Het Chinese beleid dient niet om bedrijven in andere werelddelen de duvel aan te doen”, zegt Eloot. “Het is een noodzaak om het welvaartsniveau op hetzelfde niveau te brengen als in het Westen. Natuurlijk zullen de westerse bedrijven niet mogen indommelen. Maar zich blindstaren op de Chinese concurrenten zal niet helpen. De Chinezen vertrouwen op hun eigen kunnen. Dat moeten de westerlingen ook doen.”

‘Als China rijk wil worden voor het oud wordt, is er geen tijd te verliezen.’

Xi zal de economische touwtjes niet snel loslaten. “Hij heeft nog veel te veel werk met de hervorming van de economie”, zegt Eloot. “Hij moet de schuld afbouwen en de overcapaciteit in de industrie opruimen. Hij moet ook een deftig sociaal vangnet uitbouwen, zodat de Chinezen zich niet langer te pletter sparen en meer consumeren. Maar als Xi te snel gaat – bijvoorbeeld bij de schuldafbouw – kan hij de groei in gevaar brengen. Hij zal de schuldgraad op gelijk niveau houden.”

Een vaste hand komt China dan goed van pas. “Als China rijk wil worden voor het oud wordt, is er geen tijd te verliezen. Het moet nu gebeuren, en dan is centrale aansturing een voordeel. China is een markteconomie, maar het is een gecontroleerde markteconomie. Dat geeft meer mogelijkheden om de economie in de goede richting te sturen.”

Patrick Nijs

· Woont al 20 jaar in China

· Is gepensioneerd Belgisch diplomaat

· Bekleedde vanaf 1997 diplomatieke posten in Sjanghai en Hongkong, en was van 2009 tot 2013 ambassadeur in Peking

· Zit voor de Chinese verzekeringsgroep Anbang in de raad van bestuur van Bank Nagelmackers

· Adviseert Belgische en Chinese bedrijven

· Runt een boerderij in de provincie Yunnan, in het zuiden van China

Een leider moet sterk zijn om een land als China aan te kunnen, volgens Patrick Nijs, gewezen Belgisch ambassadeur in Peking, die nu een boerderij runt in het zuiden van het land. “Het land is onmetelijk groot, en Chinezen hebben een sterke wil”, zegt Nijs. “Als ze niet akkoord gaan, zeggen ze dat ook. Hu Jintao, de voorganger van Xi, was niet sterk genoeg. Het statuut van Xi is vergelijkbaar met dat van Mao Zedong.”

Er is één cruciaal onderscheid. “Xi is geen autocraat. Ik heb hem zes keer ontmoet. Ik zag een verstandige, toegankelijke man, goed luisterend naar de briefing van zijn medewerkers en adviseurs. Xi zoekt de macht niet voor zichzelf, maar ziet het als een instrument voor de verbetering van het land.

‘China wordt het centrum van de wereld. Het heeft geen zin om dat tegen te houden’

Ik woon op het platteland, en zie daar het beleid tegen de armoede. Ons dorp kreeg onder Xi een gemeenschapscentrum, waar opleidingen, gezondheidszorg en bijstand voor kansarmen worden verstrekt. Xi wil een betere verdeling van de welvaart.”

Bij het aantreden van Xi had de ongelijkheid gevaarlijke proporties aangenomen, volgens Nijs. “De lobby van de rijken was te machtig geworden. Om in China het maatschappelijke evenwicht te herstellen, heb je gezag nodig. Xi heeft dat. Hij zal voor een autoritair bewind kiezen zolang China daar behoefte aan heeft.

In metropolen als Peking en Sjanghai is de welvaart vergelijkbaar met de onze, maar buiten de grote steden is China vaak nog een ontwikkelingsland. Zodra de welvaart groot genoeg en billijk verdeeld is, zal Xi overschakelen op democratie. Xi Jinping wordt de man van de 21ste eeuw.”

Bestaat er geen gevaar dat Xi een staalharde dictator wordt? “Het is onvoorstelbaar hoeveel de Chinezen geleden hebben onder repressie. Niemand is dat vergeten. Via trial-and-error groeide een systeem waarin een leider die voor zichzelf zorgt en niet voor het algemeen belang, niet lang aanblijft. Weinigen weten dat er tussen de fracties van de partij een echt debat bestaat. Er is veel meer discussie mogelijk dan je zou denken. Wellicht zal China binnen twintig jaar al een democratie zijn, en de VS een dictatuur.”

‘Waarom spelen we niet mee?’

Wat moet het Westen aanvangen met een assertiever China? Er is nogal wat argwaan tegenover de nieuwe Zijderoute, Xi’s project om China via investeringen in spoorlijnen en havens te verbinden met de rest van Azië en Europa. China doet alsof alle betrokken landen erbij winnen, terwijl het vooral zijn eigen belangen dient.

Nijs: “Wie heeft ooit gezegd dat buitenlandse politiek onschuldig was? Uiteraard zorgt China voor zijn belangen. Maar als het meer dan vluchtig succes wil boeken, moet het zorgen voor een geloofwaardige win-winsituatie. Dat kan enkel als het Westen daaraan meewerkt. Xi heeft de macht en de middelen. Waarom spelen we niet mee? We blijven te veel steken in kortzichtig China-bashen. China wordt het centrum van de wereld. Het heeft geen zin om dat tegen te houden. Het is de geschiedenis.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content