Wat loopt er fout met ons energiebeleid? ‘We zijn helemaal verkeerd bezig’

Kerncentrale Doel © BELGA
Luc Huysmans senior writer bij Trends

Nu na Doel 3 en Tihange 2 ook de kernreactor van Doel 4 voor langere tijd buiten strijd is, komt de bevoorradingszekerheid in het gedrang. Oude en nieuwe stroombedrijven zitten in de problemen en de kosten lopen voortdurend op.

Is er een betere definitie van inefficiëntie?” Het oordeel van Johan Albrecht, professor milieu-economie aan de Universiteit Gent en senior fellow bij het Intinera Institute, over de energietransitie is hard. “We willen een hernieuwbaar systeem met een fossiele back-up en daartussen een gigantisch opslagsysteem. Dat zijn dus drie energiesystemen: een enorme overcapaciteit. Elk van die drie systeemcomponenten wordt per definitie weinig gebruikt, en is zeer duur. En intussen zijn de prijzen structureel te laag om investeringen uit te lokken.” De Gentse professor staat niet alleen met zijn kritiek. Ook de energiesector maakt zich grote zorgen.

Eerst het goede nieuws. 100 procent groene energie in België is in principe technisch mogelijk. Dat blijkt toch uit de ‘backcasting’-studie die de onderzoeksinstellingen VITO, Icedd en het Federaal Planbureau eind 2012 presenteerden. Uiteraard kleeft daar een prijskaartje aan vast, weet medeauteur Wouter Nijs.

Nijs vormde anderhalve maand geleden zowat de enige positieve noot op een bijeenkomst van de reflectiegroep Energie van de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten. “We zijn helemaal verkeerd bezig”, vindt professor William D’haeseleer van het KU Leuven Energie Instituut. “We maken een aantal fouten almaar opnieuw: kosten zijn niet hetzelfde als prijs, en de kosten op korte termijn zijn niet dezelfde als die op lange termijn. Toekomstscenario’s zijn geen voorspellingen, maar denkoefeningen.”

Want de toekomst oogt voorlopig minder groen dan gedacht. De meeste specialisten en onderzoekscentra gaan ervan uit dat ook in 2050 60 tot 75 procent van onze wereldwijde energiebevoorrading gebaseerd is op fossiele brandstoffen. Daar zijn goede redenen voor. In China en India openen elke week drie nieuwe steenkoolcentrales. Ook Duitsland, dat kernenergie bant uit zijn productiepark, bouwt nieuwe steen- en bruinkoolcentrales. Met een geschatte levensduur van 40 jaar voor de centrales en de grote beschikbaarheid van steenkool valt te verwachten dat kolen ook na 2050 een stevig deel van de mondiale energiemix uitmaken.

Bovendien is het lang niet zo vanzelfsprekend om naar 0 procent fossiele brandstoffen te gaan. Want dat betekent dat we afhangen van zogenoemde intermittente brandstoftypes: wind en zon zijn niet altijd actief, dus moet er ook een back-up zijn. “Wat we de jongste twintig jaar met zijn allen volkomen uit het oog zijn verloren, is de systeemintegratie, en de kosten die daarmee gepaard gaan”, waarschuwt D’haeseleer. “De meeste studies werken met energiepakketjes: een blokje groen, een staafje gas enzovoort. Maar over het evenwicht op het net en de flexibiliteit staat er doorgaans weinig in.”

Elke studie hanteert hypothesen, maar het antwoord op de vragen of we in 2050 nog steeds een zwaarwegende staalnijverheid hebben in België (die nodig is om de massale elektrische overproductie met de veronderstelde waterstof-gebaseerde verschuiving door te voeren, nvdr), en hoe de brandstofprijzen evolueren, bepaalt veel van het antwoord. De verwachte baten, bijvoorbeeld jobcreatie, van deze of gene energiesoort zijn dan weer zeer moeilijk objectief in te schatten.

De lijst van onzekerheden is lang. Veel voorspellingen die de jongste jaren voor 2020 zijn gemaakt, blijken de bal grondig mis te slaan, dus is de kans dat die voor 2050 wél juist zijn, niet groot.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content