Wie deed het beter: Joe Biden of Donald Trump? 10 grafieken voor een accuraat beeld
De partijgeest is zo machtig in de Amerikaanse politiek dat Republikeinen en Democraten vaak met verschillende feiten werken. Deze grafieken geven een meer accuraat beeld van de jongste twee presidenten.
1. Inflatie: Trump wint
We beginnen met de inflatie. Om Amerikanen te beschermen tegen de economische gevolgen van de pandemie en lockdowns, nam het Congres twee grote stimuleringspakketten aan in 2020, toen Donald Trump president was. In 2021, toen Joe Biden president was, keurde het Congres er nog eentje goed. Achteraf gezien was dat groter dan nodig was, en het droeg ertoe bij dat de inflatie in 2022 nog hoger opliep, maar ook aan het sterke economische herstel van Amerika. Andere rijke landen zagen de inflatie ook stijgen. De daling van de inflatie in 2023 was dan ook geweldig nieuws voor Amerika en voor de rest van de wereldeconomie.
Als we krediet zouden geven aan hoe snel de inflatie omlaag ging, zou dat een punt zijn voor Biden. Maar gezien de hoge niveaus tijdens zijn ambtstermijn, wint Trump deze. De krantenkoppen hebben het immers over bidenflatie, niet over trumpflatie.
2. Inkomsten: gelijkspel
Trump erfde een economie die het, in tegenstelling tot wat hij zei, al goed deed. De economie draaide voort tijdens zijn presidentschap, tot covid-19 toesloeg. Maar hij kan niet de eer opstrijken voor de schijnbare stijging van de gemiddelde lonen tegen het einde van zijn presidentschap. Dat weerspiegelde een ingrijpende verschuiving in de samenstelling van de beroepsbevolking na de pandemie: werknemers met een laag inkomen verloren veel vaker hun baan dan die met een hoog inkomen. Onder Biden zijn de Amerikanen weer massaal aan het werk gegaan. De nominale lonen zijn sterk gestegen, maar de inflatie heeft hun inkomsten uitgehold. Als je de trendlijn van voor covid volgt, lijken de prestaties onder Biden op een voortzetting van de winsten onder Trump. Laten we het hier op een gelijkspel houden.
3. Tewerkstelling: Biden wint
Net als voor de inkomens was 2020 voor de werkgelegenheid zowel een afwijking als een buigpunt. Anders dan in veel Europese landen besloten de Amerikaanse federale en lokale overheden geld te geven aan de werknemers, in plaats van bedrijven te betalen om mensen aan het werk te houden. Het aandeel werkenden daalde, maar de Amerikaanse economie veerde sneller op dan die van Europa. De campagne van Biden hecht er veel waarde aan dat de ‘misery index’ – de combinatie van werkgelegenheid en inflatie – op tijd voor november blijft dalen. Tel het laatste jaar mee en dit is een duidelijke overwinning voor Biden. Als je dat niet meetelt, is zijn overwinning veel kleiner.
Lees verder onder deze preview
4. Begrotingstekort: gelijkspel
De Tax Cuts and Jobs Act van 2017 vergrootte het federale begrotingstekort in de ambtstermijn van Trump. De stimuleringspakketten onder beide presidenten deed het tekort exploderen. Het tekort onder Biden is kleiner als percentage van het bruto binnenlands product (bbp) dankzij het herstel van de economie en het einde van de federale uitgaven. Maar het industriebeleid van Biden heeft niet geholpen. Uiteindelijk gaan de wortels van de Amerikaanse begrotingsproblemen echter terug tot tientallen jaren geleden, toen de overheid te veel uitgaf aan uitkeringsprogramma’s (vooral Medicare en Social Security) en te weinig geld via de belastingen ontving. Het tekort is gedaald onder Biden, maar ligt nog altijd boven het niveau van voor de crisis. Dit is een lelijk gelijkspel: beide presidenten hebben niets gedaan om de oplopende tekorten van Amerika fundamenteel te verhelpen.
5. Beurs: Trump wint
Toen Trump nog in functie was, hield hij de beurs hoog als graadmeter voor zijn presidentschap. Zijn adviseurs zeggen dat een van de beste argumenten om hem van een bepaalde beslissing te weerhouden was dat de markt erdoor zou kelderen. De S&P500-index van grote Amerikaanse bedrijven staat hoger sinds de inauguratie van Biden. Maar hij steeg twee keer zoveel tijdens de eerste duizend dagen van Trump in functie. (Niet dat presidenten veel controle hebben over de S&P.) Noem dit een overwinning voor Trump.
