‘We houden niet van bankiers, al sinds mensenheugenis’: waarom worden bankiers gehaat?

Sébastien Buron redacteur Trends-Tendances

De stijgende kosten, de gedwongen digitalisering, de verminderde service, de sluiting van kantoren, het verdwijnen van geldautomaten, de lage rente op spaargeld: de ontevredenheid van de klanten over de banken neemt toe. Is dat terecht of niet?

De overwinstbelasting die de linkervleugel van de regering-De Croo voorstond, is er niet gekomen. De bankiers zijn aan het ergste ontsnapt. Maar de financiële sector moet nog altijd 370 miljoen euro extra bijdragen om het gat in de federale begroting te dichten. Het dividend van Belfius, dat voor 100 procent in handen van de overheid is, is naar boven bijgesteld. Gezien de sterke winstgroei in de eerste helft van dit jaar, zal de bank- en verzekeringsgroep haar publieke aandeelhouder dit jaar 220 miljoen euro extra uikeren, wat het totale dividend op ruim 580 miljoen euro brengt.

Net als alle concurrenten zal Belfius ook meer bankbelasting afdragen. De regering mikt op 150 miljoen euro. Dat lijkt een belachelijk laag bedrag in vergelijking met de winsten van de Belgische grootbanken (7,6 miljard euro in 2022), maar het heeft de bankenfederatie (Febelfin) toch woedend gemaakt. Die vindt dat “de genomen maatregelen betreurenswaardig en onbegrijpelijk zijn voor een regering die er maandenlang prat op ging dat ze het rendement van de spaarders wil verhogen.”

Te lang getreuzeld

De bankiers worden gestraft omdat ze te lang hebben getreuzeld om de renteverhogingen van de Europese Centrale Bank (ECB) door te berekenen aan hun klanten, en omdat ze te veel geldautomaten hebben geschrapt. Dat ze tijdens de coronacrisis in 2020 de economie ondersteunden, werd door iedereen toegejuicht. Maar nu, met de sterk stijgende kosten van levensonderhoud, is het vertrouwen aangetast. Op de vraag of ze het afgelopen jaar een probleem hadden met hun bank, antwoordden de klanten van ING, BNP Paribas Fortis en Belfius die door Test-Aankoop werden ondervraagd, vaker dan gemiddeld ja. Belfius kreeg slechts 62 procent positieve meningen, BNP Paribas Fortis 57 procent en ING 51 procent. Argenta daarentegen had 79 procent tevreden klanten.

De klanten, gesteund door politici, maken de sector, en dan vooral de grootbanken, nog andere verwijten. De versnelde sluiting van kantoren bijvoorbeeld. Zo sloot BNP Paribas Fortis tussen begin 2012 en eind 2022 ongeveer 600 kantoren, waarvan ruim 200 sinds de pandemie. De sector krijgt ook kritiek omdat klanten een afspraak moeten maken om een medewerker te spreken te krijgen in een bankkantoor. En ze begrijpen niet waarom hun bank weigert hen een beter rendement op hun spaargeld te geven, terwijl de hypotheekrente blijft stijgen. Hoewel de burgers Fortis en Dexia mee hebben gered met miljarden euro’s overheidsgeld, begrijpen ze niet waarom diensten die vroeger gratis waren, nu worden aangerekend. Ze klagen ook over de segmentatie van klanten, waardoor de meest bescheiden onder hen het moeten doen met een slechtere service. Kortom, de lijst met klachten is lang.

Terechte klachten

Etienne de Callataÿ, de oprichter van de vermogensbeheerder Orcadia en voormalig bankier, vindt de klachten terecht. “Het niveau van de service is dramatisch gedaald”, zegt hij. “Je hebt de sluiting van filialen, de moeilijke toegang tot medewerkers, de middelmatige vergoeding op spaarrekeningen, de verhoogde kosten (onder meer voor abonnementen en de verkoop en overdracht van effecten), de trage beantwoording van verzoeken van klanten, de koppelverkopen, de ondoorzichtige prijzen, bijvoorbeeld van termijndeposito’s en hypotheken, en de greenwashing. Je ziet orwelliaanse reclame – banken die zeggen dat ze van ons houden, filialen die sluiten om ons zogenaamd beter van dienst te zijn, foto’s van windmolens die de financiering van vervuilende fabrieken verbergen Het is dus niet alleen een kwestie van digitalisering: dat geldautomaten verdwijnen, spreekt de boodschap van de sector tegen dat die meer gebruikmaakt van technologie.”

Mikael Petitjean, econoom bij Waterloo Asset Management en professor aan de UCLouvain, benadrukt de moeilijkheden die senioren ondervinden door de digitalisering. “Voor oudere klanten, geboren voor de Tweede Wereldoorlog, is hun persoonlijke bankier, van wie ze de ouders nog hebben gekend of met wie ze soms zijn opgegroeiden, verdwenen. Een groot aantal plaatselijke kantoren is gesloten, en als dat niet zo is, dan wisselt het personeel zo snel dat het moeilijk is om een band te smeden. We weten heel goed dat het voor een oudere persoon veel moeilijker is zich aan te passen aan veranderingen zoals de digitalisering”, merkt de econoom op, die eraan toevoegt dat hetzelfde geldt voor een deel van de naoorlogse babyboomgeneratie.

“Toegegeven, de jongere generaties zijn steeds meer gehecht aan hun bankapp en het gemak om iemand aan de telefoon te krijgen als dat nodig is. Maar laten we er geen doekjes om winden: mensen waren, zijn en blijven sociale dieren, om uitdrukking van Aristoteles te gebruiken. We hebben fysiek en visueel contact nodig.”

‘Laten we er geen doekjes om winden: mensen waren, zijn en blijven sociale dieren. We hebben fysiek en visueel contact nodig’

Mikael Petitjean, Waterloo Asset Management

Veel voordelen

Meer recentelijk werd de lage rente op spaarrekeningen een bron van ontevredenheid. In een tijd waarin de kosten van leningen, met name hypotheken, stijgen, was de sector terughoudend om een gebaar te maken ten gunste van de spaarders. Er was druk nodig van minister van Financiën Vincent Van Peteghem (cd&v) en de staatsbon, die 22 miljard euro (ongeveer 7% van het Belgische spaargeld) opslorpte, voordat sommige banken reageerden en hun tarieven lichtjes verhoogden. De reden: ze zitten klem tussen enerzijds een rentestijging die hun financieringskosten doet toenemen en een portefeuille van oude leningen waarvan de rente-inkomsten te laag zijn. Een stijging van het rendement op spaargeld geldt voor alle deposito’s (300 miljard euro), terwijl de stijging van de ontvangen rentetarieven alleen geldt voor nieuwe bankleningen en niet op de leningen die zijn verstrekt toen de tarieven nog laag waren.

Als we echter kijken naar de resultaten van de banken in de eerste helft van het jaar, dan zien we dat de sector verre van ziek is en zich langzaam herstelt van een lange periode van lage of zelfs negatieve rentetarieven. Tussen begin januari en eind juni boekten de zes grootste banken van het land (BNPP Fortis, KBC/CBC, Belfius, ING, Argenta en Crelan) winsten voor belastingen van 6,3 miljard euro (4,5 miljard na belastingen), of 27 procent meer dan in dezelfde periode vorig jaar. Volgens Belfius ligt de stijging van de rente aan de basis van die prestatie. “De nettorente-inkomsten van de bank blijven stijgen, mede dankzij het strikte beheer van de liquiditeitsreserves en de hogere rentetarieven”, merkt de bank-verzekeraar op in een persbericht over de jongste halfjaarresultaten. Belfius is natuurlijk niet de enige. In de eerste zes maanden van het jaar genereerden de zes grootste banken van het land bijna 12,6 miljard euro aan rente-inkomsten, 45 procent meer dan in dezelfde periode vorig jaar.

Eric Dor, die doceert aan het IESEG in Lille, merkt echter op dat de banksector “extreem heterogeen” is. Voor de grootbanken zorgen spaardeposito’s, hoewel die belangrijk zijn, slechts voor een klein deel van hun financiering (naast bijvoorbeeld interbancaire leningen), terwijl dat niet het geval is voor de kleine banken, waarvan de balansen juist sterk afhankelijk zijn van spaargeld. Het is duidelijk dat die kleine banken het risico lopen slechter af te zijn dan de grootbanken als ze door een nieuwe wet gedwongen worden hun rente op spaardeposito’s te verhogen (er worden momenteel verschillende voorstellen besproken in het parlement).

Toch is er ruimte voor een klein gebaar, aangezien econoom Paul De Grauwe al maanden beweert dat de banken slapend rijk worden dankzij de overtollige deposito’s die bij de ECB geparkeerd staan. De ECB betaalt sinds 20 september 4 procent rente op die overtollige liquiditeiten. Voor de Belgische banken, die zo’n 125 miljard euro bij de ECB hebben uitstaan, komt dat neer op 5 miljard euro rente per jaar.

Zondebok zoeken

Het onbehagen van de klanten is dus gerechtvaardigd. Althans, tot op zekere hoogte. “In tijden van crisis – en dat is menselijk – heb je altijd een zondebok nodig, laten we dat niet vergeten”, zegt Etienne de Callataÿ. “’s Avonds of in het weekend een bankapp gebruiken is beter dan in de rij staan bij een bankloket. Maar je onthoudt makkelijker negatieve veranderingen dan positieve. Vooral omdat de banken halfjaar na halfjaar enorme winsten boeken. En ze zeggen niet waar het op staat: ze sluiten filialen en ontslaan personeel om hun winstgevendheid te verhogen, ze betalen een lage rente op spaarrekeningen omdat ze zich te veel hebben blootgesteld aan het risico van stijgende rentevoeten, en omdat ze voorzichtige spaarders als gevangenen aanzien.”

“En de kers op de taart is het ontstaan van een nieuw bankmodel: met steeds meer geautomatiseerde klanten aan de ene kant en de happy few die zich nog een echte lokale service kunnen veroorloven aan de andere kant. Erger nog: zouden de banken uiteindelijk niet louter belastinginners worden?”

“Dat is overdreven”, reageert Mikael Petitjean. “Veel banken bieden diensten op de maat van een breed scala aan klanten aan, van de meest welgestelde tot de meest kwetsbare. Bovendien is de missie van commerciële banken al eeuwenlang niet veranderd, en als banken steeds meer worden gezien als belastingontvangers en belastingovertreders, dan komt dat door ons belastingstelsel en de invoering van veel strengere regels inzake compliance en de strijd tegen het witwassen van geld. We mogen ook niet vergeten dat banken een cruciale rol spelen in de economie, vooral in Europa waar 80 procent van de bedrijfsschulden afkomstig is van bankleningen.”

”s Avonds of in het weekend een bankapp gebruiken is beter dan in de rij staan bij een bankloket. Maar je onthoudt makkelijker negatieve veranderingen dan positieve’

Etienne de Callataÿ, Orcadia

Onhandige communicatie

En daar ligt het probleem. In die vijandige omgeving communiceren de bankiers slecht, sommigen uit arrogantie, anderen door onhandigheid. Geconfronteerd met de enorme winsten die ze genereren, vergeten ze erop te wijzen dat de deposito’s die ze aantrekken de reële economie financieren via de leningen die ze ermee verstrekken. Ze vergeten te vermelden dat de twee grote transformaties – de digitale revolutie en de ecologische transitie – weliswaar worden aangedreven en gesteund door klanten (huishoudens en bedrijven), maar dat ze ook worden gesteund door de banken. Zonder hen zou niets mogelijk zijn.

Ze vergeten er ook op te wijzen dat mensen in Spanje en Italië, wanneer de rente stijgt, in de wurggreep worden gehouden door leningen met een variabele rente, terwijl in België de overgrote meerderheid van de hypotheken een vaste rente heeft, wat betekent dat de stijging van de leenkosten wordt gedragen door de bank en niet door de huishoudens.

‘Bankiers maken geld van geld, wat veel mensen verwerpelijk vinden. François Hollande vatte het goed samen toen hij zei: ‘Mijn echte tegenstander is de financiële wereld.’

Etienne de Callataÿ, Orcadia

Het probleem is dat “we niet van bankiers houden, al niet sinds mensenheugenis”, zegt Etienne de Callataÿ. “Bankiers maken geld van geld, wat veel mensen verwerpelijk vinden. François Hollande vatte het goed samen toen hij zei: ‘Mijn echte tegenstander is de financiële wereld’. “De grootbanken moeten er alles aan doen om ervoor te zorgen dat ze nooit meer een beroep hoeven te doen op belastingbetalers wanneer hun schuldeisers op de rand van de afgrond staan”, voegt Mikael Petitjean eraan toe. Van hen wordt verwacht dat ze lokale initiatieven ontwikkelen om het milieu te beschermen of het gemeenschapsleven te bevorderen.

“Als bankfilialen verdwijnen, bestaat ook het risico dat mensen niet langer zien dat de banken een positieve bijdrage leveren aan de lokale dynamiek en dat ze geen toegevoegde waarde meer hebben ten opzichte van 100 procent onlinebanken. Financiële educatie moet ook een van hun belangrijkste aandachtspunten zijn, met als doel klanten weloverwogen beslissingen te helpen nemen en te begrijpen hoe het banksysteem werkt, waar nog steeds veel misvattingen over bestaan, met name over bankdeposito’s. De banken moeten ook duidelijke informatie verstrekken over hoe ze werken en hoe ze winst maken. Ik vind het bijvoorbeeld bijzonder jammer dat ze passief beheerde trackers of ETF’s niet genoeg promoten. Dat zijn uitstekende producten, maar ze leveren de banken minder op dan dynamisch beheerde fondsen.”

Bovenal is de banksector afhankelijk van de beslissingen van de wetgever en de Nationale Bank van België en de ECB. Als de wetgever en de centrale bankier financiële stabiliteit nastreven door de regelgeving aan te scherpen, heeft dat automatisch gevolgen voor de concurrentie.

‘Als bankfilialen verdwijnen, bestaat ook het risico dat mensen niet langer zien dat de banken een positieve bijdrage leveren aan de lokale dynamiek’

Mikael Petitjean, Waterloo Asset Management

Staatsschizofrenie

De overheid speelt een dubbelzinnige rol, zegt Yves Delacollette, voormalig CEO van Deutsche Bank in België. “Aan de ene kant verhindert ze concurrentie uit overdreven voorzichtigheid, en aan de andere kant slaat ze aan het bankbashen om het publiek te plezieren. Die houding is een politiek riedeltje geworden.”

Mikael Petitjean beaamt dat: “Het is ironisch om te zien dat de wetgever verbaasd is over het lage concurrentieniveau. De strengere regelgeving die is ingevoerd in de nasleep van de financiële crisis was gericht op financiële stabiliteit. Het hoeft dus niet te verbazen dat de toetreding van nieuwe spelers nog ingewikkelder is geworden dan twintig jaar geleden. De regelgeving na de crisis heeft invloed gehad op de concurrentie. De kapitaal- en liquiditeitsvereisten, evenals regelgeving die bedoeld is om consumenten te beschermen, hebben de concurrentiedynamiek veranderd, vaak ten gunste van de grootste banken, die beter in staat zijn de aanpassingskosten te absorberen.”

Het klopt dat de administratieve lasten in de financiële sector sterk zijn toegenomen. De aanslagen van 11 september, met de kwestie van de financiering van terrorisme, hebben een impact gehad, om nog maar te zwijgen van de financiële crisis van 2008 en de bijdragen die al werden geëist van de banksector. Vorig jaar droeg die 1,7 miljard euro bij aan de federale begroting. Het is dus begrijpelijk dat de banken hun grootste klanten bevoordelen.

Maar ze zouden zichzelf eer aandoen als ze transparanter zouden zijn, betreurt Etienne de Callataÿ, die niet alleen pleit voor “verplichte aanpassing van de vergoeding van gereglementeerde spaarrekeningen aan de ECB-rentevoet”, maar ook voor “het stimuleren van de concurrentie tussen banken.”

Kortom, hoewel de banken grotendeels verantwoordelijk zijn voor het slechte imago van hun sector, is er ongetwijfeld een overdreven focus op hun tekortkomingen, ook om electorale redenen, naast de moeilijkheden die verband houden met de inflatie, de oorlog in Oekraïne enzovoort. De socialisten mogen zichzelf dan wel feliciteren met het feit dat ze erin geslaagd zijn “de breedste schouders” te laten bijdragen met de bankbelasting van 150 miljoen euro, maar uiteindelijk is het nog altijd de klant die de rekening zal betalen met verminderde diensten en lagere tarieven.

Partner Content