Werkgevers tevreden én bezorgd over lagere vennootschapsbelasting

Pieter Timmermans njaast Johan Van Overtveldt en Kris Peeters © belga
Alain Mouton

De werkgeversorganisaties zijn blij met de aangekondigde verlaging van de vennootschapsbelasting. Al is er ook bezorgdheid. Zo is er grote onduidelijkheid over de minimumbelasting van 7,5 procent die de regering voor multinationals wil invoeren.

De werkgevers waren al lange tijd vragende partij voor een grondige hervorming van de vennootschapsbelasting. Met het zomerakkoord van de regering-Michel worden ze op hun wenken bediend. Voor de grote bedrijven zakt het tarief van 33,99 naar 29 procent in 2018 en naar 25 procent in 2020. Voor kmo’s daalt het tarief van 25 naar 20 procent in 2018 voor hun winsten tot 100.000 euro. “Het is belangrijk dat de federale regering ook een timing kleeft op de tariefverlaging”, zegt Hans Maertens, de gedelegeerd bestuurder van Voka. “Dit is een ambitieuze daling van de vennootschapsbelasting, die onze bedrijven ongetwijfeld een extra stimulans geeft om te investeren. Ik was in het verleden kritisch voor deze regering. Ze leek soms op een regering in lopende zaken. Nu is na de taxshift een tweede kaap genomen.”

Voor het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) is het belangrijk dat de notionele-interestaftrek als principe behouden blijft, waardoor eigen kapitaal op een vergelijkbare manier wordt behandeld als geleend kapitaal. De invoering van de fiscale consolidatie vanaf 2020 is een andere vraag van het VBO waaraan de regering tegemoetkomt. De fiscale consolidatie houdt in dat groepen de aparte winsten en verliezen van hun dochters in België samentellen en enkel op het totale winstbedrag worden belast.

België moet andere landen volgen

Marc Lambotte, de topman van de technologiefederatie Agoria, was lange tijd bang dat de regering enkel de vennootschapsbelasting voor kmo’s zou verlagen en de grote bedrijven in de kou zouden blijven staan. Die vrees blijkt ongegrond. “Het is goed dat deze daling voor zowel grote als kleine bedrijven start op hetzelfde moment”, zegt Lambotte, “Kmo’s en grote ondernemingen hebben elkaar nodig. Maar we rekenen erop dat de tweede stap voor grote bedrijven, namelijk de daling van 29 procent naar 25 procent in 2020, tijdens de volgende regeerperiode ook echt gebeurt. Belofte maakt schuld, want bedrijven met meer dan vijftig werknemers creëren meer dan 80 procent van de banen in ons land.

“Bovendien vragen internationale investeerders zekerheid. Het aantrekken van investeringen blijft zeer belangrijk voor behoud van de werkgelegenheid en dus voor de welvaart. Volgt die tweede stap niet, dan blijft in de vennootschapsbelasting een verschil van 9 procent tussen grote bedrijven en kmo’s. Sommigen minder lasten laten dragen dan anderen is een garantie voor een jobstop, terwijl de banenmotor net opnieuw aanslaat.”

Lambotte is ervan overtuigd dat de huidige en de volgende regering niet kunnen afwijken van het pad waarbij de tarieven van de vennootschapsbelasting gestaag worden verlaagd. België moet gewoon de neerwaartse trend in andere landen volgen, is bij de werkgevers te horen. In de Verenigde Staten plant president Donald Trump een verlaging van het tarief naar 15 procent. Ook in Groot-Brittannië en Nederland is volop sprake van een verlaging. In Frankrijk blijft het tarief hoog met 28 procent in 2020, maar daar is een verlaging waarschijnlijk.

Een minimumbelasting van 7,5 procent

Toch blijven de werkgeversorganisaties op hun hoede, want alle details van de lagere vennootschapsbelasting zijn nog niet bekend. De federale regering besliste dat er een minimumbelasting voor multinationals komt, om te vermijden dat die sluipwegen gebruiken. Die minimumbelasting moet ervoor zorgen dat de verlaging van de vennootschapsbelasting budgetneutraal blijft. Er is sprake van een minimumbelasting van 7,5 procent. De vraag is of dat betekent dat een aantal aftrekposten wordt beperkt. Komen daarmee aftrekken zoals die voor de definitief belaste inkomsten (DBI), octrooi-inkomsten of vroegere verliezen in het vizier?

Naar verluidt zouden multinationals op het eerste miljoen euro winst in België alle mogelijke aftrekken kunnen blijven toepassen. Op de winst boven 1 miljoen euro zouden aftrekken op 70 procent van het bedrag kunnen worden toegekend, en zou de overige 30 procent aan een vennootschapsbelasting van 25 procent worden onderworpen, of 7,5 procent van het totaal (met eventueel nog de mogelijkheid een investeringsaftrek toe te passen).

Dat is hopeloos ingewikkeld en onduidelijk, en dat baart de werkgeversorganisaties zorgen. Pieter Timmermans (VBO): “Er moet scrupuleus worden nagegaan of de modaliteiten niet tot gevolg hebben dat sommige doorbraken in feite dode letter blijven. Zo moeten de afspraken over een minimumbelasting voor bedrijven dringend worden uitgeklaard om de ware gevolgen ervan voor ondernemingen in kaart te brengen.” Hans Maertens: “Veel zal evenwel afhangen van hoe een aantal compenserende maatregelen, zoals de minimumbelasting, in de praktijk wordt uitgevoerd.”

Marc Lambotte van Agoria benadrukt dat alle bedrijven een billijke bijdrage moet betalen. “Onze sector voelt zich trouwens niet echt aangesproken door de plannen van de regering om een minimumbedrijfsbelasting op te leggen aan multinationals. De PVDA legde ooit een lijst van vijftig bedrijven in België aan die door allerlei kortingen en gunstregimes in België amper of geen belastingen betaalden. Daar zaten zeer weinig Agoria-bedrijven in. Ik denk dat die zich veeleer in de farma- en de chemiesector bevinden.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content