6. Moordcijfers: Biden wint
Toen hij in januari 2017 werd ingehuldigd, beloofde Trump “dit Amerikaanse bloedbad” te stoppen. Het aantal moorden daalde een beetje in zijn eerste twee jaar. Maar in 2020 steeg het weer. Dat werd waarschijnlijk veroorzaakt door de terugtrekking van politiediensten uit sommige wijken van steden en een verslechtering van de relatie tussen de politie en de gemeenschap na de moord op George Floyd in mei 2020. Andere factoren, zoals de sluiting van scholen tijdens de pandemie, speelden waarschijnlijk ook een rol. Die stijging zette door in 2021. Sindsdien is het aantal moorden elk jaar gedaald. Het Amerikaanse bloedbad neemt af onder het toeziend oog van Biden, dus hij wint op dit punt.
7. Hernieuwbare energie: Biden wint
In juni 2017 kondigde de regering-Trump aan dat Amerika zich terugtrok uit het klimaatakkoord van Parijs. Zijn regering gaf geen prioriteit aan de ontwikkeling van hernieuwbare energie. Bedrijven investeerden toch, gedreven door overheidsbeleid en de dalende kosten van wind- en zonne-energie. Biden probeerde de groene overgang te versnellen. Nadat hij president was geworden, nam het Congres de Inflation Reduction Act aan, die Amerika’s grootste investeringen ooit in de aanpak van klimaatverandering bevat. De capaciteit van het land om hernieuwbare energie op te wekken is in 2021 sterk toegenomen. Dit is een overwinning voor Biden. Niet dat de Republikeinen dat erg vinden: in toespraken heeft Trump betoogd dat de overgang naar elektrische voertuigen een “overgang naar de hel” is.
8. Olieproductie: Biden wint
Maar Biden is niet zo groen geweest als zijn tegenstanders zeggen of als klimaatactivisten zouden willen. Zijn regering heeft veel vergunningen toegekend voor nieuwe boringen en de olieproductie is onder zijn leiding uit het door covid veroorzaakte dal geklommen. Zijn oliebeleid is, net als op andere gebieden, pragmatisch en erkent de energietransitie op zich. Dit is een overwinning voor Biden.
9. Illegale immigratie: Trump wint
De beste maatstaf die Amerika heeft voor illegale migratie zijn de aanhoudingen aan de zuidelijke grens. Die cijfers zijn lastig te interpreteren. Ze hebben de neiging te stijgen als de economie het goed doet. Het wordt over het algemeen onderschat dat de illegale migratie in 2019, toen Trump president was, een hoge vlucht nam. Covid-19 stond de federale overheid toe migranten die de zuidwestelijke grens overstaken snel uit te zetten onder een volksgezondheidsmaatregel genaamd Title 42, die van kracht bleef tot lang nadat het ergste van de pandemie voorbij was. Maar degenen die aan de Mexicaanse kant van de grens werden afgezet, probeerden vaak opnieuw de grens over te steken. Dat verklaart deels de piek in het aantal confrontaties. Democraten die niet in grensstaten wonen, realiseren zich meestal niet dat de “grenschaos” waar Republikeinen het over hebben, echt bestaat. Dat duurde tot Republikeinse politici in die grensstaten migranten naar grote Democratische steden als New York en Chicago begonnen te sturen. Dit is een duidelijke overwinning voor Trump.
10. Populariteit: Trump wint
Onze eindstand toont twee gelijke spelen, vier overwinningen voor Biden en drie voor Trump. Maar hoewel Biden dus aan het langste eind trekt, laat onze laatste grafiek zien dat de populariteit van Biden momenteel lager is dan die van Trump in dezelfde fase van zijn presidentschap. Dat is deels te verklaren door het belang van migratie en inflatie voor veel kiezers. Dan is er nog de leeftijd van Biden. Na een leven van openbare dienstverlening heeft hij in zijn eerste paar jaar als president meer bereikt dan weinigen voor mogelijk hielden. Maar met zijn 81 jaar vrezen veel Amerikanen dat hij de zwaarste baan ter wereld niet nog eens vier jaar aankan.
Amerikaanse verkiezingen 2024: lees ons dossier over de VS
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier