‘We steunen zombiebedrijven die de crisis niet eens mochten ingegaan zijn’
De overheid faalt in haar kerntaken, schrijft de Itinera-hoofdeconoom Ivan Van de Cloot in zijn nieuwste boek Overheid+Markt. Voorbeelden daarvan zijn de blijvende steunmaatregelen voor zombiebedrijven die eigenlijk niet zouden mogen overleven, het gebruik van overheidsschulden voor lopende uitgaven, rigide regels op productmarkten en een zwaar gesubsidieerd middenveld.
Ivan Van de Cloot schreef een boek over de gespannen relatie tussen de overheid en de markt. Hij ijvert voor een debat over de kerntaken van de overheid, en hij voert daarvoor argumenten aan door te tonen waar de wisselwerking tussen de overheid en de markt mank loopt in België.
Een eerste voorbeeld zijn de massale bedrijfssubsidies in ons land, goed voor ongeveer 10 miljard euro. Tegelijkertijd betalen de bedrijven 18 miljard euro aan bedrijfsbelastingen. Ondernemers stellen zelf met de regelmaat van een klok dat het onzinnig is bedrijfssubsidies uit te keren en tegelijkertijd vennootschapsbelasting te innen. De twee uitruilen zou de vennootschapsbelasting gemakkelijk met de helft kunnen reduceren. Alleen zijn de subsidies een gemeenschapsbevoegdheid, en is de belasting een federale bevoegdheid. Bovendien komen de subsidies niet per se terecht bij de bedrijven die de belastingen betalen. Een evaluatie dringt zich op.
Welvaartsstaat voor bedrijven
Van de Cloot maakt een sprong naar de coronasteunmaatregelen aan bedrijven. “Die ondersteuning is welkom, maar de overheid probeert alle bedrijven in leven te houden. Dat is op de lange termijn onhoudbaar. Veel bedrijven zitten gevangen in een activiteit die geen toekomst heeft. Zij hebben te weinig reserves voor slechte periodes en veel schulden. Eigenlijk kunnen ze moeilijke tijden niet overbruggen. Waarom moet je die ondernemingen stutten met belastinggeld? Een prudentiële econoom, zoals ik er een ben, moet in goede tijden waarschuwen voor die zombiebedrijven.”
Het argument dat de overheid in een zware crisis als de coronapandemie niet selectief mag zijn, overtuigt de Itinera-econoom niet. “Wij helpen die bedrijven altijd, ook in goede tijden. Wij ondersteunen zombiebedrijven die de crisis niet eens mochten ingegaan zijn. Voor de crisis telde België 10 procent zombiebedrijven, Frankrijk amper 2 procent. Zulke inerte ondernemingen belemmeren de productiviteitsgroei. Nu, die zombiebedrijven overleven niet alleen door steunmechanismen van de overheid, maar ook door het waanzinnige monetair beleid van lage rentes. De monetair economen moeten bescheiden zijn, als ze zeggen dat ze alle risico’s van dat soepele beleid in kaart brengen. Men houdt bedrijven in stand die geen toekomst hebben. De creatieve destructiekant van dat beleid vergeet men wel eens. Er is een welvaartsstaat voor burgers, maar ook voor bedrijven.”
Niet lenen om te investeren
Een andere bron van kritiek is dat overheden al te gemakkelijk schulden maken om lopende uitgaven te financieren. Van de Cloot: “Als prudentieel econoom zeg ik opnieuw: schulden maken in crisissen is legitiem, als het is voor productieve investeringen. Maar wij maken in dit land altijd schulden, en niet voor investeringen. Zal het nu anders zijn met het postcoronabeleid? Ik weet het niet. Onderzoek toont aan dat overheden met veel schulden een minder effectieve relance doen. Dat is niet onschuldig. Wij hebben minder kruit te verschieten dan Duitsland en Nederland.”
Ook de door de overheid overbeschermde productmarkten oogsten kritiek. In sommige sectoren zijn er prijsafspraken, bepaalde beroepen zijn extreem beschermd. “Internationale rapporten wijzen daar al jaren op”, weet Van de Cloot. “Het is de taak van de overheid om die machtsconcentratie te bestrijden, en uiteraard is er hier een mededingingsbeleid. Toch merk ik dat beroepsbescherming hier paternalistisch wordt aangepakt en men weinig aan de belangen van de consument denkt. De vereisten om kapper te worden zijn gigantisch. Enkel architecten mogen zelf een bouwplan indienen. Het beschermde beroep van notarissen is een typevoorbeeld. Hier bedragen de brutomarges voor notarissen en deurwaarders 35 procent, tegenover 20-25 procent in Nederland.”
Middenveld is een verlengstuk van de staat
In internationale rapporten wordt van België vaak gezegd dat het een sterk middenveld heeft. Ivan Van de Cloot is het daar niet mee eens. “Het middenveld wordt bij ons ingevuld door de zuilen, een overblijfsel uit het verleden dat verstarring in de hand werkt, geen ruimte creëert voor het dynamische verband tussen burgers. In België maar ook in Nederland worden veel middenveldorganisaties gesubsidieerd. Hoewel dus officieel een privaat initiatief, zijn ze financieel feitelijk grotendeels publiekelijk. Onderzoek becijfert voor België dat slechts 17 procent van de non-profitsector als een niet van de staat afhankelijke sector kan worden gezien. De zuilen zijn een soort verlengstuk van de staat geworden. Het is geen betoog tegen de zuilen, al moeten we ze kritisch benaderen.”
Overheid + Markt. Het beste van beide werelden is uitgegeven bij Pelckmans.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier