Wie zijn de winnaars en de verliezers van de financieringswet?
Onderzoekers van de Universiteit Namen en de ULB hebben berekend dat Brussel het meest verdient aan de nieuwe financieringswet, ten koste van vooral Vlaanderen. Een studie van de KU Leuven nuanceert dat verhaal van winnaars en verliezers.
Jaarlijks 1,6 tot 1,7 miljard euro, vanaf 2016. Dat verliest Vlaanderen aan de zesde staatshervorming en de nieuwe financieringswet, leert een berekening van CERPE (universiteit Namen) en het departement toegepaste economische wetenschappen van de ULB. In 2025 daalt het Vlaamse primair saldo (ontvangsten min uitgaven zonder rentelasten) met 1,721 miljard euro. De Franse Gemeenschap verliest 517 miljoen en het Waals Gewest 316 miljoen. Brussel ziet zijn primair saldo stijgen met 173 miljoen euro.
De grote winnaar is de federale overheid, die 2,37 miljard euro wint. Een verklaring is in eerste instantie dat de deelstaten extra bevoegdheden krijgen, maar dat niet alle middelen worden overgeheveld. Bovendien moeten de deelstaten meer bijdragen aan de financiering van de vergrijzing van de regionale ambtenaren. En uiteraard haalt Brussel zijn bonus grotendeels uit de herfinanciering van het gewest. Op basis van deze cijfers zou men kunnen besluiten dat een belangrijk principe van de staatshervorming niet wordt gerespecteerd, namelijk dat geen enkele deelstaat structureel verarmt.
De Leuvense econoom André Decoster komt in een eigen studie tot een genuanceerdere conclusie. Initieel zijn de Franse Gemeenschap en Vlaanderen winnaars. Maar de financieringswet die in 2015 in werking treedt, compenseert die effecten via een overgangsmechanisme waarbij Wallonië van een sterke financiële solidariteit blijft genieten. “Dus kan geen enkele entiteit beweren dat ze wint of verliest in startjaar 2015”, oordeelt Decoster. “Die compensatie blijft geldig tot 2025 en wordt afgebouwd in de daaropvolgende tien jaar.” Daarna neemt het verlies van Wallonië gestaag toe.
In deze analyse zijn de herfinanciering van Brussel en de pensioenbijdrage van de ambtenaren aanvankelijk niet meegeteld. Neemt Decoster de dotaties aan Brussel wel in rekening, dan is de conclusie dat het hoofdstedelijk gewest in 2030 per kop 370 euro extra krijgt. Vlaanderen levert 63 euro per kop in door de bijdrage aan de pensioenfinanciering van zijn ambtenaren. Hetzelfde geldt voor de Franse Gemeenschap, die net als Wallonië 110 euro per inwoner verliest. Gezien de vele politieke verzuchtingen bij het opstellen van de nieuwe financieringswet vindt Decoster het wel een krachttoer dat de winsten en de verliezen van de entiteiten min of meer beperkt blijven.
Daarom ook weigert de Leuvense econoom mee te stappen in een verhaal van winnaars en verliezers. Hij stelt dat “bij die winst- en verliesplaatjes, zo populair in het publieke debat, minstens twee kanttekeningen te plaatsen zijn. Ten eerste is een burger in een federatie lid van meerdere entiteiten. Een Vlaming behoort bijvoorbeeld én tot het Vlaams Gewest, én tot de Vlaamse Gemeenschap én tot de Belgische federatie. Ten tweede zijn de projecties voor de toekomst onvermijdelijk onzeker.” Ook de Franstalige economen waarschuwen voor voorspellingen op lange termijn. Naargelang de deelstaten hun extra fiscale autonomie aanwenden, kan dit op lange termijn een effect hebben op de regionale groei en dus op de inkomsten uit de nieuwe financieringswet.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier