Werkloosheid in Vlaanderen stijgt met 7 procent
Vlaanderen telde eind april 202.196 niet-werkende werkzoekenden. Dat zijn er 13.290 of 7 procent meer dan het jaar voordien. De werkloosheidsgraad bedraagt 6,97 procent.
Door de vertraging van de economie was er een snelle toename van de werkloosheid begin 2009. In de tweede jaarhelft van 2009 stabiliseerde het groeiritme, om sinds 2010 te vertragen. Zo liep het groeiritme in januari, februari en maart terug van 15 procent over 12,3 procent naar 7,4 procent, om nu in april te verkleinen tot 7 procent. Het aantal Vlaamse werkzoekenden blijft onder het niveau van 2005 en 2006.
De grootste groep onder de niet-werkende werkzoekenden zijn de werkzoekenden met een werkloosheidsuitkeringsaanvraag. Op jaarbasis kende die groep een stijging met 4,8 procent. Het aantal jongeren in wachttijd stijgt op jaarbasis 6,6 procent.
Er zijn meer mannen (106.640) werkloos dan vrouwen (95.556). De mannelijke werkloosheid steeg 7,5 procent, de vrouwelijke 6,5 procent. De crisis deed vooral de mannelijke werkloosheid opveren, omdat die in conjunctuurgevoelige sectoren werken. Intussen is het groeiritme van de mannelijke en vrouwelijke werkloosheid vergelijkbaar.
De jeugdwerkloosheid liep op met 6,4 procent. Bij het begin van de crisis steeg dat cijfer zeer snel. Nu vlakt dit af omdat er wordt vergeleken met maanden waarin er al een toename was. De groep van 25 tot 45-jarigen kende een groei van de werkloosheid in april met 6,8 procent. De toename bij de 50-plussers komt uit op 8,1 procent.
Wat studieniveau betreft, stijgt het aantal laaggeschoolde werkzoekenden met 4,8 procent, de middengeschoolden met 7,6 procent en de hooggeschoolden met 14,4 procent.
De kortdurige werkloosheid daalt 1,1 procent. De groep die 1 tot 2 jaar werkzoekend is groeit 35,6 procent. De toename van de zeer langdurige werkloosheid blijft met een stijging van 9,2 procent beperkt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier